In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
EHBO - Reanimatie - AED
Slide 1 - Tekstslide
Onderwerpen in deze les
Onderkoeling
Oververhitting
Gaspen
Stabiele zijligging
Reanimeren
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer spreek je van lichte onderkoeling?
A
Lichaamstemperatuur tussen 35-37
B
Lichaamstemperatuur tussen 33-35
C
Lichaamstemperatuur tussen 31-33
D
Lichaamstemperatuur tussen 29-31
Slide 3 - Quizvraag
Onderkoeling
Ontstaat door een lichamelijke aandoening of door een te lage omgevingstemperatuur.
Temp tussen de 33-35 graden Celsius = lichte onderkoeling.
Temp tussen de 31-33 graden Celsius = matige onderkoeling.
Ernstige onderkoeling = <30 graden.
Slide 4 - Tekstslide
Verschijnselen
Klappertanden
Rillen
Koude bleke huid
Blauwe oren, lippen, tenen, vingers
Moeheid
Versnelde hartslag
Onregelmatige ademhaling
Als temperatuur verder daalt
Hartslag vertraagd
Slachtoffer raakt verward
Verliest bewustzijn
Rond temp van 30 graden zijn er hartstoornissen, circulatiestilstand en functie uitval
Slide 5 - Tekstslide
EHBO bij lichte-matige onderkoeling
Voorkom verder warmteverlies door natte kleding uit te trekken, wikkel slachtoffer in (isolatie)dekens, breng hem naar warmere ruimte
Geef slachtoffer een warme (niet hete!) douche en warme drank (geen alcohol)
Slide 6 - Tekstslide
EHBO bij ernstige onderkoeling
Juist níet onder een warme douche zetten (bloedvaten verwijden dan, waardoor bloeddruk te snel zakt)
Niet bewegen (kost extra energie die nog meer warmte aan het lichaam onttrekt)
Vitale functies bewaken, zo nodig reanimeren.
Slide 7 - Tekstslide
Wanneer spreek je van oververhitting?
A
Lichaamstemperatuur vanaf 40 graden
B
Lichaamstemperatuur vanaf 41 graden
Slide 8 - Quizvraag
Oververhitting
Kan ontstaan bij koorts of een te hoge omgevingstemperatuur.
Lichaamstemperatuur boven de 41 graden.
Slide 9 - Tekstslide
Verschijnselen
Hevig transpireren
Hoofdpijn
Misselijkheid.
Als temperatuur verder stijgt of oververhitting langer duurt
Het slachtoffer raakt verward en langzaam zijn bewustzijn kwijt.
De bloedcirculatie kan stoppen en er kan shock ontstaan.
Oververhitting kent – van matig naar hevig – drie stadia: hittekramp, warmtestuwing en hitteberoerte.
Slide 10 - Tekstslide
EHBO bij oververhitting
Breng slachtoffer naar een koele ruimte.
Laat het slachtoffer extra drinken en geef hem iets zouts te eten (chips, drop).
Bij ernstige oververhitting ook:
Koel het slachtoffer met natte spons, natte doeken of ventilator.
Laat het slachtoffer meer drinken.
Bewaak zijn temperatuur en vitale functies, reanimeer indien nodig.
Slide 11 - Tekstslide
Gaspen
Agonale ademhaling:
reactie van het lichaam die LIJKT op naar adem happen.
In 1/3 van de gevallen kort voordat de circulatie stopt.
Geen effectieve manier van ademen, maar reactie van lichaam van stervend persoon.
Herkennen van gaspen
Moeilijke zware ademhaling
Eén lange uitademing
Stuiptrekkingen
Verkleuring in het gezicht
Geen reactie op aanspreken/ aanschudden
Geen luchtstroom voelen bij mond/ neus
Slide 12 - Tekstslide
Filmpje gaspen
Slide 13 - Tekstslide
Stabiele zijligging
Eerstehulptechniek die wordt gebruikt bij bewusteloze slachtoffers. Bij ieder bewusteloos slachtoffer is de luchtweg bedreigd doordat de tong als gevolg van verslapping van de spieren in de keelholte kan zakken en daarmee de luchtweg kan blokkeren.
Wanneer het slachtoffer (weer) normaal ademt of braakt: draai het slachtoffer op de zij.
Laat eventuele AED elektroden zitten & laat de AED aan staan
Slide 14 - Tekstslide
Filmpje stabiel zijligging
Slide 15 - Tekstslide
Wat is reanimeren?
Slide 16 - Open vraag
Filmpjes BLS
Slide 17 - Tekstslide
Cijfers hartstilstand - reanimatie
In gemiddeld 70% van de gevallen vindt een reanimatie thuis plaats. De rest is op straat, openbaar gebouw of sporten ergens anders.
In Nederland zijn er 8.000 reanimaties per jaar buiten het ziekenhuis.
In ruim 75% van de gevallen zijn er omstanders die het slachtoffer reanimeren. Dit gebeurt dan al voor de komst van de ambulance
Gemiddelde leeftijd van iemand met een hartstilstand is 67 jaar
De overlevingskans bij een hartstilstand is gemiddeld 23%
Reanimatie komt vaak voor (± 300 p/w)
Direct handelen kan levensreddend zijn
Overleving in Nederland is ± 24%
- Met een goede kwaliteit van leven
Slide 18 - Tekstslide
Stappenplan reanimatie en AED
Slide 19 - Tekstslide
wat doe je als een slachtoffer op een gevaarlijke plek zit om te reanimeren?
A
doorgaan met reanimeren
B
slachtoffer naar een veiligere plek brengen
C
je houdt afstand en wacht op de ambulance
D
je vraagt iemand anders
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de juiste frequentie om te reanimeren?
A
60-80x per minuut
B
80-100x per minuut
C
100-120x per minuut
D
120-140x per minuut
Slide 21 - Quizvraag
Reanimeren doe je door....
A
15 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
B
15 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
C
30 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
D
30 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel borstcompressies moet je geven bij het reanimeren?
A
10
B
20
C
30
D
40
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel sec. mag er max zitten tussen borstcompressies - beademingen?
A
10 sec
B
20 sec
C
30 sec
D
40 sec
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een AED?
A
Automatische Externe Defecten
B
Automatische Externe Defibrillator
C
Automatische Elektrische Defibrillator
D
Automatische Electrische Defecten
Slide 25 - Quizvraag
Hoe diep moet je de borstkas indrukken tijdens borstcompressies?
A
2-3 cm
B
3-4 cm
C
4-5 cm
D
5-6 cm
Slide 26 - Quizvraag
Wanneer is een shock door de AED geïndiceerd?
A
AV-blok
B
Kamerbradycardie
C
Ventrikelfibrilleren
D
Boezemfibrilleren
Slide 27 - Quizvraag
Aanvullende informatie
Niet-reanimeren verklaring
MijnHartslagNu.nl (AED)
Slide 28 - Tekstslide
Is er een AED op het Horizon College??
Slide 29 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Helft studenten gaat reanimeren en AED gebruiken mét protocol op AED pop 'Annie'.
Groepje laat de stappen zien van reanimatie + AED bij bedlegerige patiënt --> hierbij benoemen wat je doet!