BOA hoofdstuk 1.1 t/m 1.3

BOA
HOOFDSTUK 1.1. T/M 1.3
DIT IS NEDERLAND
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BOA
HOOFDSTUK 1.1. T/M 1.3
DIT IS NEDERLAND

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIT IS NEDERLAND

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN:

  1. Uitleggen wat we onder een staat verstaan.
  2. De verschillende staatsvormen en van elk de kenmerken noemen.
  3. Benoemen welke staatsvorm Nederland heeft.
  4. De drie onafhankelijke machten van de rechtstaat van Nederland benoemen.
  5. Benoemen hoe de machten verdeeld zijn tussen de verschillende overheidsorganen.

TOETSMATRIJS EXTH

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut &
Belang

Slide 4 - Tekstslide

De regels die gelden in de Nederlandse samenleving zijn voor een
groot deel vastgelegd in verschillende vormen van wetgeving. 
Tijdens jouw dagelijkse werkpraktijk als BOA ben je niet bezig met het
vaststellen van wetgeving. Toch moet je weten door welke
overheidsorganen en volgens welke procedures wetgeving wordt
vastgesteld, omdat dit jou helpt te begrijpen hoe een bepaalde regel
werkt en waar jij deze wettelijke regel kunt vinden.
 Welke staatsvorm heeft Nederland?


  1. Grondgebied                                                                                              
  2. Volk.                                                                                                          
  3. Eigen overheidsgezag.
KENMERKEN VAN EEN STAAT

Slide 5 - Tekstslide

Een volk dat woont op een eigen grondgebied onder het gezag van een eigen overheid, vormt een staat.
SOORTEN STAATSVORMEN:

  1. Gecentraliseerde eenheidsstaat;
  2. Gedecentraliseerde eenheidsstaat ( NEDERLAND)

  • Gaat over hoe de macht is geregeld.
  • Gecentraliseerd: De centrale overheid heeft alleen de wetgevende                                        macht.
  • Gedecentraliseerd: De centrale overheid heeft een deel van haar wetgevende macht afgestaan aan lagere overheidsorganen, zoals provincie, gemeente en waterschap.
  • Internationaal treedt Nederland als eenheid op.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TRIAS POLITICA 
  • Frans filosoof Montesquieu.

  • 3 gescheiden machten 

  • Controleren elkaar → elkaar in balans houden.

  • Voorkomen machtsmisbruik één orgaan.

  • Nederlands staatsbestel gebaseerd op ideeën van Montesquieu: geen volledige machtenscheiding   ( S.G+regering)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

TRIAS POLITICA

Slide 9 - Tekstslide

De regels die gelden in de Nederlandse samenleving zijn voor een
groot deel vastgelegd in verschillende vormen van wetgeving. 
Tijdens jouw dagelijkse werkpraktijk als BOA ben je niet bezig met het
vaststellen van wetgeving. Toch moet je weten door welke
overheidsorganen en volgens welke procedures wetgeving wordt
vastgesteld, omdat dit jou helpt te begrijpen hoe een bepaalde regel
werkt en waar jij deze wettelijke regel kunt vinden.
  • Wetten worden gemaakt door Staten-Generaal en de regering samen → samenwerkingsverband. 

  • M.a.w. de wetgevende macht maakt samen met de uitvoerende macht de wetten.

  • Verder controleert de volksvertegenwoordiging het bestuur en de volksvertegenwoordiging beslist over de wetgeving.
GEEN VOLLEDIGE MACHTSCHEIDING

Slide 10 - Tekstslide

De Staten-Generaal, wetgevende macht en volksvertegenwoordiging zijn in deze dezelfde mensen.
Hetzelfde geldt voor de regering wat als bestuur is aangesteld en dus de uitvoerende macht is.

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding voor de volgende les.
  • Eigen samenvatting maken 1.1 t/m 1.3.
  • Neem deze samenvatting mee naar de volgende les.
  • Doorlezen hoofdstuk 1.4 Het rijk.
  • Noteer voor jezelf de lastige woorden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies