Staatsinrichting Nederland &Europa

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
wet en regelgevingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

leerdoelen van vandaag:
aan het einde van de les heeft de student kennis van: 
  • Nederlandse staatsinrichting
  • Hoe een wet ontstaat in Nederland
  • Europese staatsinrichting

Slide 7 - Tekstslide

Nederland heeft een Constitutionele Monarchie. Wat wordt hiermee bedoeld?
(lees dit op blz 1.1)

Slide 8 - Tekstslide

Een Constitutionele Monarchie is een koninkrijk (Monarchie) waarin de macht van de vorst wordt beperkt door de grondwet (constitutie)

Slide 9 - Tekstslide



Wat staat er in Artikel 42 van de Grondwet?
zoek dit op:
https://wetten.overheid.nl/BWBR0001840/2018-12-21

Slide 10 - Open vraag

Waaruit bestaat de regering?

Slide 11 - Open vraag

Volgens Art 42 van de Grondwet is de Koning onschendbaar.
Wat houdt dat in?

Slide 12 - Open vraag

Dat de koning niet kan worden aangesproken op uitlatingen of daden.

Slide 13 - Tekstslide

Wie is er dan verantwoordelijk voor het politiek handelen van de Koning?
A
De Koningin
B
De Tweede Kamer
C
De Staten Generaal
D
De Ministers

Slide 14 - Quizvraag

Nederland heeft een democratische rechtsstaat. Wat houdt dit in?

Slide 15 - Open vraag

Een Democratische rechtstaat is een staatsvorm, waarin de burgers kiezen wie het land regeert (democratisch) en iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden (rechtstaat)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de zittingsduur van zowel de Eerste als de Tweede Kamer?
A
2 Jaar
B
6 Jaar
C
8 Jaar
D
4 Jaar

Slide 17 - Quizvraag

Hoe worden de leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer gekozen?

Slide 18 - Open vraag

De leden van de eerste Kamer wordt gekozen door de provinciale staten en de leden van Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders van 18 jaar of ouder

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel leden hebben de eerste en de Tweede Kamer
A
Eerste Kamer 100 Tweede Kamer 100
B
Eerste Kamer 150 Tweede Kamer 75
C
Eerste Kamer 75 Tweede Kamer 150
D
Eerste Kamer 125 Tweede Kamer 125

Slide 20 - Quizvraag

even een klein hersenkraker
https://wathoortwaar-vo.tools.prodemos.nl/ 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen Actief kiesrecht en Passief kiesrecht?

Slide 22 - Open vraag

Actief kiesrecht is dat je als je 18 jaar of ouder bent het recht hebt om te stemmen. Passief kiesrecht is dat je als je 18 jaar of ouder bent jezelf verkiesbaar mag stellen zodat andere op je kunnen stemmen.

Slide 23 - Tekstslide

Moet je altijd de Nederlandse nationaliteit hebben om te mogen stemmen?
A
Ja
B
Nee
C
Bij de tweede Kamer verkiezingen is dat niet een vereiste
D
Bij de Gemeenteraad verkiezingen is dat niet een vereiste

Slide 24 - Quizvraag

Waarom is Nederland een staat?

Slide 25 - Open vraag

Omdat op eigen grond een volk woont met een eigen gezag.

Slide 26 - Tekstslide

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. wat betekend dat?

Slide 27 - Tekstslide

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. wat betekend dat?

Slide 28 - Open vraag

De gedecentraliseerde eenheidsstaat is een staatsvorm waarbij internationaal als eenheid wordt opgetreden en nationaal de macht is gedecentraliseerd, zodat ook lagere overheden bepaalde bevoegdheden hebben, Er is sprake van een staat als op eigen grondgebied een volk woont die onder eigen gezag leeft.

Slide 29 - Tekstslide

van wens naar wet 
https://vanwensnaarwet-vo.tools.prodemos.nl/

Slide 30 - Tekstslide

In Nederland is er een scheiding der machten. Waarom is dat?

Slide 31 - Open vraag

In Nederland is het belangrijk dat niet alle taken en bevoegdheden bij 1 persoon of orgaan liggen. om deze reden is de scheiding der machten bedoeld

Slide 32 - Tekstslide

Hoe wordt de scheiding der machten ook wel genoemd?

Slide 33 - Open vraag

Trias Politica

Slide 34 - Tekstslide

Uit Welke drie machten bestaat
Trias Politica?

Slide 35 - Tekstslide

Uit Welke drie machten bestaat
Trias Politica?

Slide 36 - Open vraag

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 37 - Tekstslide

Bij wie ligt de Rechtelijke macht?
A
De regering en de Staten-Generaal die de wetten vaststellen
B
Bij de regering die met haar ambtenarende de regels uitvoert
C
Bij de rechters en het openbaar ministerie
D
Bij de Koning en de minister president

Slide 38 - Quizvraag

Bij wie ligt de Uitvoerende macht?
A
De regering en de Staten-Generaal die de wetten vaststellen
B
Bij de regering die met haar ambtenarende de regels uitvoert
C
Bij de rechters en het openbaar ministerie
D
Bij de Koning en de minister president

Slide 39 - Quizvraag

Bij wie ligt de Wetgevend macht?
A
De regering en de Staten-Generaal die de wetten vaststellen
B
Bij de regering die met haar ambtenarende de regels uitvoert
C
Bij de rechters en het openbaar ministerie
D
Bij de Koning en de minister president

Slide 40 - Quizvraag

Maar hoe zit het in Europa
Dit ga je zelf ontdekken door de module De EU & IK.
Er zit een fout in, vind jij hem? 
de antwoorden van de opdrachten lever je in peppels in. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide