Dood in onze samenleving

1 / 24
volgende
Slide 1: Video
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat is voor jou belangrijk
rondom dood en doodgaan?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • heb je nagedacht over de dood
  • ken je 3 visies op de dood en kun je van elke visie een voorbeeld noemen
  • kun je de 5 fasen van het stervensproces herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Dood in onze samenleving
  • ontwikkeling van medische wetenschap, hygiëne en voeding hebben levensverwachting vergroot
  • 1900 werd 1/3 van de kinderen geen 4 jaar, mensen werden gemiddeld 50 jaar oud
  • dood is minder "normaal" geworden

Slide 4 - Tekstslide

5 houdingen
  1. proactief - ervaring met zorg of dood. Regelen hun zaken goed
  2. onbevangen - dood is taboe. Van het leven genieten
  3. vertrouwend - dood geen taboe. Steun door het geloof
  4. rationeel - dood is taboe. Maakbaarheid en mogelijkheden van medische wetenschap
  5. sociaal - ontkennen de dood, maar regelen hun zaken wel

Slide 5 - Tekstslide

dood en levensbeschouwing
Omgaan met sterven en dood verschilt per cultuur. 

3 visies op dood:
  • dood is overgangsfase naar volgend leven
  • dood is overgang naar nieuwe levensfase
  • dood is dood

Slide 6 - Tekstslide

dood is dood
dood is overgang naar volgend leven
dood is overgang naar nieuwe levensfase
reïncarnatie
karma
voortleven in herinnering van anderen
God of Allah oordeelt

Slide 7 - Sleepvraag

Terminale fase
  • periode van ziekte voorafgaand aan sterven
  • geen uitzicht meer op herstel
  • geleidelijke achteruitgang
  • vaak gelegenheid om voor te bereiden en afcheid te nemen

Slide 8 - Tekstslide

Omgaan met terminale cliënt
  • aandacht, betrokkenheid, luisteren, accepteren
  • de waarheid vertellen
  • sta open voor gesprek over de dood

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn redenen om het gesprek over de dood te ontlopen?

Slide 10 - Open vraag

fasen in het stervensproces
Elisabeth Kübler-Ross, kwam in gesprekken met zorgvragers steeds dezelfde soort reacties tegen. Ze onderscheidt 5 fasen :
 
  1. ontkenning ("het kan niet waar zijn", "de uitslag klopt niet")
  2. woede ("waarom overkomt mij dit?")
  3. marchanderen ("als ik nu dit doe, leef ik vast nog langer")
  4. depressie (gevoel van moedeloosheid, besef van het onvermijdelijke)
  5. aanvaarding ("het is goed zo", "ik ben er klaar voor")

Slide 11 - Tekstslide

Fasen in het rouwproces

Rouwen gebeurt volgens dezelfde 5 fasen. Vaak is de stervende verder in het verwerkingsproces dan de omgeving. Dat kan lastig zijn, omdat er dan geen aansluiting is.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Rituelen
Rituelen zijn vaste gebruiken die worden uitgevoerd in bepaalde situaties.  

  • geeft houvast aan mensen
  • rituelen hebben een symbolische betekenis.
  • manier om uitdrukking te geven aan gevoelens.
  • onderscheid tussen religieuze rituelen en sociale rituelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke religieuze rituelen ken jij rondom het sterven?

Slide 15 - Open vraag

Welke sociale rituelen ken jij rondom het sterven?

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn voorbeelden van
religieuze rituelen?
A
Koffietafel na de begrafenis
B
Het lichaam van de stervende op verschillende plaatsen met gewijde olie zalven
C
Zwarte rouwkleding dragen tijdens de begrafenis
D
Geloofsbelijdenis bij de stervende in het oor fluisteren

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van
sociale rituelen?
A
Rondsturen van een overlijdensbericht
B
Een gebed uitspreken bij de stervende
C
Een kaarsje branden
D
Een stille tocht

Slide 18 - Quizvraag

Gecompliceerde rouw

Rouwreacties zijn normale menselijke emotionele
reacties, maar soms stokt het rouwproces en zijn er helemaal geen of afwijkende
reacties. Er is dan sprake van gecompliceerde
rouw
. Vormen van gecompliceerde rouw zijn:


  • ontkende rouw: emoties worden niet toegelaten
  • chronische rouw: rouwperiode duurt te lang
  • getraumatiseerde rouw: verlies was te heftig. Door dit trauma komt iemand niet aan rouw toe
  • uitgestelde rouw: rouwververking komt veel later op gang (soms pas jaren later)
  • gesomatiseerde rouw: rouw uit zich in lichamelijke klachten (soms dezelfde als overledene)
  • systeemgeblokkeerde rouw: heel gezin (systeem) ontziet elkaar en komt niet aan rouw toe

Slide 19 - Tekstslide

Normale rouw
Gecompliceerde rouw

De nabestaande heeft geen emotionele rouwreacties, maar krijgt fysieke klachten.

Emoties en gedachten die met de overledene te maken hebben, worden sterk onderdrukt
Er is zo veel angst en paniek bij de nabestaande dat hij niet toekomt aan rouwen
Na verloop van tijd worden de rouwreacties minder en wordt de nabestaande minder somber

De rouwreacties van de nabestaanden komen op gang kort na het overlijden

Rouwreacties worden onderdrukt om andere nabestaanden in een gezin te ontzien

Slide 20 - Sleepvraag

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • heb je nagedacht over de dood
  • ken je 3 visies op de dood en kun je van elke visie een voorbeeld noemen
  • kun je de 5 fasen van het stervensproces herkennen

Slide 21 - Tekstslide

Wat heeft deze les je opgeleverd als je terugkijkt op de lesdoelen?

Slide 22 - Open vraag

Geef een top en een tip aan de docent voor deze les.

Slide 23 - Open vraag

Wat vind je van deze alternatieve manier van onderwijs in tijden van Corona?

Slide 24 - Open vraag