Persoonlijke Basiszorg - H11 de laatste levensfase - psychosociale zorg

Persoonlijke Basiszorg
H11 de laatste levensfase
Psychosociale zorg 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke Basiszorg
H11 de laatste levensfase
Psychosociale zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Vlak na het overlijden
De reacties van familieleden na het overlijden van een geliefde zijn moeilijk te voorspellen. De schok is onvoorstelbaar groot, of zij nu op het overlijden waren voorbereid of dat het onverwacht kwam. Mensen kunnen niet van tevoren bedenken welke gevoelens hen allemaal zullen overspoelen.

Slide 2 - Tekstslide

Verdriet én regelen
* de situatie dringt soms niet door tot het bewustzijn
* uitvaartondernemer neemt vaak taken over
* als de nabestaanden alleen toeschouwer zijn, kunnen ze soms moeilijker het verlies verwerken

Slide 3 - Tekstslide

Afscheid
Voor de familie is het vaak een grote steun om te merken hoe geliefd de overledene was en hoe hij werd gewaardeerd. 
Woorden schieten in zo'n situatie vaak tekort, maar door niets te zeggen, een hand vast te pakken, samen te huilen, een kus te geven, weten ze van elkaar dat ze nabij zijn. Deze nabijheid kan troost geven.

Slide 4 - Tekstslide

Afscheid
Naast de condoleance is ook de begrafenis of crematie een gelegenheid om afscheid te nemen. Deze gebeurtenis is belangrijk voor het verwerken van het verdriet. Het is een gelegenheid waar mensen de werkelijkheid van de dood tot zich kunnen laten doordringen. Voor sommigen is dit het eerste moment na het overlijden waarop dit gebeurt.

Slide 5 - Tekstslide

Gebruiken
Tegenwoordig geven mensen vaker zelf vorm aan een afscheid dat bij de persoon past. Ze willen (zeer) persoonlijk afscheid nemen en laten zich minder leiden door (kerkelijke) gebruiken, gewoonten en rituelen. 

Slide 6 - Tekstslide

VRAAG
Vroeger droegen mensen bepaalde kleding als ze rouwden. Tegenwoordig kun je niet meer zien dat mensen rouwen.

 

Geef een voordeel en een nadeel voor de rouwende als mensen niet kunnen zien dat die persoon in de rouw is.

Slide 7 - Tekstslide

ANTWOORD
Voordeel: Als rouwende kun je je gedragen zoals je zelf wilt. Mensen verwachten bepaald gedrag of een bepaalde houding als je rouwt. Het is heel vervelend als je het gevoel hebt dat je daarvan niet mag afwijken.
Nadeel: Mensen kunnen kwetsende of pijnlijke opmerkingen maken, die ze niet zouden maken als ze zouden zien dat je in de rouw bent.

Slide 8 - Tekstslide

Gebruiken - mogelijkheden 
begraven 
natuurbegraafplaats
cremeren (as begraven of uitstrooien)
ter beschikking stellen aan de wetenschap

Slide 9 - Tekstslide

Gebruiken - mogelijkheden 
Resomeren: Oplossen van het lichaam in een warme loogoplossing onder verhoogde druk. Er blijven verpulverde botresten over.
Promesseren: Bevriezen van het lichaam waarna het in kleine deeltjes wordt getrild en gevriesdroogd. Er blijven droge korrels over die begraven kunnen worden.
Ecoleren: Het door middel van elektriciteit omzetten van het lichaam in een inactief biologisch poeder. Het poeder kan begraven of uitgestrooid worden.

Slide 10 - Tekstslide

Na een overlijden mag je als verzorgende best je emoties tonen.

A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Als nabestaanden na het overlijden veel zelf kunnen regelen, dan helpt hen dat bij het verwerken van het verlies.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Soms dringt het pas tijdens de uitvaart tot familieleden door dat hun geliefde echt is overleden.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Rituelen en gebruiken rondom de dood hebben al eeuwenlang dezelfde betekenis.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Rouwproces bij nabestaanden
In het leven van ieder mens komen situaties en gebeurtenissen voor die een verlies betekenen. Het verwerken van zo'n verlies wordt rouwen genoemd. 
Bv verlies dierbare, verlies baan, scheiding, het niet meer kunnen gebruiken van een arm, ongewenst kinderloos blijven, ... 

Slide 15 - Tekstslide

Rouwproces bij nabestaanden
Na verloop van tijd zal de nabestaande het verlies onder ogen zien en ontdekken dat het leven verdergaat, ook het eigen leven. 
Vooral bij een plotselinge dood is het moeilijk voor te stellen en te aanvaarden dat het afscheid definitief is. 
De rouwende moet rouwarbeid verrichten. 
Verwerking hoeft niet te betekenen dat er helemaal geen (negatieve) gevoelens meer zijn over de overledene.

Slide 16 - Tekstslide

VRAAG
Soms voelen nabestaanden zich opgelucht na het overlijden van een geliefde.

Hoe kan dat?

Slide 17 - Tekstslide

ANTWOORD
Het sterven kan een opluchting zijn als er sprake was van een uitzichtloos lichamelijk of geestelijk lijden. De nabestaanden zijn dan opgelucht voor de geliefde dat hij niet meer hoeft te lijden.

Slide 18 - Tekstslide

Rouw of verliesverwerking
fase 1: het op gang komen van het rouwproces;

fase 2: ontkenning en protest;
fase 3: een chaos van emoties;
fase 4: het loslaten.


Slide 19 - Tekstslide

Rouwtaken
aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies

ervaren van de pijn van het verlies (niet vluchten)
aanpassen aan een leven zonder de overledene
een nieuwe plaats geven aan de overledene en opnieuw leren houden van het leven


Slide 20 - Tekstslide

Gecompliceerde rouw
Bij gecompliceerde rouw is vaak sprake van vermijdingsreacties. De nabestaande durft het verdriet niet in zijn volle omvang toe te laten.

Ontkende rouw: de emoties en gedachten die met de overledene te maken hebben, worden sterk onderdrukt. Het overlijden van de dierbare is extreem beangstigend voor de nabestaande.

Chronische rouw: de rouwreacties nemen niet af. Ook na langere tijd blijft de nabestaande verdrietig, somber, angstig en boos.

Slide 21 - Tekstslide

Gecompliceerde rouw
Getraumatiseerde rouw: de nabestaande komt er niet aan toe om het verlies te verwerken. Hij wordt nog steeds overweldigd door traumatische gebeurtenissen rondom het overlijden van de dierbare. Er is zoveel angst en paniek dat hij niet aan rouwen toekomt.

Uitgestelde rouw: de eerste tijd na het overlijden zijn er helemaal geen rouwreacties. Pas veel later komt het rouwproces op gang. De tijd tussen het overlijden en het rouwen kan variëren van enkele weken tot meerdere maanden of zelfs meerdere jaren.

Slide 22 - Tekstslide

Gecompliceerde rouw
Gesomatiseerde rouw: er treden geen emotionele rouwreacties op, maar fysieke klachten. Het kan gebeuren dat de klachten overeenkomen met de symptomen die de overledene had.
Systeemgeblokkeerde rouw: vooral als een jong persoon sterft, komt het vaak voor dat bijvoorbeeld een heel gezin rouwt. De rouwreacties kunnen dan worden onderdrukt om elkaar te ontzien.

Slide 23 - Tekstslide

Rouwbegeleiding en rouwtherapie
rouwbegeleiding sluit aan bij de 4 rouwtaken
rouwtherapie bij gecompliceerde rouw --> vermijdingsreacties aanpakken (vermijden van de realiteit van het overlijden, gevoelens, bepaalde situaties of voorwerpen of het praten over het geleden verlies.)
Kan bv door schrijfopdrachten of theapeutische rituelen

Slide 24 - Tekstslide

Tips voor ondersteuning
Bied ruime gelegenheid om het verhaal van het overlijden en de overledene te vertellen.

Bied gelegenheid om gevoelens te verwoorden.
Wees alert op gebeurtenissen in de nasleep van het overlijden (bv juridisch) Geef de nabestaanden de tijd om het overlijden te verwerken.
Mobiliseer het sociale netwerk van de nabestaanden.
Benadruk dat allerlei reacties die 'vreemd' zijn voor de nabestaanden normaal zijn (bijvoorbeeld het nog voelen en/of zien van de overledene).




Slide 25 - Tekstslide

Door te rouwen verwerkt een nabestaande het verlies en krijgt het een plaats in zijn leven.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Het rouwproces begint soms al voordat de zieke is overleden.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Uitgestelde rouw is een vorm van gecompliceerde rouw.

A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Gecompliceerde rouw kan leiden tot depressie.

A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

CASUS
Soms gebeurt het dat een nabestaande blijft praten met de overledene.

Hoe ga je als verzorgende daarmee om? Houd er daarbij rekening mee hoelang het geleden is dat de dierbare is overleden.

Slide 30 - Tekstslide

CASUS
Is de dierbare nog maar kort geleden overleden, dan kun je dit respecteren. Als het overlijden al langer geleden heeft plaatsgevonden, dan kun je het benoemen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Ik merk dat u uw dierbare nog niet kunt loslaten.' Je kunt uitleggen dat er sprake kan zijn van gecompliceerde rouw en dat de nabestaande daarbij hulp kan krijgen.

Slide 31 - Tekstslide

CASUS
Waarom is het nodig om het verdriet van het verlies van een dierbare steeds opnieuw door te maken?

Slide 32 - Tekstslide

CASUS
Als een nabestaande het verdriet van het verlies van een dierbare steeds opnieuw beleeft,dan lijkt het bij elke volgende beleving minder heftig te zijn. Op den duur lukt het de nabestaande dan om aan de overledene te denken zonder dat hij direct emotioneel wordt.

Slide 33 - Tekstslide

De nabestaande heeft geen emotionele rouwreacties, maar krijgt fysieke klachten.
A
normale rouw
B
gecompliceerde rouw

Slide 34 - Quizvraag

De rouwreacties van de nabestaande komen kort na het overlijden op gang.
A
normale rouw
B
gecompliceerde rouw

Slide 35 - Quizvraag

Emoties en gedachten die met de overledene te maken hebben worden sterk onderdrukt.
A
normale rouw
B
gecompliceerde rouw

Slide 36 - Quizvraag


Er is zo veel angst en paniek bij de nabestaande dat hij niet aan rouwen toekomt.
A
normale rouw
B
gecompliceerde rouw

Slide 37 - Quizvraag

Na verloop van tijd nemen de rouwreacties af en wordt de nabestaande minder somber.
A
normale rouw
B
gecompliceerde rouw

Slide 38 - Quizvraag

Rouwreacties worden onderdrukt om bijvoorbeeld andere nabestaanden in een gezin te ontzien.
A
normale rouw
B
gecompliceerde rouw

Slide 39 - Quizvraag