A1b 19 sep Bijwoordelijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling
Grammatica
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijwoordelijke bepaling
Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren deze les?
Aan het einde van deze les kunnen jullie de bijwoordelijke bepaling vinden in een zin.
Aan het einde van les kennen jullie het verschil tussen zelfstandige en hulpwerkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Samen ontleden
De lerares Frans stuurde haar leerlingen via de elektronische leeromgeving een bericht over de repetitie.

Slide 3 - Tekstslide

Er blijven nog zinsdelen over...
dit zijn bijwoordelijke bepalingen

Slide 4 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Zinsdelen die antwoord geven op waar, wanneer, waardoor, waarmee, waarnaar, hoe, hoeveel

Slide 5 - Tekstslide

Morgen gaan we naar de film. (wanneer?)
Mijn nichtje speelt in de tuin. (waar?)
Ze gaan naar Corsica. (waarheen?)
Hij gaat niet naar school omdat hij ziek is. (waarom?)
We gaan met de trein naar Kopenhagen. (hoe?)
Die jas kostte 150 euro. (hoeveel?)

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
Zij kan mooi pianospelen.
In het weekend moet ik werken.
Ik ga graag kamperen in Luxemburg.
Hij wacht op mij in het park.
Gisteren ben ik naar een feestje geweest.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig / hulpwerkwoord
Waar denken jullie dat dit over gaat?

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoord
Zelfstandig werkwoord
Hulpwerkwoord
Geeft aan wat er wordt gedaan in de zin.
Altijd maar één in de zin.
Belangrijkste werkwoord in de zin.
Ondersteunt het zelfstandig werkwoord. 
Geeft geen handeling aan. 

Slide 9 - Tekstslide

Hulpwerkwoord of zelfstandigwerkwoord?

Maurits heeft zijn vriendinnetjes een dikke kus gegeven.
Zij heeft dit boek over Poolse steden vertaald.
De wiskundeleraar kan de moeilijkste problemen uitstekend uitleggen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat weten jullie nu?
Jullie weten nu waar je de bijwoordelijke bepaling vinden in een zin.
Nu weten jullie jullie het verschil tussen zelfstandige en hulpwerkwoorden.

Slide 11 - Tekstslide