criminaliteit de finale Check

Criminaliteit: de finale check
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit: de finale check

Slide 1 - Tekstslide

In sommige gevallen laat de politie beelden en het gezicht zien van verdachten
of daders.
Dit gebeurt bijvoorbeeld in het programma Opsporing verzocht.

A
Om mensen voor deze personen te waarschuwen
B
Als onderdeel van de straf die ze krijgen.
C
Om tips te krijgen over deze verdachten of daders.
D
Omdat veel mensen kijken naar dit soort programma's.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een goede definitie voor het woord "asociaal'?
A
Voordringen bij de kassa
B
Geen rekeningen houden met anderen.
C
Antwoorden voorzeggen tijdens een toets.
D
De allerhoogste status die je kan krijgen.

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar ?
Overtredingen zijn net zo erg als misdrijven.
Waar
Niet waar

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is een goede omschrijving van het woord criminaliteit?
A
Alle overtredingen en misdrijven samen.
B
Het is het enkelvoud van het woord crimineel.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Alles wat wij als samenleving niet goed vinden.

Slide 5 - Quizvraag

Wie spreekt het vonnis uit tijdens een rechtzaak?
A
Rechter
B
Advocaat
C
Officier van Justitie
D
Getuigen

Slide 6 - Quizvraag

Rijden onder invloed is een....
KLik
Klik hier
A
Overtreding
B
Strafbaar feit
C
Delict
D
Talent

Slide 7 - Quizvraag

Wie is de minister van Justitie en Veiligheid?
Klik
Klik hier
A
Minister Dekker
B
Mark Rutte
C
Minister Grapperhaus
D
Willem Alexander

Slide 8 - Quizvraag

Je bent verdacht als:
A
De rechter je een straf heeft gegeven.
B
De politie denkt dat jij iets hebt gedaan en dat onderzoekt.
C
Kranten schrijven dat jij iets hebt gedaan.
D
Je moet getuigen in de rechtzaal.

Slide 9 - Quizvraag

De politie mag altijd je huis doorzoeken.
Waar
Niet waar

Slide 10 - Sleepvraag

De politie mag je altijd fouilleren.
Niet waar
Waar

Slide 11 - Sleepvraag

Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Officier van Justitie
B
Advocaat
C
Politie
D
Rechter

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin alle straffen beschreven staan
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen.
D
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt door de rechter en welke straf hij heeft gekregen

Slide 13 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd kun je een strafblad krijgen?
A
11 Jaar
B
12 jaar
C
14 jaar
D
13 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?

Slide 15 - Open vraag

Welke van de onderstaande antwoorden is een overtreding?
A
Zwart rijden
B
Diefstal
C
Mishandeling
D
inbraak

Slide 16 - Quizvraag

In welke wet staat dat drugs verboden zijn?
A
Opiumwet
B
Anti-drugswet
C
Wietwet
D
Wet op de restrictie van het gebruik van verdovende middelen (WRVM).

Slide 17 - Quizvraag

Een taakstraf is een hoofdstraf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Soms veroordeelt een rechter iemand die een geestelijke afwijking heeft. De
veroordeelde krijgt dan een speciale medische behandeling in een
gevangenis/kliniek.
A
TBC
B
TBV
C
TBS
D
TBH

Slide 19 - Quizvraag

De langste straf die je in Nederland kunt krijgen is levenslang.
NIet waar
Waar

Slide 20 - Sleepvraag

Wanneer weigert een gemeente om een VOG af te geven aan een persoon?
A
Als hij pas twee jaar in Nederland woont
B
Als hij geen schooldiploma's heeft.
C
Als hij teveel bekeuringen niet betaald heeft
D
Als hij een strafblad heeft.

Slide 21 - Quizvraag

Bureau Halt is vooral  voor mensen die op jonge leeftijd en voor het eerst
met de politie en justitie in aanraking komen. Je krijgt dan een taakstaf.
Waar
Niet waar

Slide 22 - Sleepvraag

Geldboetes krijg je meestal als....
A
de politie het te druk heeft om je mee te nemen naar het politiebureau
B
het de eerste keer is dat je wordt opgepakt.
C
het om overtreding gaat
D
je minderjarig bent.

Slide 23 - Quizvraag

Als je een strafbaar feit pleegt noemen we dat een....
A
overtreding
B
Delict
C
Dilemma
D
Vonnis

Slide 24 - Quizvraag

Is criminaliteit een maatschappelijk probleem?
A
Ja, veel mensen hebben er iets mee te maken en er zijn veel meningen over. daarnaast bemoeit de politiek zich ermee.
B
Nee, Alleen voor daders, slachtoffers en de politie.
C
Ja, omdat het in elke samenleving voorkomt.
D
Nee, Er zijn veel belangrijkere problemen zoals armoede en milieuvervuiling.

Slide 25 - Quizvraag

Is fraude een vorm van criminaliteit?
Ja
Nee

Slide 26 - Sleepvraag

Een rechtsstaat is een land waar:

A
de rechten van verdachten en gevangenen in wetten geregeld zijn.
B
de rechters de rechten van gevangenen en verdachten bepalen
C
de politie zich niet aan de wet hoeft te houden.
D
de rechters de belangrijkste beslissingen nemen.

Slide 27 - Quizvraag

Wat weet jij over de aanklacht?
De ... leest de aanklacht voor.

Slide 28 - Open vraag

Wat weet jij over de aanklacht?
De aanklacht is gericht tegen de ...

Slide 29 - Open vraag

Noem twee theorien met betrekking tot de vraag hoe mensen crimineel worden

Slide 30 - Open vraag

Repressie om criminaliteit te bestrijden hoort bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen

Slide 31 - Quizvraag

Preventie om criminaliteit te bestrijden hoort vooral bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen

Slide 32 - Quizvraag

Als een rechter een vonnis uitspreekt kan hij
A
Alleen een hoofdstraf geven
B
Alleen een bijkomende straf geven
C
Alleen een maatregel nemen
D
Een hoofdstraf geven in combinatie met bijkomende straf en/of maatregel

Slide 33 - Quizvraag