7/10 schrijven, zakelijke e-mail

zakelijke e-mail
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lesdoel
  • Lezen
  • Terugblik
  • Instructie- zelfstandig in stilte werken 
  • Verlengde instructie - in stilte werken 
  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:

  • kan ik benoemen hoe zakelijke e-mail is opgebouwd;
  • heb je geoefend met het schrijven van een zakelijke e-mail.

Blauw = kennen = kennis = leren
Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
In stilte lezen uit het door jouw gekozen boek op niveau.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een ding op die je
de vorige les hebt geleerd.
(lesstof en begrip + uitleg of volledige taalregel)

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de vijf aandachtspunten bij woordgebruik

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe lesstof
(of toch herhaling?)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
afsluiting
kern
inleiding
aanhef
slot

Slide 9 - Sleepvraag

Voorkennis toetsen.
Wat is het verschil tussen mail en brief?
A
Geen verschil
B
Toon in brief is formeler
C
De indeling is anders
D
Toon in mail is formeler

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn ook overeenkomsten. Hoe begin je een formele mail en brief?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft de zakelijke brief of mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte heer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte Wouters,

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft de zakelijke brief of mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft een klacht aan de Hema. Wat is jouw inleidende zin?
A
Om die reden wil ik u vragen mijn geld terug te storten
B
Ik dank u vast hartelijk voor uw medewerking
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Ik schrijf deze brief vanwege een defect horloge.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft een klacht aan de Hema. Wat is jouw middenstuk?
A
Om die reden wil ik u vragen mijn geld terug te storten
B
Ik dank u vast hartelijk voor uw medewerking
C
Het horloge doet het niet en is beschadigd.
D
Ik schrijf deze brief vanwege een defect horloge.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft een klacht aan de Hema. Wat is jouw afsluitende zin?
A
Om die reden wil ik u vragen mijn geld terug te storten.
B
Ik dank u vast hartelijk voor uw medewerking.
C
Geachte heer/ mevrouw,
D
Ik schrijf deze brief vanwege een defect horloge.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geachte meneer/mevrouw,
A
Juiste aanhef voor een zakelijke mail
B
Onjuiste aanhef voor een zakelijke mail

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de aanhef....
A
Komt een komma en een witte regel
B
Begin je met de eerste zin
C
Komt een komma en erachter de 1e zin
D
geen komma, erna wel een witte regel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met Vriendelijke Groet,
A
Juiste afsluiting van een zakelijke mail
B
Onjuiste afsluiting van een zakelijk mail

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderwerpregel is goed:
A
Betreft: Klacht
B
Betreft: klacht
C
Betreft: klacht over de verkoper op 10 oktober
D
Betreft: klacht klantvriendelijkheid

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang houdt in dat je een logisch verhaal schrijft met een inleiding, kern en slot.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief mag ik op het examen best schrijffouten maken. Het is persoonlijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je alinea's (witregels) maken?
A
Dat wil de overheid
B
Dan lijkt het meer tekst.
C
Voor de leesbaarheid.
D
Om te informeren.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je mag afkortingen gebruiken in een zakelijke brief, zoals bijv. m.v.g. n.v.t. etc.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beste MediaMarkt,
Ik ben heel erg boos. (Verbeter deze 2 zinnen)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke brief

(1) afzender
(2) geadresseerde
(3) onderwerp
(4) plaats + datum
(5) aanhef
(6) inleiding, kern, slot
(7) afsluiting + handtekening
Zakelijke e-mail

(1) van: ... (e-mailadres)
(2) aan: ... (e-mailadres)
(3) onderwerp

(4) aanhef
(5) inleiding, kern, slot
(6) afsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Kern
Slot
je vertelt waarom je de brief of e-mail schrijft (aanleiding)
je geeft de informatie die nodig is of legt uit wat je precies wilt weten (5W1H-vragen)
je herhaalt kort wat je van de lezer verwacht en bedankt voor de moeite/aandacht
De kern kan meerdere alinea's hebben. 
Maak voor elk deelonderwerp één alinea!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aanhef
Naam begint met een hoofdletter:
Mevrouw Hooi
Mevrouw S. van Hooi
Mevrouw Van Hooi
Mevrouw Van de Hooi

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerste alinea - begint nooit met 'ik'

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kern - de inhoud verdeelt over de alinea's per deelonderwerp

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slot met verwachting van de ontvanger

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slotgroet --- GEEN ruimte voor handtekening
Met vriendelijke groet,
Lotte de Vries

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tutoyeren niet, maar gebruik u (en heer of mevrouw)


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk voor deze les + huiswerk: 
    Pak je VIP en noteer:
    • Je gaat een e-mail naar mij sturen over het vak Nederlands (zie opdracht in Magister en je levert het ook via magister in)
    • Je mag zelf bedenken waarover, zolang het maar een zakelijk onderwerp is en je kan er tenminste twee deelonderwerpen in verwerken (dus vier alinea's in totaal).
    • In Word
    Klaar = werken aan openstaand werk voor de huiswerkcontrole van donderdag

    Wat niet af is = huiswerk
    Stel de volgende les vragen over dingen die je na het nakijken niet begreep!

    Slide 35 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Lesdoel:
    Aan het einde van deze les:

    • kan ik benoemen hoe zakelijke e-mail is opgebouwd;
    • heb je geoefend met het schrijven van een zakelijke e-mail.

    Blauw = kennen = kennis = leren
    Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

    Slide 36 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    1
    2
    3
    4
    5
    afsluiting
    kern
    inleiding
    aanhef
    slot

    Slide 37 - Sleepvraag

    Voorkennis toetsen.
    Ik kan (weer) benoemen hoe zakelijke e-mail is opgebouwd.



    😒🙁😐🙂😃

    Slide 38 - Poll

    Deze slide heeft geen instructies

    Reflectie:
    Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
    Wat kan nog iets beter? Wat ga je daarvoor doen?

    Slide 39 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Feedback
    Wat vond je fijn/goed aan deze les?
    Wat zou je liever anders zien?

    Slide 40 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies