Jargon en Taalregister: Begrijp de Taal van Professionals

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jargon en Taalregister


Taal en beleving

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun jij in eigen woorden uitleggen wat jargon en taalregister zijn en kan jij voorbeelden geven.

Slide 4 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en maak ze bekend aan de studenten.
Wat weet jij al over jargon en taalregister?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Jargon?
Jargon is vaktaal die door sprekers van een bepaalde groep wordt gebruikt. Het zijn woorden en uitdrukkingen die alleen binnen deze bepaalde groep mensen bekend zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden van jargon te noemen die ze kennen.
Voorbeelden van jargon horeca
Voorbeelden van jargon zijn bijvoorbeeld:
  • mise-en-place (voorbereiding van een maaltijd)
  • mastiek (voorbereidende werkzaamheden)
  • runners (personen die uitserveren)
  • debarrasseren (afruimen tafel)

Slide 7 - Tekstslide

Vraag de studenten om meer voorbeelden van jargon te noemen en bespreek ze samen.
Wat is taalregister?
Taalregister is het gebruik van taal dat past bij een bepaalde situatie, context of sprekersgroep. 

Het gaat om de woordkeuze, zinsopbouw en toon die je gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden van situaties te noemen waarin je een ander taalregister zou gebruiken.
Voorbeelden van taalregister
Voorbeelden van taalregister in de horeca zijn bijvoorbeeld het praten in verleden tijd of het gebruik van verkleinwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag de studenten om meer voorbeelden van taalregister te noemen en bespreek ze samen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Belang van jargon en taalregister
Jargon en taalregister zijn belangrijk omdat ze ervoor zorgen dat je effectief kunt communiceren.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf het belang van jargon en taalregister en vraag de studenten om voorbeelden te geven waarin misverstanden zijn ontstaan.
Taalregister
Door middel van taalregister kun je jezelf onderscheiden of juist laten zien dat je tot een bepaalde sprekersgroep behoort

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jargon
het gebruik van (vak) jargon kan een gevoel van deskundigheid oproepen of bijdragen aan overtuigingskracht.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van DAT naar CAT
DAT = dagelijks algemeen taalgebruik
CAT=cognitief academisch taalgebruik 

Voorbeelden:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van DAT naar CAT voorbeelden
Het wordt warmer (DAT) > De temperatuur stijgt (CAT).

Kijk, ze bewegen. Ze plakken aan elkaar, maar duwen elkaar ook weg (DAT) > 

Magnetische aantrekking treedt op tussen ijzerhoudende metalen (CAT) 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden 
Een fitnessruimte leek ons ook een leuke plek om stress er uit te laten. (DAT)

Een fitnessruimte is een plaats/biedt ruimte om te "ontstressen".  (CAT)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal en beleving
  • verkleinwoorden
  • vaktaal (jargon)
  • verleden tijd

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 

1. Maak een woordwebje met  jargon en vaktaal dat past binnen jouw beroep. 

2. Herschrijf de tekst. Maak er een professionele tekst van. 


Maken opdracht Nederlands lesplanner zie Teams

Maken opdrachten 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies