Deurwaarders Module 2 Wet vBVV. Verdieping en BVV-berekening

Inhoud en werkwijze van de e-learning:
"Module 2.Wet vereenvoudiging beslagvrije voet"

In deze e-learning kan je zelf de verschillende onderdelen volgen. 
                  = een slide voor- of achteruit.             =  terug naar het slideoverzicht

We beginnen met de voorkennis uit module 1 en hoe module 2 daar op aansluit. Welke vragen heb je op dit moment? Daarna gaan we verschillende onderdelen uitdiepen die voor jullie dagelijkse praktijk relevant zijn.  Tussendoor krijg je weer verschillende oefeningen. Houd de volgorde van de slides aan. Heb je een vraag? Zet die dan in de chat!

Aan het eind ga je naar de digitale klas terug en maak je een korte toets met meerkeuze- en sleepvragen, zodat je kunt controleren of je alles begrepen hebt. Deze e-learning mag je daarbij gebruiken en zo nodig voorziet de docent je antwoorden van individuele feedback.

Succes!




1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wet vBVVBeroepsopleiding

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Inhoud en werkwijze van de e-learning:
"Module 2.Wet vereenvoudiging beslagvrije voet"

In deze e-learning kan je zelf de verschillende onderdelen volgen. 
                  = een slide voor- of achteruit.             =  terug naar het slideoverzicht

We beginnen met de voorkennis uit module 1 en hoe module 2 daar op aansluit. Welke vragen heb je op dit moment? Daarna gaan we verschillende onderdelen uitdiepen die voor jullie dagelijkse praktijk relevant zijn.  Tussendoor krijg je weer verschillende oefeningen. Houd de volgorde van de slides aan. Heb je een vraag? Zet die dan in de chat!

Aan het eind ga je naar de digitale klas terug en maak je een korte toets met meerkeuze- en sleepvragen, zodat je kunt controleren of je alles begrepen hebt. Deze e-learning mag je daarbij gebruiken en zo nodig voorziet de docent je antwoorden van individuele feedback.

Succes!




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan uitleggen welk effect een aanpassing in leefsituatie heeft op de BVV
  2. Je kunt uitleggen waarmee de basis BVV kan   worden verhoogd en verlaagd
  3. Je kan uitleg geven over herberekening van de   BVV en het overgangsrecht
  4. Je kan betrokkenen uitleggen hoe ze aanpassing   van de vastgestelde BVV kunnen verzoeken en   welke rechtsmiddelen er zijn



Slide 2 - Tekstslide

We beginnen met het activeren van je voorkennis uit module 1
In de volgende slide kijk je een video over de vereenvoudigde BVV. Deze is gebaseerd op de KBvG infographic. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

In de volgende video krijg je uitleg van de KBvG over de algemene werking van de rekenmodule.
Bron van de video: https://vimeo.com/484540187/ddeb329a47 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voorbeelden voor de praktijk
In de volgende slides geven we je 4 voorbeelden waarbij op basis van de leefsituatie en het belastbaar inkomen zonder veel extra informatie met de rekenmodule de BVV is te bepalen en dus ook eenvoudig uit te leggen aan betrokkenen. 

Slide 7 - Tekstslide

1. Alleenstaand, één netto-inkomen van € 1500 en geen bijzonderheden in het DBR en de Belastingdienst. 
Minimale BVV is 95% van SD-uitkering € 1078,70.
De basis BVV zit dus tussen € 1025 en € 1526,85.

Alleenstaand
Geen inhoudingen/VT
Geen ander inkomen
invoeren
Rekenmodule
vb. BVV € 1300
(de formule houdt al rekening met woon-kosten, toeslagen, premie ziektekosten
van een standaard-
debiteurklant)
Beslagexploot

Slide 8 - Tekstslide

2. Gehuwd of met partner, netto-inkomen van € 2050 en geen bijzonderheden in het DBR en de Belastingdienst. Partner zonder inkomen.
De basis BVV zit dus tussen € 1464 en € 2007,98.

Gehuwd
Geen inhoudingen/VT
Geen ander inkomen
invoeren
Rekenmodule
vb. BVV € 1750
(de formule houdt al rekening met woon-kosten, toeslagen, premie ziektekosten
van een standaard-
debiteurklant)
Beslagexploot
Minimale BVV is 95% van SD-uitkering € 1541.

Slide 9 - Tekstslide

3. Alleenstaand, één inkomen en geen beslagen in het DBR, maar volgens de Belastingdienst een toeslag van € 95 die wordt ingehouden.
Minimale BVV is 95% van SD-uitkering € 1078,70.
De basis BVV zit dus tussen € 1025 en € 1526,85.

Alleenstaand
Inhouding toeslag € 95
Geen ander inkomen
invoeren
Rekenmodule
 BVV € 1395
de rekenmodule verhoogt de vb. BVV van € 1300 met € 95

Beslagexploot

Slide 10 - Tekstslide

4. Alleenstaand, één inkomen en geen beslagen in het DBR, maar volgens de Belastingdienst een toeslag van € 95 die wordt ingehouden én er is een Voorlopige Teruggave IB van € 200
Minimale BVV is 95% van SD-uitkering € 1078,70.
De basis BVV zit dus tussen € 1117 en € 1526,85.

Alleenstaand
Inhouding toeslag € 95
VT van € 200
invoeren
Rekenmodule
 BVV € 1195
de rekenmodule verhoogt de vb. BVV van € 1300 met € 95 en verlaagt met € 200
Beslagexploot

Slide 11 - Tekstslide

De Wet vereenvoudiging BVV: voor de debiteurklant een eenvoudiger en duidelijker systeem om de BVV te bepalen. Voor ons als professionals heeft het zeker voordelen, maar het blijft nog best even opletten.

Het is daarom belangrijk om de vragen die je nu hebt over module 1 en de dingen die je nog lastig vindt, hieronder te noteren zodat we daar inzicht in krijgen voor de toepassingsopdrachten.

Slide 12 - Open vraag

Overzicht in vogelvlucht
  • - Leefsituaties
  • - Verhogen basis BVV
  • - Verlagen basis BVV 
  • - Herberekenen 
  • - Overgangsrecht 
  • - Rechtsmiddelen

Vooruitblik naar module 3: CDW en innen/verdelen.



Matthew Feeney on unsplash

Slide 13 - Tekstslide

Leefsituaties (1):

Echtgenoot/geregistreerd partner (zonder titel) heeft inkomen
Hoofdregel: heeft de echtgenoot/geregistreerd partner het hoogste inkomen, dan daar beslag op leggen als je daarmee de maximale afloscapaciteit benut of de vordering ineens af kan doen. 
Een  voorbeeld:

Slide 14 - Tekstslide

Leefsituaties (2):

Bewijslast
Voor de praktijk is belangrijk wie moet bewijzen of er sprake is van samenleving.
  
Hoofdregel is dat de debiteurklant als alleenstaand wordt beschouwd, tenzij er volgens de BRP sprake is van een echtgenoot of samenlevende partner met een gezamenlijke huishouding. Als uit de BRP blijkt dat debiteurklant alleenstaand is kunnen wij daarvan afwijken als de schuldenaar aantoont dat er toch een partner is.

Als wij uit eigen wetenschap uitgaan van een partner en de debiteurklant ontkent dat, dan ligt de bewijslast bij ons.




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leefsituaties (3): 

Verblijf in het buitenland/VOW/briefadres
Let op! Op nihil stellen van de BVV mag niet meer. Debiteur thuisloos (briefadres)/dakloos (VOW)/wonend in buitenland: dan 47,5% van de gehuwden bijstandsnorm en bij woonplaats in het buitenland: woonlandbeginsel (x factor maximaal 1). Er komt een Ministeriële regeling met een tabel van de woonlandfactor per land. Deze 47,5% is van toepassing totdat debiteur inzicht geeft in leefsituatie en inkomsten. Bijvoorbeeld aantonen vast verblijf bij opvang Leger des Heils. Let wel op dat debiteuren met een daklozen-uitkering 20% minder uitkering krijgen (omdat ze geen woonkosten hebben) en daardoor onder de BVV uitkomen: bij hen geldt dan dat voor beslag vatbaar is: 5% van het netto-inkomen, dus ongeveer € 35,00. 


In de video is uitgelegd dat het maximum van de woonlandfactor is ingesteld omdat anders zou de afloscapaciteit verminderd zou kunnen worden door in het buitenland te gaan wonen.
De (coördinerend) deurwaarder moet een verzoek beoordelen en niet meer de kantonrechter zoals in het huidige recht!!

Slide 17 - Tekstslide

Leefsituaties update 

Verblijf in het buitenland
Update 21-12-21:  
Volgens de KBvG is de woonlandfactor OOK van toepassing als je de 47,% van de gehuwdennorm toepast bij een DK met een bekend adres in het buitenland, zonder dat de leefsituatie of inkomsten zijn opgegeven. Dat komt omdat we in het buitenland niet de BRP kunnen opvragen.


Ook de kantonrechter Amsterdam 24-6-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4604 heeft de woonlandfactor toepast op de 47,5%-norm. Daarbij was wel uitdrukkelijk gevraagd om inzicht in leefsituatie en inkomsten, maar niet gegeven door de DK.

Slide 18 - Tekstslide

Leefsituaties (4):

Verblijvend in een inrichting
De berekening van de BVV is een drie-trapraket die je bij elkaar optelt:
1. prijs voor verzorging/verpleging = eigen bijdrage AWBZ (aanleveren door de debiteurklant)
2. twee-derde deel van het zak- en kleedgeld volgens de bijstandsnorm (zie artikel 23 lid 1 Participatiewet voor de bedragen)
3. vast bedrag voor premie Zorgverzekeringswet (zie artikel 23 lid 1 Participatiewet voor de bedragen)
Dat ziet er voor 2020 dan zo uit:

BVV = € 376,55
120
240
BVV = € 661,73

Slide 19 - Tekstslide

Leefsituaties (5):

Kostendelersnorm bij groep 3
Een korte uitleg, omdat het begrip kostendeler wel bekend moet zijn voor het geven van uitleg.

Inwonende volwassenen zijn kostendelers, maar niet als het een jongere van 18,19 of 20 jaar is.
Studenten die studiefinanciering krijgen of leerlingen die een bepaalde beroepsleerweg volgen of een tegemoetkoming in onderwijsbijdrage en schoolkosten krijgen, zijn geen kostendelers. 

Op uitkeringsgerechtigden met een kostendeler is de 5% regeling van toepassing (groep 3). Volgens de huidige regeling valt niets onder beslag omdat de uitkering verlaagd is met de kostendelersnorm (een inwonende volwassene die kan bijdragen in de kosten), maar volgens de nieuwe regeling valt altijd 5% van het (verlaagde) netto maandelijkse inkomen onder het beslag.

Slide 20 - Tekstslide

Verhoging van de BVV (1):

Tijdelijke verhoging met woonkosten
Alleen debiteuren uit groep 1 ( de groep met een inkomen boven het belastbaar jaar norminkomen en dus een vaste BVV kunnen een TIJDELIJKE verhoging van de basis-BVV vragen. Informatie die wij dan van debiteur nodig hebben: de woonkosten.

Wat zijn de woonkosten: Bij huur is dat de huurprijs. Bij een eigen woning de hypotheekrente, erfpacht en de overige kosten zoals een VVE bijdrage
(aan deze kosten zit een maximum van ten hoogste 0,057% van de WOZ-waarde).  

Periode: Dit kan voor maximaal 6 maanden. Debiteurklant kan alleen verlenging vragen met maximaal 6 maanden als daarin de hele vordering kan worden voldaan met het beslag. Kan dat niet, dan rest de debiteur niets anders dan een beroep bij de kantonrechter op de hardheidsclausule, maar die wordt zeer beperkt toegepast.


Slide 21 - Tekstslide

Verhoging van de BVV (2):

Fictieve huurtoeslag voor huiseigenaren.
Deze geldt alleen voor debiteuren in groep 2 omdat bij hen de hoogte van de huurtoeslag van belang is voor de BVV. Door te verzoeken om deze fictieve huurtoeslag kan de huiseigenaar (die immers geen huurtoeslag kan krijgen) op gelijke voet komen met de huurder die wel huurtoeslag kan krijgen. Hoe gaat dat dan? In twee stappen:

1. Kijk naar het belastbaar jaarinkomen en bereken met de woonkosten volgens de rekentool de verhoging van de BVV die past bij het recht op huurtoeslag van dat inkomen als het een huurder zou zijn.

2. Verminder die verhoogde BVV met de Voorlopige Teruggave inkomstenbelasting

Slide 22 - Tekstslide

Verlaging van de BVV (1):
Loonheffing privégebruik van de lease auto.
Dit geldt zowel voor de auto van debiteur als van de partner want die wordt door de fiscus als loon aangemerkt. Debiteur heeft de tijd tot de eerstvolgende 1 januari ná een gelegd beslag om die leasebijtelling te beëindigen. Heeft hij dat niet gedaan, dan breng je die lease bijtelling vanaf dat moment in mindering op de BVV en valt er dus maandelijks meer onder het beslag. Dit kan alleen als we een loonstrook hebben of als dat in de verklaring derdenbeslag is ingevuld.

In het Besluit verklaring derdenbeslag van 
13 oktober 2020 is die mogelijkheid daarom aan 
het verklaringsformulier toegevoegd.
Hiernaast zie je hoe dat er uit ziet.


Slide 23 - Tekstslide

Verlagen BVV (2):

Verlagen met andere periodieke inkomsten waar geen BVV voor geldt?
Nee, de BVV mag je niet verlagen met zogenoemde weerkerende inkomsten, denk aan de ZZP-er of inkomsten uit huur of royalties.

Als het gaat om zo’n periodieke uitkering zonder BVV, kan de debiteur aan ons verzoeken om daar een BVV toe te passen als hij aantoont dat dit de enige inkomsten zijn voor het levensonderhoud. Komen we er met de debiteur niet uit, dan kan die aan de kantonrechter verzoeken om een BVV toe te passen.

Let op! Als op weerkerende inkomsten een BVV wordt toegepast en er zijn ook andere periodieke inkomsten beslagen waar een BVV voor geldt, dan is er samenloop en moet de BVV omgeslagen worden naar rato van de vorderingen!

Slide 24 - Tekstslide

Herberekening van de BVV

In de korte video in de volgende slide legt mr. Masha Cazemier van de KBvG de hoofdlijn uit van de herberekening van de BVV en de termijn van debiteurklant om daarop te reageren.




Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bestuursregel Beslag op vorderingen van de KBvG
Artikel 3: BVV in het beslagexploot.
De Bestuursregel bepaalt dat de beslagvrije voet in het beslagexploot moet staan, zoals nu ook het geval is.
Dat is het geval als we de eerste beslaglegger zijn of als we door een cumulatief beslag de coördinerende deurwaarder worden. Als er al een eerdere beslaglegger is op dat inkomen die CDW is, verwijzen we in het exploot voor de BVV naar de eerste beslaglegger. Bij derdenbeslag wordt de derde verwezen naar de website www.uwbeslagvrijevoet.nl/informatievoorderdebeslagenen


Artikel 4: Modelmededeling en toelichtende brief.
Als wij de eerste beslaglegger zijn of de CDW worden, doen we de modelmededeling en een toelichtende brief bij de overbetekening aan de debiteurklant. Zowel de tekst van de modelmededeling als de toelichtende brief is voorgeschreven. Ook als we de BVV herberekend hebben krijgt de debiteurklant een modelmededeling en de toelichtende brief. Voor debiteurklant staat informatie op www.syncasso.nl/beslagvrijevoet, op www.uwbeslagvrijevoet.nl en www.schuldenwijzer.nl.

Slide 27 - Tekstslide

Drie situaties bij herberekening:

 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Let op: Het onjuist berekenen van de beslagvrije voet met de
           juiste gegevens leidt wel tot terugwerkende kracht. 

Slide 30 - Tekstslide

Intermezzo...
Voordat je de laatste onderwerpen gaat leren, oefen je eerst nog even met de kennis die je inmiddels in deze module hebt opgedaan.

Je werkt daarmee aan je leerdoelen over de leefsituaties, het verhogen en verlagen van de BVV en het herberekenen.

Slide 31 - Tekstslide

Debiteurklant vraagt aan je waar hij zijn BVV die op het modelformulier staat, online kan narekenen?
A
www.beslagvrij.nl
B
www.sng.nl
C
www.uwbeslagvrijevoet.nl
D
www.voorderdebeslagenen.nl

Slide 32 - Quizvraag

Volgens de woonbegeleidster van Yasmine moeten wij ook rekening houden met haar ziektekosten, die moest zij voorheen toch opgeven om de beslagvrije voet te laten aanpassen? Ze stuurt alvast een overzicht van de kosten mee. Moeten we met die kosten rekening houden?
A
Ja
B
Nee, want die zijn al verwerkt in de rekenmodule
C
Nee, want die worden na de verklaring derdenbeslag pas aangepast
D
Ja, maar alleen de premie boven het nominale premiebedrag

Slide 33 - Quizvraag

Je komt met de overbetekening van een loonbeslag bij een groot huis aan. Op het naambordje staat P.I. loot. Ook zie je niets wat wijst op een partner of kinderen. Je schat in dat het bruto jaarinkomen minimaal € 80.000 is en dat er dus sprake is van de maximale basis BVV. Welke BVV zal in het loonbeslag staan als er verder geen bijzonderheden zijn?
A
€ 1526,85
B
€ 1426,85
C
€1626,85
D
€ 1326,85

Slide 34 - Quizvraag

Je spreekt debiteurklant. Hij geeft aan dat er iets niet klopt, want zijn BVV is veel te laag. Hij heeft namelijk een partner en wij hebben in de modelmededeling staan dat hij alleenstaand is. Hij vraagt je wat hij het beste kan doen. Wat is je antwoord?
A
Een verzoek indienen bij de kantonrechter
B
Een executiegeschil starten
C
Inloggen met zijn DigiD bij het DBR en de leefsituatie aanpassen
D
Een verzoek indienen bij de deurwaarder om de leefsituatie aan te passen en de BVV te herberekenen, voorzien van bewijs

Slide 35 - Quizvraag

Aan de deur wordt je aangesproken door Anita. Ze klaagt er over dat ze een partner heeft terwijl er toch een lage BVV is vastgesteld. Ze houdt maandelijks veel te weinig over. Hoe kan dat?
A
We hanteren niet alleen de hogere partner BVV, maar we krijgen ook inzage in het inkomen van de partner; daarmee verlagen we de BVV
B
Dat ligt aan haar uitgavenpatroon
C
Bij partners wordt er in de rekenmodule gerekend met een fictief bedrag aan inkomsten waarmee de BVV wordt verlaagd
D
Dat kan niet. Dit is een fout en die moet hersteld worden.

Slide 36 - Quizvraag

Je collega stuurt een mailtje met het verzoek om advies. Het is 12 juni 2021 en ze heeft net iemand telefonisch gesproken bij wie sinds 2 januari 2021 een loonbeslag is gelegd en die toen in het buitenland woonde. Nu heeft ze weer een adres in Nederland. Waar moet debiteurklant inzicht in geven om een aangepaste BVV te krijgen?
A
In de leefsituatie
B
In de leefsituatie en de inkomsten
C
In de inkomsten
D
Er is geen extra informatie nodig

Slide 37 - Quizvraag

Hoeveel tijd krijgt de debiteurklant om bezwaar te maken tegen een vastgestelde BVV?
A
Twee weken
B
Drie weken
C
Vier weken
D
Een maand

Slide 38 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste groene vakken zodat het schema klopt. 
Controleer je antwoord met de gele controle knop.
Beslag
Max vier weken
Herberekening tot beslagdatum
Herberekening tot verzoekdatum

Slide 39 - Sleepvraag

Overgangsrecht
Bij beslagen die gelegd zijn vóór 1 januari 2021, 
geldt nog tot 1 januari 2022 de BVV oude stijl, daarna 
moet de BVV opnieuw zijn vastgesteld.

Als de deurwaarder of CDW bij beslagen van voor
1 januari 2021 in de loop van 2021 bekend raakt 
met feiten en omstandigheden van structurele wijzigingen 
in leefsituatie of belastbaar inkomen die de BVV verhogen.
Ook bij verzoek tijdelijke verhoging BVV op grond van woonlasten. 

Onder die feiten en omstandigheden valt NIET een cumulatief beslag dat na 1 januari 2021 dus op hetzelfde inkomen wordt gelegd. Let op! We volgen nu het standpunt van de KBvG, maar er is d.d. 
2 december 2020 nog discussie over.
Niet verplicht herberekenen in 2021. Dan wel halfjaarlijks nog de indexatie toepassen.
Herberekenen volgens de nieuwe regels. Niet meer halfjaarlijks de indexatie toepassen.

Slide 40 - Tekstslide

De hardheidsclausule.
Het feit dat een debiteur alleen de BVV over houdt en daardoor goed naar zijn uitgaven moet kijken, maakt niet dat hij daarvoor een beroep kan doen op deze clausule. Dus ook niet om bijvoorbeeld de tijdelijke verhoging van de BVV met de woonkosten langer te laten duren dan het maximum van een jaar.


Als we geen coulance op dit punt mogen toepassen, dan zal de debiteur daarvoor naar de kantonrechter moeten en aangeven dat de BVV onevenredig hard uitpakt, bijvoorbeeld bij hoge onvoorziene of uitzonderlijke kosten voor zorg of opleiding, tenzij daar uiteraard een vergoeding voor te krijgen is. Deze clausule zal ongetwijfeld leiden tot rechterlijke uitspraken.

Slide 41 - Tekstslide

Rechtsmiddelen (1). 
Het gaat om rechtsmiddelen tegen onjuist of niet toepassen BVV of tegen handelwijze van de 
coördinerend deurwaarder. Afhankelijk van het verzoek kan de debiteur of andere belanghebbende 
terecht bij de deurwaarder, de kantonrechter of de rechtbank. 



• Verzoek aanpassing van de BVV bij structurele wijzigingen of onjuiste berekening van de BVV 
• Verzoek toepassen BVV bij weerkerende inkomsten. Komen we er niet uit, dan kan debiteur
             kantonrechter.
• Verzoek toepassen BVV bij inkomsten van dak-, thuislozen en personen wonend in het buitenland. 
   Komen we er niet uit, dan debiteur           kantonrechter.





Bij de coördinerend deurwaarder:

Slide 42 - Tekstslide

Rechtsmiddelen (2). 
- Toepassen BVV bij weerkerende inkomsten 
- Toepassen BVV bij inkomsten van dak-, thuislozen en personen wonend in het buitenland
- Beroep op de hardheidsclausule



Indien debiteur er niet met de (coördinerend) deurwaarder uit komt en vindt dat bijvoorbeeld ten onrechte geen of een verkeerde BVV is toegepast, kan die een executiegeschil starten bij de rechter.
1. Zonder voorlopige voorziening: Bij de kantonrechter als die het vonnis heeft gewezen en in andere gevallen bij de rechtbank.
2. Met voorlopige voorziening (er is met spoed een tijdelijke maatregel nodig): bij de kantonrechter als Voorzieningenrechter als het gaat om vorderingen die naar hun aard uitsluitend door de kantonrechter worden behandeld (bijvoorbeeld huurzaken). De Voorzieningenrechter van de rechtbank is altijd bevoegd om zo’n voorziening te geven.

Bij de kantonrechter:
Executiegeschillen:

Slide 43 - Tekstslide

Vooruitblik naar module 3.
De verantwoordelijkheden van de coördinerend deurwaarder (CDW):
- vaststellen en herberekenen BVV
- communicatie over de BVV en over 
  het innen en verdelen
- juist innen en verdeling

In de volgende slide zie je het processchema CDW van de KBvG om te zien hoe module 3 aansluit op module 1 en 2 van de e-learning.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Afronding module 2
Door het volgen van deze module heb je gewerkt aan deze leerdoelen: 

- Je kan uitleggen welk effect een aanpassing in leefsituatie heeft op de BVV 
- Je kunt uitleggen waarmee de basis BVV kan worden verhoogd en verlaagd
- Je kan uitleg geven over herberekening van de BVV en het overgangsrecht 
- Je kan betrokkenen uitleggen hoe ze aanpassing van de vastgestelde BVV kunnen verzoeken en welke 
  rechtsmiddelen er zijn





Slide 46 - Tekstslide

Prima! Je hebt de hele e-learning gevolgd. Ga nu terug naar de digitale klas en maak de toets. Succes!

Slide 47 - Tekstslide