Klantteams Module 3 Wet vBVV. CDW-schap, innen en verdelen

Inhoud en werkwijze van de e-learning:
"Module 3.Wet vereenvoudiging beslagvrije voet"

In deze e-learning kan je zelf de verschillende onderdelen volgen. 
                  = een slide voor- of achteruit.             =  terug naar het slideoverzicht

We beginnen met een korte inventarisatie. Daarna zie je een uitlegvideo van de KBvG over de verantwoordelijkheden van de coördinerend deurwaarder (CDW) en gaan we in op de samenhang tussen module 1, 2 en 3. Daarna ga je verder met de taken van de CDW en verdeelzaken. In deze module bestudeer je telkens een onderdeel uit de reader en maakt er dan oefeningen mee. Houd de volgorde van de slides aan. 

Aan het eind ga je naar de digitale klas terug en maak je de korte toets met meerkeuze- en sleepvragen, zodat je kunt controleren of je alles begrepen hebt. Deze e-learning mag je daarbij gebruiken en zo nodig voorziet de docent je antwoorden van individuele feedback.

Succes!




1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wet vBVVBeroepsopleiding

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Inhoud en werkwijze van de e-learning:
"Module 3.Wet vereenvoudiging beslagvrije voet"

In deze e-learning kan je zelf de verschillende onderdelen volgen. 
                  = een slide voor- of achteruit.             =  terug naar het slideoverzicht

We beginnen met een korte inventarisatie. Daarna zie je een uitlegvideo van de KBvG over de verantwoordelijkheden van de coördinerend deurwaarder (CDW) en gaan we in op de samenhang tussen module 1, 2 en 3. Daarna ga je verder met de taken van de CDW en verdeelzaken. In deze module bestudeer je telkens een onderdeel uit de reader en maakt er dan oefeningen mee. Houd de volgorde van de slides aan. 

Aan het eind ga je naar de digitale klas terug en maak je de korte toets met meerkeuze- en sleepvragen, zodat je kunt controleren of je alles begrepen hebt. Deze e-learning mag je daarbij gebruiken en zo nodig voorziet de docent je antwoorden van individuele feedback.

Succes!




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan de verantwoordelijkheden van de coördinerend deurwaarder (CDW) benoemen
  2. Je kunt als CDW betrokkenen uitleg geven over de BVV en de inning en verdeling
  3. Je kan de nieuwe regels voor verdeelzaken toepassen in een casus 
  4. Je kan uitleggen welke regels gelden bij samenloop met overheidsvorderingen


Slide 2 - Tekstslide

In de volgende video krijg je uitleg van de KBvG over de taken van de coördinerend deurwaarder en het processchema CDW.
Bron van de video: https://vimeo.com/484540187/ddeb329a47 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

In dit processchema van de KBvG kan je goed de samenhang tussen module 1, 2 en 3 zien. 
Ook wanneer wij CDW zijn of worden. 
Klik op       voor meer uitleg. 
Uitleg en definitie
Coördinerend deurwaarder = de gerechtsdeurwaarder die op grond van artikel 478 Rv bevoegd is tot inning. Deze treedt op namens de beslaglegger en is inner, verdeler en contactpersoon.

Twee andere partijen kunnen ook CDW zijn en dus innen, verdelen en contactpersoon zijn (478 lid 2 Rv):

1. Een beslaglegger met een eerder zgn. vereenvoudigd beslag voor een preferente vordering. Denk aan LBIO, UWV of andere overheidsinstantie.

2. De overheid die een loonvordering instelt met preferentie op grond van art 19 Invorderingswet, ongeacht of het eerder of later beslag is.
In het DBR staan d.d. 13 december 2020 alleen beslagen van gerechtsdeurwaarders geregistreerd. Beslagen, verrekeningen of inhoudingen door de overheid vind je niet hier. De overheid gaat later aansluiten op het DBR en dat zal voor ons, debiteurklant en andere ketenpartners een grote verbetering zijn.
Met andere beslaglegger wordt hier een beslag bedoeld dat je niet terug kan zien in het DBR. Vandaar dat het in het schema blijkt uit (E)VOI. 
Heeft onze eigen vordering geen hogere preferentie dan zullen we meestal geen beslag leggen. 
De Belastingdienst geeft meestal geen informatie over de hoogte van de vordering, maar als hun vordering bijna voldaan is, zouden we beslag kunnen leggen. Daarna worden wij de CDW. Als er vóór de Bel Dienst al een andere beslaglegger was, dan melden we ons beslag vast aan bij die beslaglegger (provisionele indiening heet dat). 
Hier moeten we nog verder informatie gaan opvragen en beoordelen, want nu kunnen wij nog CDW worden, namelijk bij beslag op dat andere beslagobject.

Slide 5 - Tekstslide

Bij welk onderdeel in het processchema CDW hoort het voorbeeld? Sleep het cijfer dat bij een voorbeeld staat naar rechts naar het juiste onderdeel van het schema en controleer je antwoord.
Je ziet dat er door een andere deurwaarder beslag is gelegd
Het waterschap heeft eerder beslag gelegd voor een 
niet-preferente vordering
We worden CDW omdat onze CAK vordering een hogere preferentie heeft dan de vordering gemeentebelasting
We zijn geen CDW maar worden dat nadat het beslag van 
de belastingdienst klaar is. We houden dat in de gaten
De collega-deurwaarder heeft eerder voor een huur-
vordering op hetzelfde loon beslag gelegd en wij dienen bij hen onze vordering na beslag in ter verdeling 
Wij dienen na beslag onze vordering al vast in bij degene 
die na de preferente looninvordering de CDW zal worden
Controle in DBR op samenloop 
Het beslag van de andere beslaglegger/ invorderaar is niet preferent
Neem taken van de CDW over
Monitoring afloop preferent beslag
Indiening beslag bij CDW
Provisionele indiening bij beoogd CDW na afloop preferent beslag
1
3
4
5
6
7

Slide 6 - Sleepvraag

Overzicht in vogelvlucht
  • Verantwoordelijkheden CDW
  • BVV 
  • Communicatie
  • Verdeelzaken
  • Samenloop met overheidsvorderingen 

Slide 7 - Tekstslide

Verantwoordelijkheden CDW (deel1)
Hieronder zie je dat voor de beslagvrije voet.
Door te klikken op       zie je een voorbeeld.
h
Wij leggen beslag op een loon. Een collega deurwaarder legt er daarna beslag op. Wij bepalen dan de BVV. De collega zal de werkgever die een vraag heeft naar ons verwijzen.  
Marcel heeft een eenmanszaak in schilderwerken. Wij hebben beslag gelegd op zijn periodieke verdiensten. Dit is het enige wat hij ontvangt voor zijn levensonderhoud. Hij toont dat aan en verzoekt daarom alsnog een BVV toe te passen.
Sinds de vaststelling van de BVV is een jaar voorbij. De workflow heeft opnieuw de registers geraadpleegd om de BVV rekenmodule te gebruiken. Uit de info van de BD blijkt dat er inmiddels een inhouding is op de zorgtoeslag en dat wordt automatisch ingevuld in de rekenmodule waardoor de BVV hoger wordt. 
In de praktijk wil een overheidsinstantie nog wel eens zelf de BVV aanpassen. dat mag alleen als zij de CDW zijn. Zijn wij bijvoorbeeld de CDW dan is dat niet toegestaan.

Slide 8 - Tekstslide

Yasmara heeft als eenmanszaak een vertaalbureau. Wij hebben beslag gelegd onder haar vaste opdrachtgever waar zij periodiek door wordt betaald. Zij vraagt om een BVV toe te passen op dat beslag. Moet je iets doen als CDW met dit verzoek?

Nadat je je antwoord hebt bewaard, kan je klikken op "toon uitleg". Je ziet dan het antwoord op de vraag.

Slide 9 - Open vraag

Welk verzoek kan je als CDW krijgen van een debiteurklant die VOW is/een briefadres heeft of een adres in het buitenland?
A
Het verzoek om een BVV toe te passen
B
Het verzoek om de voor hen geldende BVV te herberekenen
C
Het verzoek om een woonlandfactor toe te passen
D
Het verzoek om nihil stelling van de BVV op te heffen

Slide 10 - Quizvraag

Update 25 juli 2024 n.a.v. een tuchtuitspraak: 
Rol coördinerend deurwaarder bij afgedragen gelden
Situatie: stel dat na het afdragen van geïnde gelden aan de collega-deurwaarder of aan onze opdrachtgever blijkt dat dit onterecht was. Bijvoorbeeld een bvv had toch hoger hoger moeten zijn. Dan hebben wij onterecht geld geïnd als coördinerend deurwaarder. We gaan er even vanuit dat we dat bij de afdracht redelijkerwijs niet konden weten en er ook geen fout is gemaakt door ons. Kortom: we hebben dat geld niet meer onder ons en debiteurklant moet het terugkrijgen.

Wat te doen? Neem als het dossier nog loopt eerst contact op met de collega-deurwaarder en vraag om terugbetaling. Lukt dat niet, verstrek debiteurklant dan duidelijk de benodigde gegevens van collega-deurwaarder of onze opdrachtgever aan wie ze het verzoek kunnen sturen.  

Uitleg: wij ontvangen dat geld onbevoegd namens onze collega-deurwaarder of namens onze opdrachtgever. Als we op dat moment geen rekening hoefden te houden met terugbetaling aan debiteurklant, zijn we niet meer verplicht om aan hem terug te betalen, maar moet de collega-deurwaarder of de opdrachtgever dat doen. Zie dit bericht op Viva van onze Legal-Compliance Officer Mark Getkate.

Slide 11 - Tekstslide

Hieronder volgen als herhaling nog de 3 slides met situaties voor herberekening van de BVV. Hiervoor zag je dat dit een belangrijk taak van de deurwaarder is als coördinerend beslaglegger. Daarna maak je de oefenvragen er over.

Slide 12 - Tekstslide

Drie situaties bij herberekening:

 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Let op: Het onjuist berekenen van de beslagvrije voet met de
           juiste gegevens leidt wel tot terugwerkende kracht. 

Slide 15 - Tekstslide

Je bent CDW en er zijn zes maanden verstreken sinds de vaststelling van de BVV volgens nieuw recht. Je ontvangt een verzoek van de debiteur-klant om de BVV aan te passen omdat zij vorige maand is getrouwd op huwelijkse voorwaarden. De bewijzen zitten er bij. Ze wonen op hetzelfde adres.
Wat doe je met dit verzoek?
A
Je bericht haar dat pas over een half jaar de BVV weer opnieuw vastgesteld moet worden
B
Je bericht haar dat alleen structurele wijzigingen in inkomen kunnen leiden tot aanpassing van de BVV
C
Je bericht haar dat we een herberekening gaan maken. Haar inkomen telt ook mee en het zal ingaan vanaf 6 maanden terug, namelijk binnen de jaartermijn volgens het tuchtrecht
D
Je gaat met dit nieuwe gegeven de BVV herberekenen. Haar inkomen telt ook mee en het zal ingaan vanaf de verzoekdatum

Slide 16 - Quizvraag

Wij zijn CDW en hebben bij de overbetekening op 5 maart 2021 de modelberekening BVV en de toelichting gedaan. Onze deurwaarder maakte een aantekening in het dossier via de app dat debiteur-klant het niet eens was met de BVV en heeft besproken dat die een verzoek tot aanpassing doet met bewijzen. Je ontvangt het onderbouwde verzoek op 30 maart 2021.
Stel dat de BVV verhoogd moet worden, met ingang van wanneer is dat dan?
A
5 maart 2021
B
30 maart 2021
C
De beslagdatum
D
2 april, namelijk vier weken na de overbetekening

Slide 17 - Quizvraag

Verantwoordelijkheden CDW (deel 2)
Hieronder zie je dat voor de communicatie. Maak daarna de oefenopgaven in de volgende slides.
            
Klik op      om te zien wat de Bestuursregel beslag op vorderingen van de KBvG daarover zegt 
Voordat een deurwaarder beslag legt, moet die een opportuniteitsafweging maken (artikel 2:1 Bestuursregel). We verstrekken niet meer informatie dan nodig is om te kunnen bepalen of een vordering binnen een redelijke termijn kan worden verhaald.
Collega deurwaarders kunnen daarom bij ons (als CDW) informeren voordat zij beslagleggen, bijv. naar informatie die niet uit DBR blijkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om inhoudingen, verrekeningen of vereenvoudigd derdenbeslag door overheidsinstanties. Wij moeten “terstond” antwoorden.
Als niet-deurwaarders bij ons informeren, mogen we volgens de Bestuursregel geen informatie verstrekken.

Slide 18 - Tekstslide

Op onze website vinden debiteur-klanten uiteraard informatie over de beslagvrije voet. Een uitlegvideo over de vBVV staat daar ook. Waar kan een debiteurklant of gemachtigde informatie verkrijgen én de BVV narekenen?
A
www.uwbeslagvrijevoet.nl voor informatie en om na te rekenen (het zogenoemde burgerportaal)
B
Op de site van de ombudsman
C
Op de site van alle schuldhulpverleners
D
www.kbvg.nl voor informatie

Slide 19 - Quizvraag

Een collega-deurwaarder wil beslag gaan leggen en de titel is betekend; de beveltermijn is verstreken. Hij heeft het DBR geraadpleegd en ziet ons als CDW staan. Kan hij van ons (als CDW) nog aanvullende informatie krijgen?
A
Ja, dat kan als dit niet in het DBR staat, maar wel van belang is om te bepalen of beslagleggen zinvol is. Het zogenoemde opportuniteitsbeginsel
B
Ja dat kan, wij mogen alle gegevens verstrekken omdat die deurwaarder gerechtigd is om beslag te leggen
C
Nee, alles wat nodig is staat in het DBR
D
Nee, want dat zou in strijd zijn met de AVG

Slide 20 - Quizvraag

Verantwoordelijkheden CDW (deel 3)
Hiernaast zie je dat voor de verdeelzaken.
Klik op      om te zien wat de Bestuursregel beslag op vorderingen van de KBvG daarover zegt. 

Je ziet dat bij verdeelzaken op zich niet veel verandert. Veel blijft gelijk. Let wel op de onderdelen in het overzicht met een rode pijl.

Vooral als er sprake is van samenloop met een lagere overheid of met een uitvoeringsinstantie (zoals de Belastingdienst, UWV, LBIO enz.) moet je opletten.
Volgens artikel 5:3 van de Bestuursregel kunnen we ook een provisionele aanmelding krijgen.
Doel is “warme overdracht” zodat de indiener niet steeds zijn termijn moet bewaken of het al mogelijk is om in te dienen en de nieuwe CDW kan meteen de juiste BVV en verdeling overnemen van de CDW. Provisioneel ingediende vorderingen moeten we vastleggen en bevestigen. In de praktijk zullen we vaak beslag hebben gelegd en wachten tot het latere preferente beslag is afgerond. In de tussentijd kan een collega deurwaarder alvast het beslag bij ons indienen. Deze kunnen we dan doorvoeren als verdeelzaak en die loopt verder als het preferent beslag is afgerond.

In de situatie dat er preferent beslag ligt dat bijna is afgerond en wij al vast beslag leggen, zijn wij niet de CDW. In dat geval hebben we geen verdeelzaak maar kan toch een vordering door een latere beslagger provisioneel bij ons worden ingediend. Dat is nieuw.

Paragraaf 3 Bestuursregel: Hoofdregel: beslagen leggen bij afzonderlijk exploot.
Controleer of de collega terecht afzonderlijke kosten rekent voor beslagexploten waarbij de deurwaarder ten laste van een beslagene gelijktijdig meerdere beslagen legt op dezelfde vorderingen. Als het gaat om één beslaglegger met beslag uit kracht van meerdere titels of meerdere beslagleggers met beslag uit kracht van één of meerdere gezamenlijke titels, dan moet dat bij één beslagexploot en dus ook maar 1x Btag beslagkosten.

Artikel 7 Bestuursregel
Artikel 5:1 en 5:2 Bestuursregel gaat over indienen ter verdeling.
Wij nemen een ingediend executoriaal beslag terstond op in de verdeling. Nieuw is  dat we ook  een invordering van inkomen of genomen verhaal zonder dwangbevel in de verdeling op moeten nemen. Dat kunnen dus ook overheidsinstanties zijn. 

Wij verstrekken zo spoedig mogelijk een verdeelsleutel aan de indiener en een toelichting op de manier van berekenen daarvan. In de toelichting wordt de hoogte van de inhoudingen ten behoeve van het ingediende beslag, vordering van inkomen of genomen verhaal zonder dwangbevel vermeld, alsmede de periode waarover die inhoudingen worden ontvangen. 
Artikel 8 Bestuursregel. Dit verwijst onder andere naar 477 lid 2 Rv: de gelden die de CDW ontvangt en die niet bestemd zijn om te worden afgedragen en verdeeld, betaalt de CDW aan de beslagene. Als er geen bankrekening bekend is noch had kunnen zijn, dan gaan de betalingen retour aan de inhoudingsplichtige.
Wij hebben het zo ingericht dat we de inning en verdeling voortzetten totdat alle ingediende vorderingen zijn voldaan. Dan zal een eventueel overschot worden verdeeld over de andere ingediende voderingen.
Artikel 8 Bestuursregel.

Slide 21 - Tekstslide

Wij zijn CDW en het UWV meldt zich vervolgens bij jou met een verzoek om in de verdeling te worden opgenomen omdat ze vereenvoudigd derdenbeslag hebben gelegd. Bijgevoegd is een afschrift van een beschikking met bewijs dat die is verzonden aan de derde.
Wat doe je?
A
Je neemt de vordering in de verdeling op
B
Je verzoekt om bewijs dat de derde de beschikking voor "gezien" heeft teruggestuurd
C
Je wijst het verzoek af, omdat overheidsinstanties niet kunnen meedelen
D
Je wijst het verzoek af omdat indiening bij deurwaarderexploot moet gebeuren

Slide 22 - Quizvraag

Je hebt als CDW de inning en verdeling overgenomen van de gemeente die eerst beslag had gelegd, want zij hebben een loonvordering zonder preferentie.
Nu krijg je van de werkgever te horen dat de gemeente een aanpassing van de BVV heeft doorgegeven. Wat doe je?
A
Je neemt die BVV over
B
Je vraagt bij de gemeente de berekening van de BVV op
C
Je geeft dat wij als CDW als enige de BVV mogen vaststellen. Als iets structureel is veranderd in leefsituatie of inkomsten, dan kan een verzoek tot aanpassing worden gedaan
D
De gemeente bepaalt de BVV want wij hebben ten onrechte het CDW-schap overgenomen

Slide 23 - Quizvraag

We zijn al een tijd CDW en een andere deurwaarder of overheidsinstantie meldt dat zij een beslag op een zorg- of huurtoeslag hebben gelegd en verzoekt om verdeling van de BVV naar rato. Doen we dat?
A
Ja, want een vordering van de overheid is altijd preferent
B
Ja, want er is sprake van beslag op een ander inkomen
C
Nee, verdeling naar rato komt niet voor in de Wet vBVV
D
Nee, want door ons eerdere beslag is de afloscapaciteit al gebruikt. Het toeslagbeslag is nietig

Slide 24 - Quizvraag

Uitwerking samenloop met een overheidsvordering met of zonder preferentie.

Hoofdregel: wij innen en verdelen als coördinerend deurwaarder, dus ook bij niet-preferente overheidsvorderingen zoals alimentatie van het LBIO en gemeentebelastingen.

Hieronder zie je de uitzonderingen beschreven. In het begin van deze module zag je dat ook in het rechterdeel van het processchema CDW van de KBvG. In de volgende slide kijk je een video waarin we  dit toelichten zodat duidelijk is wie de CDW is bij samenloop met een overheidsvordering.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Overzicht overheidspreferenties
Voor een overzicht van de overheidspreferenties klik je hier voor onze Sharepointpagina met algemene werkinstructies.

Daar klik je op je de afbeelding van de tegel die hiernaast is weergegeven. 




Slide 27 - Tekstslide

Inde volgende slides herhalen we kort de hardheidsclausule en de rechtsmiddelen. Goed om te weten bij het beantwoorden van de vragen die je als CDW krijgt van betrokkenen.

Slide 28 - Tekstslide

De hardheidsclausule.
Het feit dat een debiteur alleen de BVV over houdt en daardoor goed naar zijn uitgaven moet kijken, maakt niet dat hij daarvoor een beroep kan doen op deze clausule. Dus ook niet om bijvoorbeeld de tijdelijke verhoging van de BVV met de woonkosten langer te laten duren dan het maximum van een jaar.


Als we geen coulance op dit punt mogen toepassen, dan zal de debiteur daarvoor naar de kantonrechter moeten en aangeven dat de BVV onevenredig hard uitpakt, bijvoorbeeld bij hoge onvoorziene of uitzonderlijke kosten voor zorg of opleiding, tenzij daar uiteraard een vergoeding voor te krijgen is. Deze clausule zal ongetwijfeld leiden tot rechterlijke uitspraken.

Slide 29 - Tekstslide

Rechtsmiddelen (1). 
Het gaat om rechtsmiddelen tegen onjuist of niet toepassen BVV of tegen handelwijze van de 
coördinerend deurwaarder. Afhankelijk van het verzoek kan de debiteur of andere belanghebbende 
terecht bij de deurwaarder, de kantonrechter of de rechtbank. 



• Verzoek aanpassing van de BVV bij structurele wijzigingen of onjuiste berekening van de BVV 
• Verzoek toepassen BVV bij weerkerende inkomsten. Komen we er niet uit, dan kan debiteur
             kantonrechter.
• Verzoek toepassen BVV bij inkomsten van dak-, thuislozen en personen wonend in het buitenland. 
   Komen we er niet uit, dan debiteur           kantonrechter.





Bij de coördinerend deurwaarder:

Slide 30 - Tekstslide

Rechtsmiddelen (2). 
Wanneer zal iemand verwijzen en waarnaar?
- Toepassen BVV bij weerkerende inkomsten 
- Toepassen BVV bij inkomsten van dak-, thuislozen en personen wonend in het buitenland
- Beroep op de hardheidsclausule



Indien debiteur er niet met de (coördinerend) deurwaarder uit komt en vindt dat bijvoorbeeld ten onrechte geen of een verkeerde BVV is vastgesteld, kan die een executiegeschil starten bij de rechter.
1. Zonder voorlopige voorziening: Bij de kantonrechter als die het vonnis heeft gewezen en in andere gevallen bij de rechtbank.
2. Met voorlopige voorziening (er is met spoed een tijdelijke maatregel nodig): bij de kantonrechter als Voorzieningenrechter als het gaat om vorderingen die naar hun aard uitsluitend door de kantonrechter worden behandeld (bijvoorbeeld huurzaken). De Voorzieningenrechter van de rechtbank is altijd bevoegd om zo’n voorziening te geven.

Bij de kantonrechter:
Executiegeschillen:

Slide 31 - Tekstslide

Afronding module 2
Door het volgen van deze module heb je gewerkt aan deze leerdoelen: 

  • Je kan de verantwoordelijkheden van de coördinerend deurwaarder (CDW) benoemen
  • Je kunt als CDW betrokkenen uitleg geven over de BVV en de inning en verdeling
  • Je kan de nieuwe regels voor verdeelzaken toepassen in een casus
  • Je kan uitleggen welke regels gelden bij samenloop met overheidsvorderingen




Slide 32 - Tekstslide

Prima! Je hebt nu alle modules van de e-learning gevolgd. Ga nu terug naar de digitale klas en maak de toets. De toetsresultaten geven ons handvatten om te zien hoeveel begeleiding je nodig hebt bij het maken van de praktijkopdrachten, zodat jullie zoveel mogelijk op gelijk werkniveau uitkomen.
Succes!

Slide 33 - Tekstslide