Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zinsontleding periode 3
Zinsontleding
Numo periode 3
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsontleding
Numo periode 3
Slide 1 - Tekstslide
In deze flexles
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
HERHALING VAN DE AFGELOPEN JAREN
Slide 2 - Tekstslide
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
Door de zin vragend te maken kun je de persoonsvorm vinden (werkwoord vooraan is de persoonsvorm)
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden (werkwoord dat verandert is de persoonsvorm)
Slide 3 - Tekstslide
De persoonsvorm is een .....
A
Persoon
B
Ding
C
Werkwoord
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Ik kan dit niet betalen.
A
kan
B
betalen
C
Ik
Slide 5 - Quizvraag
'Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.'
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 6 - Quizvraag
Onderwerp en persoonsvorm
- Het onderwerp hoort
altijd
bij de persoonsvorm.
- Staat het onderwerp in enkelvoud dan moet de persoonsvorm ook in enkelvoud.
Slide 7 - Tekstslide
Het onderwerp
- Wie/wat + pv? Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.
"De hond eet zijn brokjes op."
Wie eet?
Onderwerp: de hond
Let op: je moet ook het lidwoord meenemen in het onderwerp!
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Langs de weg zat een man met een strohoed op uren lang te wachten op hulp.
A
hulp
B
een man
C
een man met een strohoed op
D
uren
Slide 11 - Quizvraag
Werkwoordelijk gezegde
-Alle werkwoorden in de zin
-Ook de persoonsvorm hoort bij het wwg
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Samen gaan we eerst de dieren verzorgen.
A
eerst
B
gaan
C
verzorgen
D
gaan verzorgen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De dieren hebben om negen uur allemaal gegeten.
A
gegeten
B
hebben
C
allemaal
D
hebben gegeten
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De voorraden zijn de vorige dag al bijgevuld.
A
bijgevuld
B
de voorraden
C
zijn
D
zijn bijgevuld
Slide 15 - Quizvraag
Lijdend voorwerp (lv)
Het
lijdend voorwerp
is een zinsdeel.
Bij het
lijdend voorwerp
'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets.
Het is belangrijk dat je weet dat niet iedere zin een lijdend voorwerp heeft.
Lijdend voorwerp (lv)
Slide 16 - Tekstslide
lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp?
.
Het lijdend voorwerp
De voetbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op het bord.
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een film
Slide 19 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
L17 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
Augustus 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
L17 Zinsdelen
Maart 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M10 L3 Voorwerpen en herhaling (zinsleer_DIFFERENTIATIE)
Juli 2023
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T21 - Zinsleer: herhaling
Oktober 2023
- Les met
47 slides
Nederlands
Secundair onderwijs