Je hebt de zorg die dag voor mw. Pieterse die steeds zieker wordt. Je verzorgt haar samen met een collega. Echtgenoot komt naar je toe en vraagt of zijn vrouw wel gegeten en gedronken heeft die dag. Je geeft aan dat het niet het geval is. Dhr. vindt dit heel erg en zegt dat het al 5 dagen geleden is dat mw. wat gegeten heeft. Hij is bang dat zijn vrouw zal gaan steven en vindt dat mw. een sonde moet hebben.
Juist die morgen is er in het team over gesproken. Er is toen besloten met de arts dat een sonde plaatsen eigenlijk geen zin meer heeft.