A or an?

English lesson
A or an?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English lesson
A or an?

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
1. Short grammar instruction
2. Quiz: to test knowledge
3. Individual assignment
4. Holmwood's



Slide 2 - Tekstslide

At the end of this lesson
- You've practiced using the English articles.
- You have expanded your Englsih vocabulary.

Slide 3 - Tekstslide

 A or an? 
 
Wanneer gebruikt je a of an?

an = bij woorden die met een klinkerklank 
      beginnen (a, e, i, o, u)

a = bij woorden die met een medeklinker-
         klank beginnen 

Slide 4 - Tekstslide

an = bij woorden die met een klinkerklank beginnnen (a, e, i , o, u)

- He gave me an offer I can't refuse.

- The detective started an investigation.

- Would you like to have an apple?

- She was an hour late at work. ('hour' spreek je uit als 'our', dus een klinkerklank)

Slide 5 - Tekstslide

a = bij woorden die met een medeklinkerklank 
- This is going to be a great day!

- Do you have a drivers licence?

- That is a once in a lifetime opportunity! ('once' spreek je uit als 'wans' en begint dus met een w-klank, oftewel een medeklinkerklank)

- This is a useful suggestion. ('joesful' begint met een j-klank)

Slide 6 - Tekstslide

..... house
A
A
B
An

Slide 7 - Quizvraag

..... event
A
A
B
An

Slide 8 - Quizvraag

..... uniform
A
A
B
An

Slide 9 - Quizvraag

..... MP3 player
A
A
B
An

Slide 10 - Quizvraag

..... strawberry
A
A
B
An

Slide 11 - Quizvraag

..... honour
A
A
B
An

Slide 12 - Quizvraag

..... university
A
A
B
An

Slide 13 - Quizvraag

..... European country
A
A
B
An

Slide 14 - Quizvraag

Individual assignment

(5 min)

Slide 15 - Tekstslide

Holmwood's

Slide 16 - Tekstslide