hoofdstuk 7 les 1

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

Zuivere stof

Zuivere stof of mengsel 

Een zuivere stof bestaat uit 1 stof

Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen

Zuivere stof/ mengsel

Zuivere stof

Als een stof bestaat uit allemaal dezelfde moleculen, dan noemen we dit een zuivere stof!

                                                         Water

                                                                                                  

Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...

1. een mengsel
2. NIX18
3. een zuivere stof
4. een blok koolstof

Een zuivere stof is

1. opgebouwd uit één soort moleculen
2. opgebouwd uit één soort atomen
3. gezond
4. bestaat uit niet meer dan 2 soorten moleculen

Kraanwater is een zuivere stof

1. juist
2. onjuist

Wat is een zuivere stof

1. Water
2. Limonade

De dichtheid van een stof

= de massa (gram) van 1 cm³ van die stof (g/cm³)

Dichtheid is een stofeigenschap.

WELKE STOF-EIGENSCHAPPEN?

STOFEIGENSCHAPPEN:

Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, kookpunt en smeltpunt.

VORM en HOEVEELHEID (MASSA) zijn dus GÉÉN
stofeigenschappen

Het kookpunt is een stofeigenschap.

1. Waar
2. Niet waar

Is de oplosbaarheid een stofeigenschap?

1. Ja
2. Nee
3. Dat hangt af van de temperatuur

Wat is geen stofeigenschap

1. Geur
2. Kleur
3. Smaak
4. Cola

Wanneer blijft iets drijven?

DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water

ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water

ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water

Volume (II)

In sommige gevallen kun je het volume ook anders bepalen.                        

                   volume =

 lengte x breedte x hoogte

Volume

Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

dichtheid

Dichtheid:
geeft aan wat de stof per volume weegt. (g/cm^3)

                 

Fase

Gas

Vloeibaar

Vast

fase en faseovergangen.

Elke stof heeft zijn eigen smeltpunt en kookpunt:

lager dan smeltpunt:

vaste stof

tussen smeltpunt en kookpunt:

vloeistof

hoger dan kookpunt:

gas 

Gevarensymbolen

Gevarensymbolen

je m.

Afgesproken symbolen op etiketten.

H (Hazard) zin: geeft aan voor welk gevaar je moet oppassen.
P (precaution) zin: Welke voorzorgsmaatregel moet je nemen.

niet mengen

Wat betekent het gevarensymbool?

1. Niet door de wc spoelen
2. Niet mengen
3. Giftige stof
4. Explosief

Wat betekent het gevarensymbool?

1. Brandbaar
2. Oxiderend
3. Brandbare stof
4. Sensiliberend

Wat betekent dit gevarensymbool?

1. Corrosieve stof
2. Niet mengen
3. Explosief
4. gezondheidsgevaar op de lange termijn

Wat betekent dit gevarensymbool?

1. Giftige stof
2. Dodelijk
3. Schadelijk
4. Explosief

Verschil tussen chemische reactie en faseovergang

Chemische reactie

beginstoffen --->   reactieproducten

verbranding

• Wat is verbranding?
  
• = een chemische reactie van een brandstof met zuurstof

• chemische reactie is een reactie van stoffen waarbij andere stoffen worden gevormd

verbranding

chemische reactie van verbranding is:

brandstof + zuurstof ----->   koolstofdioxide en water

Wat is GEEN chemische reactie?

1. koken van ei
2. koken van water
3. koken van rijst
4. koken van aardappelen

Chemische reactie?
Aardappels koken

1. ja
2. nee

Chemische reactie?
Pannenkoek bakken

1. ja
2. nee

Chemische reactie?
Suiker in thee doen

1. ja
2. nee

Chemische reactie?
Hout zagen

1. ja
2. nee

Chemische reactie?
Carbid schieten

1. ja
2. nee

Chemische reactie?
Water koken

1. ja
2. nee

wat is een chemische reactie

1. stoffen veranderen niet
2. stoffen veranderen in een andere stof

Chemische reactie?
Smelten van de poolkappen.

1. ja
2. nee

Ontledingsreacties

Één beginstof en meerdere reactieproducten

Thermolyse (ontleden door warmte)

Elektrolyse (ontleden door elektriciteit)

Fotolyse (ontleden door licht)

Hoe heet de aantasting van ijzer?

1. Verwering
2. Corrosie
3. Roest
4. Vervalling

Corrosie

Aantasten van een metaal door stoffen uit de lucht.

Bij ijzer ontstaat er een ijzer(III)oxide laag. Deze is niet lucht dicht waardoor ijzer verder zal reageren.