Korte info over voorleeswedstrijd (wo. 23 februari, 9e uur)
Minimaal een, maximaal twee pagina's voorlezen uit je lievelingsboek
Wie zou hieraan mee willen doen?
Start H.3 (lezen)
Pak je telefoon erbij (registreer je EIGEN NAAM)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
- Js vanuit huis
Vandaag
Korte info over voorleeswedstrijd (wo. 23 februari, 9e uur)
Minimaal een, maximaal twee pagina's voorlezen uit je lievelingsboek
Wie zou hieraan mee willen doen?
Start H.3 (lezen)
Pak je telefoon erbij (registreer je EIGEN NAAM)
Slide 1 - Tekstslide
Waar de tekst over gaat, geformuleerd in een woord(groep): [geef antwoord in één woord]
Slide 2 - Open vraag
Wat hoort er niet bij globaal lezen?
A
Letten op anders gedrukte woorden (vet, cursief, groot of gekleurde woorden)
B
Intensief de hele tekst lezen
C
Titel bekijken
D
Tussenkopjes lezen
Slide 3 - Quizvraag
Het onderdeel van de tekst waarin je vertelt wat je wil vertellen over het onderwerp.
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 4 - Quizvraag
In de kern van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken. Dit noemen we ... [geef antwoord in één woord]
Slide 5 - Open vraag
Tussenkopjes helpen je het beste bij
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
Slide 6 - Quizvraag
Blader naar bladzijde 72
En maak de startopdracht
timer
3:00
Leg je telefoon op de hoek van je tafeltje. Je hebt hem zo meteen weer nodig!
Slide 7 - Tekstslide
Wat denk jij: eerste alinea of slotalinea? Geef ook kort uitleg.
Slide 8 - Open vraag
Antwoord
Deze alinea kan niet de eerste alinea van de tekst zijn. In de eerste zin staat ‘De bruiloft’ en je weet helemaal nog niet welke bruiloft daarmee bedoeld wordt. Dat is waarschijnlijk in een eerdere alinea al gezegd.
Het kan wel de slotalinea zijn. Nieuwsberichten zijn meestal vrij kort en eindigen vaak zomaar (abrupt): de lezer weet dan al genoeg en het is niet nodig een samenvattende alinea met eventueel een hoofdgedachte te schrijven; daar is het bericht te kort voor.
Slide 9 - Tekstslide
Lees de theorie op blz. 72
Over de inleiding, slot en de hoofdgedachte
timer
1:30
Slide 10 - Tekstslide
Inleiding
Bijna elke tekst begint met een inleiding
In de inleiding wordt de aandacht van de lezer getrokken
Vaak gebeurt dit met een anekdote
Een anekdote is een kort (soms grappig) verhaal
Slide 11 - Tekstslide
Slot en hoofdgedachte
Het laatste deel van een tekst noemen we een slot
In het slot wordt vaak een conclusie of een samenvatting gegeven
Een hoofdgedachte is eigenlijk de kern van een tekst in één zin samengevat
Een hoofdgedachte is eigenlijk: wat wordt er in één zin over het onderwerp in de tekst verteld?
Slide 12 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 3 (blz. 63)
Startopdracht, opdracht 1 (blz. 64)
opdracht 1 (blz. 73)
1e: voor maandag 21 februari
We kijken dan ook de startopdrachten, opdracht 1 (blz. 62) en 2 (blz. 63) na.