2.1 t/m 2.16

Waar houdt de overheid zich mee bezig?
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waar houdt de overheid zich mee bezig?

Slide 1 - Woordweb

De centrale overheid
Het Rijk wordt ook wel 'de centrale overheid genoemd'
De ministers besturen het Rijk. Zij maken plannen en wetten die door de 2e kamer goedgekeurd moeten worden. De 2e kamer controleert zo de ministers. 


Slide 2 - Tekstslide

De 2e kamer

Slide 3 - Tekstslide

De provincie 
Verantwoordelijk voor de grond van een deel van het land
  • Mogen steden uitbreiden?
  • Mag extra ruimte komen voor bedrijfsterreinen? 
  • Zijn er goede wegen of moeten die bijgebouwd worden?

Slide 4 - Tekstslide

De waterschappen
Het beheren van water en het bewaren
van de kwaliteit van ons water. 

Slide 5 - Tekstslide

De gemeente
De gemeente staat het dichtste bij jou
Veel zaken in jouw woonplaats worden geregeld door de gemeente.
Moeten er bomen geplant worden?
Identiteitsbewijs of paspoort regelen
 

Slide 6 - Tekstslide

Stimuleren

  • Innovatie
  • Gezond eten
  • Sport
  • Kinderopvang
  • Duurzame energie
afremmen

  • Brandstofverbruik - benzine etc. 
  • Roken
  • Alcohol
  • Veel energieverbruik bij stoom en gas 

Slide 7 - Tekstslide

Collectieve goederen
Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.

Slide 8 - Tekstslide

Noem een collectief goed.

Slide 9 - Open vraag

Collectieve goederen
  • De overheid zorgt voor collectieve goederen, omdat/want:
  • voor sommige ervan kun je niet iedereen apart laten betalen (bijvoorbeeld dijken).
  • de overheid de kwaliteit ervan zelf wil regelen.
  • de overheid wil dat ze betaalbaar blijven voor iedereen.

Slide 10 - Tekstslide

Quasi-collectieve goederen
Sommige individuele goederen vindt de overheid zo belangrijk dat ze er graag aan bijdraagt. 
omdat ze van groot maatschappelijk belang zijn 
of anders te duur worden (subsidie). 

Dit noemen we quasi-collectieve goederen. 
Bijv. onderwijs, zorg, bibliotheek, openbaar vervoer enz. 


Slide 11 - Tekstslide

Collectieve sector
  • De overheid en de instellingen voor de sociale verzekeringen vormen samen de collectieve sector.

  • Alle goederen en diensten die de collectieve sector levert, zijn voor iedereen bestemd.


  • De collectieve sector streeft niet naar winst, maar ze moet wel uitkomen met haar geld. Daarom maken deze instellingen elk jaar een begroting.

Slide 12 - Tekstslide

Collectieve sector
  • De overheid en de instellingen voor de sociale verzekeringen vormen samen de collectieve sector.

  • Alle goederen en diensten die de collectieve sector levert, zijn voor iedereen bestemd.


  • De collectieve sector streeft niet naar winst, maar ze moet wel uitkomen met haar geld. Daarom maken deze instellingen elk jaar een begroting.

Slide 13 - Tekstslide

Particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit bedrijven en burgers.
Bedrijven in de particuliere sector streven naar winst.


Slide 14 - Tekstslide

Particuliere sector
Deze sector heeft te maken met marktwerking: de aanbieders van producten concurreren met elkaar.
Ze moeten daarom:
  • goede kwaliteit leveren.
  • hun prijzen laag houden. Dat kan alleen als ze hun bedrijfskosten laag houden.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag tot en met 2.9

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

Wat voor gezamenlijke problemen hebben we in Nederland op het moment?

Slide 18 - Woordweb

Vergrijzing

Slide 19 - Tekstslide

Vergrijzing

Slide 20 - Tekstslide

Vergrijzing
1950
Vergrijzing
2019

Slide 21 - Tekstslide

De vergrijzing

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kunnen we de problemen rondom de vergrijzing oplossen?

Slide 23 - Open vraag

Omslagstelsel
De AOW (staatspensioen) werkt volgens het omslagstelsel.

De werkenden (actieven) van nu betalen premie voor de AOW uitkering aan de senioren (inactieven) van nu.

Slide 24 - Tekstslide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 25 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 26 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel 
  • bijvoorbeeld een bedrijfsspensioen. Dit is afhankelijk van aantal deelgenomen jaren.

Slide 27 - Tekstslide

Maken tot een 2.16

Slide 28 - Tekstslide