Ma 28 aug Homoniemen en Homofonen

Lesdoelen
Je weet wat homoniemen, homofonen, synoniemen en tegenovergestelden zijn.

Je kunt zelf voorbeelden van homoniemen, homofonen, synoniemen en tegenovergestelden bedenken.

We gaan het hebben over de dubbele ontkenning en de contaminatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Je weet wat homoniemen, homofonen, synoniemen en tegenovergestelden zijn.

Je kunt zelf voorbeelden van homoniemen, homofonen, synoniemen en tegenovergestelden bedenken.

We gaan het hebben over de dubbele ontkenning en de contaminatie

Slide 1 - Tekstslide

timer
0:30
homoniem
homofoon
De woorden klinken hetzelfde, maar je schrijft ze anders.
De woorden zijn hetzelfde, maar betekenen iets anders.

Slide 2 - Sleepvraag

Synoniem
Homoniem
Homofoon
Rauw / Rouw
Knop (boom) /
Knop (toetsenbord)
doelman / keeper
wei / wij
Bok (turnen) / Bok (mannetjesgeit)

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis
Antoniem
Homoniem
Synoniem
Homofoon
Een woord wat ongeveer hetzelfde betekent
Een woord met meerdere betekenissen
Een woord wat hetzelfde klinkt, maar een andere betekenis heeft
Een woord wat het tegengestelde betekent

Slide 4 - Sleepvraag

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

Ik zat op de bank tv te kijken, toen ik zag dat er een bank werd overvallen. Bank is een
A
homoniem
B
homofoon

Slide 5 - Quizvraag

Wat maak jij een hard geluid, dat is niet goed voor mijn hart.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 6 - Quizvraag

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

Wij staarden naar de koe in de wei. Wij en wei is een
A
homoniem
B
homofoon

Slide 7 - Quizvraag

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

In het slot van de film kwamen de prins en prinses weer samen in hun slot.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 8 - Quizvraag

Eén woord met meerdere betekenissen is een ...
timer
0:30
A
synoniem
B
homoniem
C
homofoon

Slide 9 - Quizvraag

Ik las in de boeken dat we geen reisje meer konden boeken.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 10 - Quizvraag

Klieren =
- Vervelend zijn
- onderdeel van het menselijk lichaam
A
homoniem
B
homofoon

Slide 11 - Quizvraag

"licht-ligt" is een ....
A
Homofoon
B
Homoniem

Slide 12 - Quizvraag

"schop" is een ....
A
Homofoon
B
Homoniem

Slide 13 - Quizvraag

rat - rad
A
homofoon
B
homoniem
C

Slide 14 - Quizvraag

Eén woord met meerdere betekenissen is een..
A
synoniem
B
homoniem
C
homofoon

Slide 15 - Quizvraag

Homofoon of homoniem?
kussen
A
homofoon
B
homoniem

Slide 16 - Quizvraag

Op welk taalfenomeen is deze grap gebaseerd?
A
homofoon
B
homoniem

Slide 17 - Quizvraag

Dubbele ontkenning
Een dubbele ontkenning of dubbele negatie is een zinsconstructie waarin een tweede ontkenning gebruikt wordt om een ontkenning versterkt aan te geven. ​


Ik ontken dat ik daar niet ben geweest. (Met het werkwoord ontkennen zeg je al dat je iets niet hebt gedaan) ​
Met deze grote paraplu voorkom je dat je niet nat wordt. (Met het werkwoord voorkomen zeg je al dat je ervoor zorgt dat iets niet zal gebeuren)


Slide 18 - Tekstslide

Contaminatie
Een contaminatie is een combinatie van twee taalvormen, die veelal overeenkomsten in betekenis en functie hebben. Door de combinatie ontstaat vermenging van de beide vormen tot één nieuwe taaluiting.​


Het kost duur --> het kost veel en het is duur​
We gaan onderweg --> We gaan op weg en we zijn onderweg​
Uitprinten --> Uitdraaien en printen



Slide 19 - Tekstslide