Grammar: to be and to have got

Welcome class:today ...
Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got)

Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome class:today ...
Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got)

Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg ...
Er valt weinig uit te leggen je moet dit rijtje gewoon goed onthouden!!

Slide 3 - Tekstslide

to be = zijn
I
You

She
He
It

We
You
They
Am
Are

Is
Is
Is

Are
Are 
Are
'm
're

's
's
's

're 
're
're
Je mag het ook afkorten:
I
You

She
He
It

We
You
They

Slide 4 - Tekstslide

Maak een zin met de vorm van to be

Slide 5 - Open vraag

Antwoorden ...

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.
am
is
are

Slide 7 - Sleepvraag

have (got) = hebben
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
Je mag het ook afkorten:
have (got)
have (got)

has (got)
has (got)
has (got)

have (got)
have (got)
have (got)
've (got)
've (got)

's (got)
's (got)
's (got)

've (got)
've (got)
've (got)

Slide 8 - Tekstslide

you 
He/she/it 
We/you/they
am
are 
is 
have (got) 
has got
Ik
Wij 
've got
's got 
'm 
're 

Slide 9 - Sleepvraag

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.
A
have - has
B
has - have
C
has - has
D
have - have

Slide 10 - Quizvraag

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have - is
B
has - is
C
have - are
D
have - am

Slide 11 - Quizvraag

I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
am - am
B
am - has
C
am - have
D
are - have

Slide 12 - Quizvraag

My dad ____ blond hair, my mom ____ brown hair. They ____ 57 years old.
A
has - has - is
B
have - has - are
C
has - has - are
D
have - have - is

Slide 13 - Quizvraag

Uit welke drie woorden kan ik kiezen
als ik 'to be' zie staan?

Slide 14 - Open vraag

Uit welke twee woorden kan ik kiezen
als ik 'have (got)' zie?

Slide 15 - Open vraag

Kies het juiste antwoord:

My sister ____ my best friend.
A
Am
B
Is
C
Are
D
's

Slide 16 - Quizvraag

John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's

Slide 17 - Quizvraag

I ____ a big black dog at home.
A
am
B
have
C
has
D
are

Slide 18 - Quizvraag

My father and I _____ at the zoo.
A
am
B
is
C
are
D
have

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Ik kan de juiste vorm van to be & to have ( got) gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 25 - Quizvraag

Well done!


Slide 26 - Tekstslide