Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
14 maart wederkerend wederkerig betrekkelijk
Welkom in de les
Jas in kluisje of aan de kapstok boven
(Lees)boek, etui en aantekeningenschrift op tafel
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
15 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
75 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Jas in kluisje of aan de kapstok boven
(Lees)boek, etui en aantekeningenschrift op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les
- kun je het wederkerend, wederkerig en betrekkelijk voornaamwoord herkennen in een zin (cursus 5, paragraaf 4 en paragraaf 14).
Slide 2 - Tekstslide
Wederkerend voornaamwoord
komt voor in combinatie met wederkerende werkwoorden
zich vergissen, zich schamen
Ik schaam
me
, jij schaamt
je
, hij schaamt
zich
Ik was
me
(mijzelf)
Je kunt het woordje 'zelf' erachter plaatsen.
Slide 3 - Tekstslide
Wederkerig voornaamwoord
Het Nederlands heeft er een: elkaar. Lekker simpel he?
Slide 4 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
- verwijst terug naar een woord of woordgroep (het antecedent)
Het meisje
dat
daar loopt
De keeper
die
de goal tegenhield.
Maar:
Ik kon niet op vakantie,
wat
ik wel jammer vond
(verwijst naar een voorafgaande zin).
Slide 5 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
Ingesloten antecedent:
Wie (degene die)
dit koopt, begaat een miskoop.
Het is dan dus geen vragend voornaamwoord.
Slide 6 - Tekstslide
Aan het werk
Cursus 5, paragraaf 4 en 14: kies zelf je route: A, B, C.
Af: maandag 18 maart.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Aanwijzend voornaamwoord
deze, die (de-woorden):
Deze jongen, die boeken, deze plaat, die school
dit, dat (het-woorden):
dit huis, dat meisje, dit tentamen
Slide 13 - Tekstslide
Het vragend voornaamwoord
- Staan meestal aan het begin van een vraagzin.
WIE, WAT, WELKE, WAT VOOR (EEN).
Ik wil graag weten
wie
van jullie mijn tas heeft verstopt.
Slide 14 - Tekstslide
Het onbepaald voornaamwoord
Verwijst naar vage personen of zaken
Men
ziet tegenwoordig alles zo zwartgallig.
Iedereen
kan dat wel zeggen.
Je kunt wel
iets
zeggen toch?
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica: herhaling taalkundig en bedrijvend + lijdend
September 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
S35 - Het vragend en betrekkelijk voornaamwoord
Mei 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling woordsoorten
April 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HV2 week 9-1 les 5 Grammatica H21 HERH voornaamwoorden, uitleg telwoorden
Februari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Campus 2 - Les 32: Voornaamwoorden Inge
April 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdstuk 4 - les 1
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 4 - les 1
13 dagen geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
woordsoorten - voornaamwoorden
Juni 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3