In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Woordenschat
H3: moeilijke woorden
3.1 Moeilijke woorden onthouden
3.2 Studietaal
3.3 Vaktaal
Slide 1 - Tekstslide
Welke moeilijke woorden horen bij jouw beroep/ opleiding?
Slide 2 - Woordweb
Wat betekent "significant"?
A
op het eerste gezicht
B
weet ik niet
C
veelbetekenend
D
opvallend
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Dit heb jij geleerd van je bijbaantje
Op een bepaald punt moet iedereen eraan geloven: het echte, werkende leven. Een mooi punt om te stoppen met je bijbaantje, maar vergeet niet dat het in veel opzichten heel leerzaam was.
Wat betekent "opzichten"?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Begrijp jij ALTIJD de studietaal die we gebruiken binnen DC?
A
Ja
B
Nee
C
Mwoah
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent "hypotonie"?
A
hoge spierspanning/ stijf
B
lage spierspanning/ slap
C
lage toon
D
hoge toon
Slide 15 - Quizvraag
Welke vaktaalwoorden kun je mij leren? Ik leer ook graag van jullie.