O1C 1.2 - Teksten verkennen

Lezen, luisteren, kijken 1.2 


  • Kort herhalen theorie Lezen 1.1
  • Uitleg Lezen 1.2
  • Opdrachten maken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen, luisteren, kijken 1.2 


  • Kort herhalen theorie Lezen 1.1
  • Uitleg Lezen 1.2
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 1.1

Slide 2 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?
A
Verkennen van een lees- en luisterteksten
B
Beheersen van kinderliedjes
C
Lezen van luister- en leesboeken
D
Leren over lezen van luisterteksten en -boeken

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1.2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:

bepalen welk doel een maker met zijn tekst heeft en wat hij het belangrijkst vindt, zodat je kunt inschatten hoe waardevol de informatie voor jou is.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De hoofdgedachte is
de kortst mogelijke
samenvatting van een tekst.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 16 - Quizvraag


Het onderwerp van een tekst...

A
beschrijft in één zin of in een paar zinnen waarover de tekst gaat.
B
beschrijft in één alinea waarover de tekst gaat.
C
beschrijft in één woord of in een paar woorden waarover de tekst gaat.
D
beschrijft de inleiding van een tekst.

Slide 17 - Quizvraag

Waar kun je het onderwerp en de hoofdgedachte vaak vinden?

Slide 18 - Open vraag

Wat vind je van namaakkleding?
Top! Stuk goedkoper en net zo leuk.
Ik vind het niks.
Het maakt mij niks uit, als het maar lekker zit.

Slide 19 - Poll

Lees de volgende tekst goed:

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Wat is het doel van deze tekst?

A
Overhalen.
B
Informeren.
C
Overtuigen
D
Amuseren.

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

A
De kustwacht heeft 21 opvarenden gered van een losgeslagen schip bij Wijk aan Zee.
B
Een vliegtuig bekijkt een losgeslagen schip vanuit de lucht.
C
Een losgeslagen schip is vastgelopen voor de kust van Wijk aan Zee.
D
De kustwacht bekijkt vanuit een vliegtuig op zee een schip op het strand.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Lezen, luisteren, kijken 1.2

-> Je maakt opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 1.2. 

Let op: je hebt nu iedere les je oortjes/koptelefoon nodig!

Slide 25 - Tekstslide

Beter spellen

Slide 26 - Tekstslide