Lezen 4.3 - 3 kader

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Lezen 4.3 - 3 kader

Lesplanning

- Uitleg theorie lezen 4.3

- Bespreken opdrachten van 4.3 m.b.v. LessonUp

Lesdoel:

- Je kunt vertellen welke twee soorten informatieve teksten er zijn.

- Je kunt vertellen wat het nut is van grafieken en tabellen in een informatieve tekst.

- Je kent de tekstverbanden oorzaak-gevolg, doel-middel en conclusie of samenvatting en de bijbehorende signaalwoorden.

Informatieve teksten

Informatieve teksten zijn er in twee vormen:

- de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld: nieuwsbericht, achtergrondartikel

- de lezer instructies geven: uitleggen hoe iets werkt of hoe hij iets moet doen, bijvoorbeeld: gebruiksaanwijzing

Informatieve teksten

De schrijver kan behalve tekst ook grafieken en tabellen gebruiken om informatie over te brengen.

- Doel: informatie op een andere manier weergeven.

- Voorbeelden van grafieken: lijndiagram, staafdiagram en cirkeldiagram.

B-boek blz. 103

 Lees de inleiding van tekst 1 en bekijk de grafieken. 

Opdracht 2b (blz. 104)

Tekst 1 (blz. 104) is een informatieve tekst.
Waar kun je dat meteen aan zien?

Opdracht 3b (blz. 105)

Noteer de zin uit alinea 1 waarin staat wat het doel is van Paarse Vrijdag.

Opdracht 3e (blz. 105)

Wat voor soort grafiek staat er bij tekst 1?

1. lijndiagram
2. staafdiagram
3. cirkeldiagram

Opdracht 3c (blz. 105)

Welke informatie vind je in de grafieken?

Opdracht 3d (blz. 105)

Bij welke onderstreepte woorden uit de inleiding horen de grafieken?

1. Paarse Vrijdag
2. seksuele diversiteit
3. denigrerende opmerkingen

 Lees alinea 2, 3 en 4 van tekst 1.

Opdracht 4b (blz. 105)

Lees alinea 2. Hoeveel deelnemers waren er bij het onderzoek?

Opdracht 4b (blz. 105)

Lees alinea 2. Welke nationaliteit hadden de deelnemers van het onderzoek?

Opdracht 4b (blz. 105)

Lees alinea 2. Wat was de leeftijd van de deelnemers van het onderzoek?

Opdracht 4c (blz. 105)

Waar staat de afkorting 'lhbt' voor?

Opdracht 4d (blz. 105)

Hoeveel procent van de lhbt-leerlingen wordt heel vaak geconfronteerd met de opmerking ‘That’s so gay’?

Opdracht 4d (blz. 105)

Hoeveel procent van de lhbt-leerlingen hoort soms andere homofobe opmerkingen?

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'doordat'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dus'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'hierdoor'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'waarmee'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dan ook'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'met als gevolg'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'kortom'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'om te'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'door middel van'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. samenvatting of conclusie

In de eerste alinea staat de zin: 'Op deze dag kleden leerlingen...'
Welke signaalwoord staat er in deze zin? (tip: twee woorden)

Opdr. 6b

Blz. 107

Welk tekstverband hoort er dus bij deze zin?

1. oorzaak - gevolg
2. doel - middel
3. conclusie of samenvatting

In alinea 3 staat de zin
'Ook verbaal geweld op grond...'.
Welke signaalwoord staat er
in deze zin? (tip: drie woorden)

Opdr. 6d

Blz. 107

Welk tekstverband hoort er dus bij deze zin?

1. oorzaak - gevolg
2. doel - middel
3. conclusie of samenvatting

In de laatste alinea staat de zin 'De trend is dan ook duidelijk...'.
Welke signaalwoord staat er in deze zin? (tip: twee woorden)

Opdr. 6f
Blz. 107

Welk tekstverband hoort er dus bij deze zin?

Opdr. 6e

Blz. 107

1. oorzaak - gevolg
2. doel - middel
3. conclusie

Wat is de hoofdgedachte van tekst 1?

Opdr. 7

Blz. 107

1. Een derde van de lhbt-leerlingen heeft echt last van homofobe opmerkingen.
2. Lhbt-leerlingen hebben nog steeds veel te maken met homofobe pesterijen.
3. Op scholen die investeren in steun voor lhbt’ers, worden lhbt’ers niet gepest.
4. Paarse Vrijdag is de beste oplossing voor homofobie op middelbare scholen.

Lesplanning

- Leer de theorie van lezen 4.3 over 'informatieve teksten' (blz. 103) en 'signaalwoorden' (blz. 106) = huiswerk dinsdag 21 januari

Lesdoel:

- Je kunt vertellen welke twee soorten informatieve teksten er zijn.

- Je kunt vertellen wat het nut is van grafieken en tabellen in een informatieve tekst.

- Je kent de tekstverbanden oorzaak-gevolg, doel-middel en conclusie of samenvatting en de bijbehorende signaalwoorden.