sondevoeding

Verpleegtechnisch handelen
Sondevoeding
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Verpleegtechnisch handelen
Sondevoeding

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een indicatie voor sondevoeding?

Slide 2 - Open vraag

Sondevoeding dien je toe voor de ADL, dan kun je daarna het gezicht verzorgen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Sondevoeding is parenterale voeding.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vaak vervang je het toedieningssysteem van de sondevoeding?
A
iedere 24 uur
B
iedere 48 uur
C
iedere 72 uur

Slide 5 - Quizvraag

Om verstopping te voorkomen spoel je de sonde door. Hoe vaak per 24 uur?
A
2-4 keer
B
4-6 keer
C
6-8 keer
D
8-10 keer

Slide 6 - Quizvraag

Om te controleren of de sonde nog juist ligt, controleer je de PH. De PH waarde is
A
kleiner of gelijk aan 5.5
B
kleiner of gelijk aan 7
C
tussen de 0 en 7
D
hoger dan 5.5

Slide 7 - Quizvraag

De sonde lijkt verstopt. Wat ga jij doen:
A
cliënt een andere houding laten aannemen
B
met lauwwarm water doorspoelen met 10-20 ml spuit
C
breng een nieuwe sonde in
D
alle antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quizvraag

Met hoeveel water spoel je de sonde door na toediening van voeding?
A
10-20 ml
B
20-30 ml
C
30-40 ml
D
40-50 ml

Slide 9 - Quizvraag

Noem 2 complicaties van sondevoeding

Slide 10 - Woordweb

Wat is een PEG sonde?
A
een sonde die via de neus naar de dunne darm gaat
B
een sonde die via de neus naar de maag gaat
C
een sonde die via de buikwand naar de maag gaat
D
een sonde die via de neus naar de dikke darm gaat

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met een PH strip?
A
iedere keer wanneer je sondevoeding gaat toedienen.
B
als je twijfelt aan de ligging van de sonde
C
iedere 24 uur

Slide 12 - Quizvraag