Assertiviteit & ik



Assertiviteit & ik
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



Assertiviteit & ik

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen!?
Doel van de les
Assertiviteit
Een testje
Tips

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Aan het einde van de les..
Weet je wat de begrippen assertief, passief en agressief betekenen, welke manier van reageren daarbij past en wat het effect daarvan kan zijn.
Weet je wat je voorkeursstijl in reageren is.
Ben je je bewust van je voorkeursstijl in reageren.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is assertiviteit? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat denk jij dat assertiviteit inhoudt?

Slide 5 - Woordweb

Assertief
Assertiviteit kenmerkt zich door op een goede manier voor jezelf op te kunnen komen zonder je daar rot onder te voelen of jezelf of de relatie schade toe te brengen. Je zegt wat je dwars zit zonder (passieve) agressie.  Je doet het vriendelijk en welwillend, kijkend naar oplossingen. 
Conclusie;  Assertiviteit is het uiten van je gedachten, gevoelens en meningen. Op een directe, eerlijke en gepaste wijze. Je komt op voor je eigen belangen, op een manier die passend is bij de situatie, en die respectvol is naar jezelf en naar de ander.

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen van assertief reageren
  • voordelen voor jezelf en voor de ander, jij en zij weten waar jij voor staat en waar ze bij jou aan toe zijn
  • geen dubbele gedachten, geen onverwachte uitbastingen
  • oplossend

Slide 7 - Tekstslide

Zijn er mensen in je omgeving die assertief zijn? Ja, leg uit

Slide 8 - Woordweb

Sub assertief/ passief
Dit zijn mensen die denken veel, kunnen zich heel erg ergeren maar ze zeggen het niet. Je zit in een treincoupé en je ergert je rot aan mensen die in de stilte coupé luidruchtig praten maar je durft er niets van te zeggen. Je windt je innerlijk er heel erg over op en dit levert stress en een heleboel nare gedachten op. Ze vinden het moeilijk om zich te uiten over wat ze dwars zit of waar ze behoefte aan hebben. Ze vragen ook zelden hulp en durven niet goed voor hun mening op te komen. voortdurende onzekerheid, minderwaardigheidsgevoelens en onvoldoende assertief gedrag kunnen problematisch en verstorend werken in het dagelijks leven en in werksituaties. En gelukkig is hier wat aan te doen.

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen van sub assertief/ passief reageren
  • werkt alleen op korte termijn, op lange termijn leidt het tot problemen
  • geen plezier, stress
  • melden problemen vaak pas als het te laat is

Slide 10 - Tekstslide

Agressief
Het andere uiterste is de agressieve mens. Deze persoon is verbaal (en soms ook fysiek) geneigd tot geweld. Ze klinken vaak boos als ze ergens iets van zeggen. Ze willen het liefst dat iedereen zich naar hun wensen en behoeften schikt. En als mensen dat niet doen "dan gaan ze er wel eens even wat van zeggen of iets aan doen" en ze stropen letterlijk of figuurlijk hun mouwen al op. Deze mensen hebben ook geen makkelijk leven, ze zijn vaak boos en ervaren hierdoor stress. Ze jagen anderen dikwijls tegen zich in het harnas door hun vaak botte of bazige houding (die zij wel eens "eerlijkheid" noemen). Ze maken weinig vrienden en verzeilen regelmatig in conflicten. Ze kunnen dit heel erg vervelend vinden en vaak zie je ook dat ze naderhand heel erg spijt hebben maar ze hebben hun boosheid of woede op zo'n moment niet onder controle

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen van agressief reageren
  • je laat de ander ellendig voelen
  • steeds vaker en erger agressief reageren
  • je verliest grenzen uit het oog 

Slide 12 - Tekstslide

Nee zeggen is voor veel mensen moeilijk, hoe zou dit komen?

Slide 13 - Open vraag


Wat lijkt het meest op jou gedrag? Bij twijfel, kies dan het antwoord wat het meest bij je past.
A
Sub-assertief/passief
B
Assertief
C
Agressief

Slide 14 - Quizvraag

Test!!!
In de volgende dia kun je jouw assertiviteit checken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Deel het resultaat van de test

Slide 17 - Open vraag

Bekijk de volgende stellingen. Geef aan hoe zenuwachtig of gespannen je je zou voelen als je je in deze situaties zou bevinden.

Slide 18 - Tekstslide

Een gesprekje beginnen met een onbekende
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 19 - Quizvraag

Aan een groep mensen iets vertellen wat je hebt meegemaakt
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 20 - Quizvraag

Om uitleg vragen over iets wat je niet hebt begrepen
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 21 - Quizvraag

Iemand vertellen dat je hem of haar graag mag
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Aan de slag 1
 Voor de beste resultaten is het belangrijk dat je stap voor stap verandert, en niet ineens verandert in een super assertief persoon. Zo voorkom je dat mensen in de war raken en dat ze je uitlachen in plaats van respecteren.

Begin dus klein. Niet alleen om anderen te laten wennen, maar ook om zelf te oefenen. Als iemand je vertelt wat je ‘moet doen’, zeg dan eens ‘nee’. Als iemand je verkeerd behandelt, geef dan eens je grens aan.

Ga van hieruit steeds een stukje verder. Blijf oefenen en blijf groeien.

Slide 24 - Tekstslide

Het kleine stapje wat is beschreven, welk stapje kun jij zetten?

Slide 25 - Open vraag

2
Je krijgt bijvoorbeeld de vraag van een vriendin of je morgen een uurtje op haar zoon wilt passen. Je hebt er geen zin in en het gooit je dag in de war. Je kúnt wel, maar je wilt niet. En je beseft dat dat een prima reden is om nee te zeggen.

Leer om nee te zeggen als dat is wat je van binnen wilt zeggen. Als jij iets niet wilt, is dat een prima reden om iets niet te doen.

Maak je niet te druk om wat anderen denken. Mensen moeten misschien nog even wennen aan de nieuwe assertieve jij. Punt is, dat als jij vaak ‘nee’ zegt tegen specifieke voorstellen, mensen het niet meer aan je vragen.

Slide 26 - Tekstslide

Waar kun jij vaker nee tegen zeggen?

Slide 27 - Open vraag

3
Wat wil jij? Wat vind jij? Wat vóel jij? Zolang je je communicatie bij jezelf houdt, is het eenvoudiger om assertief te zijn.
Niemand kan discussiëren over wat jij voelt. Als jij aangeeft dat het gedrag van een ander je angstig, boos, verdrietig, teleurgesteld of gestrest maakt, dan is daar niets tegenin te brengen. 

Zolang jij je communicatie bij jezelf houdt, hoef je minder bang te zijn om moeilijke gesprekken aan te gaan. We zeggen daarom, breng de ik boodschap. Ik heb het gevoel dat, ik denk dat etc.. probeer maar eens te oefenen hoe je de 'ik' in je communicatie stelt.

Slide 28 - Tekstslide

4
Wat wil jij? Wat vind jij? Wat vóel jij? Zolang je je communicatie bij jezelf houdt, is het eenvoudiger om assertief te zijn. Niemand kan discussiëren over wat jij voelt. Als jij aangeeft dat het gedrag van een ander je angstig, boos, verdrietig, teleurgesteld of gestrest maakt, dan is daar niets tegenin te brengen. 

Zolang jij je communicatie bij jezelf houdt, hoef je minder bang te zijn om moeilijke gesprekken aan te gaan. We zeggen daarom, breng de ik boodschap. Ik hev het gevoel dat, ik denk dat etc.. probeer maar eens te oefenen hoe je de 'ik' in je communicatie stelt.

Slide 29 - Tekstslide

Met welke Ik boodschap kun jij oefenen?

Slide 30 - Open vraag

5
Soms als je assertief reageert kunnen er schuldgevoelens opkroppen. Je had op de zoon van je vriendin kunnen passen, maar je had geen zin. En nu moest zij iemand anders bellen, en heb je haar ongemak bezorgd. En dat geeft je een vervelend gevoel.

Maar bekijk het eens andersom: als je wél had opgepast, had je je ook rot gevoeld. Dan was je vriendin blij, maar had jij het gevoel gehad dat je gebruikt wordt. Of dat je een slappeling bent dat je geen ‘nee’ kon zeggen.

Met andere woorden: het is altijd lastig. En door bij jezelf te blijven, zorg je er op zijn minst voor dat jij doet wat jij kunt doen om je grenzen te bewaken. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen geluk. Zo leren de mensen om je heen dat ze niet over je heen kunnen lopen.

Ja, soms moet je natuurlijk gewoon aardig zijn. Maar aardig zijn en over je heen laten lopen zijn twee verschillende dingen. Jij mag iets niet willen, en je mag nee zeggen. Als de situatie nu écht nijpend was (bijvoorbeeld omdat je vriendin snel oppas nodig heeft vanwege een urgente onvoorziene situatie), kan haar zoon vast wel bij je terecht.

Voel je niet schuldig. Voel je trots dat je voor jezelf opkomt. Zo ervaar je veel meer vrijheid, controle en plezier in je leven.

Slide 31 - Tekstslide

Waarin kun jij meer je grenzen in bewaken? Wat kun je hiervoor doen?

Slide 32 - Open vraag


Wat is je actie van de week?

Slide 33 - Open vraag

Wat haal je uit deze les?

Slide 34 - Woordweb

Lesdoelen behaald?


     
     

        
          
          
    
          
          
       

        16
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
               
                 
                   
                      Extra oefening
                   
                 
               
               
               
             
               
                 
                   
                      Extra uitdaging
                   
                 
               
               
               
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   

   
   

   
   
     
       
          Leerdoelen behaald??
       
     
   

   
   
     
        1) kun je uitleggen wat 'assertiviteit' betekent2) kun je een voorbeeld geven van assertief gedrag op school of stage3) ken je de verschillen tussen assertiviteit, sub-assertiviteit en agressie
     
   

   
  
 

 
 
 
     
   
   
   
     
       
       
       
         
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

Slide 35 - Tekstslide


Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen NIET aan

Slide 36 - Quizvraag

Je leidinggevende vraagt of je wilt werken vanavond. Eigenlijk ben je super moe en zie je het niet zitten.
Wat is een passieve reactie?
A
je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond
B
je zegt 'haha, bekijk het maar!!'
C
je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
D
je gaat toch werken, want je bent bang dat hij anders boos wordt

Slide 37 - Quizvraag

Stelling 1 - bij agressiviteit ga je over de grens van de ander
Stelling 2 - bij passiviteit gaat de ander over jouw grens
A
Stelling 1 juist Stelling 2 onjuist
B
Stelling 1 onjuist Stelling 2 juist
C
Beide stellingen JUIST
D
Beide stellingen ONJUIST

Slide 38 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?
leg ook kort uit waarom...

Slide 39 - Open vraag

Tot volgende week!

Slide 40 - Tekstslide