Assertiviteit

Assertiviteit
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Assertiviteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen!?
Positiviteit van de week
Doel van de les
Assertiviteit
Een testje
Tips

Slide 2 - Tekstslide


Schrijf hier iets positiefs van de
afgelopen week op:

Slide 3 - Open vraag

Op welke punten heb jij gefocust met je
focustraining deze week?
Noem er minstens 2.

Slide 4 - Woordweb

Doel van deze les
Aan het einde van de les..
Weet je wat de begrippen assertief, passief en agressief betekenen, welke manier van reageren daarbij past en wat het effect daarvan kan zijn.
Weet je wat je voorkeursstijl in reageren is.
Weet je hoe je meer verantwoordelijkheid kunt nemen voor je eigen geluk.

Slide 5 - Tekstslide

Wat denk jij dat assertiviteit inhoudt?

Slide 6 - Woordweb

Assertief
Assertiviteit kenmerkt zich door op een goede manier voor jezelf op te kunnen komen zonder je daar rot onder te voelen of jezelf of de relatie schade toe te brengen. Je zegt wat je dwars zit zonder (passieve) agressie.  Je doet het vriendelijk en welwillend, kijkend naar oplossingen. 
Conclusie;  Assertiviteit is het uiten van je gedachten, gevoelens en meningen. Op een directe, eerlijke en gepaste wijze. Je komt op voor je eigen belangen, op een manier die passend is bij de situatie, en die respectvol is naar jezelf en naar de ander.

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen van assertief reageren
  • voordelen voor jezelf en voor de ander, jij en zij weten waar jij voor staat en waar ze bij jou aan toe zijn
  • geen dubbele gedachten, geen onverwachte uitbarstingen
  • oplossend

Slide 8 - Tekstslide

Zijn er mensen in je omgeving die assertief zijn? Leg uit hoe?

Slide 9 - Woordweb

Sub assertief/ passief
Dit zijn mensen die denken veel, kunnen zich heel erg ergeren maar ze zeggen het niet. Je zit in een treincoupé en je ergert je rot aan mensen die in de stilte coupé luidruchtig praten maar je durft er niets van te zeggen. Je windt je innerlijk er heel erg over op en dit levert stress en een heleboel nare gedachten op. Ze vinden het moeilijk om zich te uiten over wat ze dwars zit of waar ze behoefte aan hebben. Ze vragen ook zelden hulp en durven niet goed voor hun mening op te komen. voortdurende onzekerheid, minderwaardigheidsgevoelens en onvoldoende assertief gedrag kunnen problematisch en verstorend werken in het dagelijks leven en in werksituaties. En gelukkig is hier wat aan te doen.

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen van sub assertief/ passief reageren
  • werkt alleen op korte termijn, op lange termijn leidt het tot problemen
  • geen plezier, stress
  • melden problemen vaak pas als het te laat is

Slide 11 - Tekstslide

Agressief
Het andere uiterste is de agressieve mens. Deze persoon is verbaal (en soms ook fysiek) geneigd tot geweld. Ze klinken vaak boos als ze ergens iets van zeggen. Ze willen het liefst dat iedereen zich naar hun wensen en behoeften schikt. En als mensen dat niet doen "dan gaan ze er wel eens even wat van zeggen of iets aan doen" en ze stropen letterlijk of figuurlijk hun mouwen al op. Deze mensen hebben ook geen makkelijk leven, ze zijn vaak boos en ervaren hierdoor stress. Ze jagen anderen dikwijls tegen zich in het harnas door hun vaak botte of bazige houding (die zij wel eens "eerlijkheid" noemen). Ze maken weinig vrienden en verzeilen regelmatig in conflicten. Ze kunnen dit heel erg vervelend vinden en vaak zie je ook dat ze naderhand heel erg spijt hebben maar ze hebben hun boosheid of woede op zo'n moment niet onder controle.

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen van agressief reageren
  • je laat de ander ellendig voelen
  • steeds vaker en erger agressief reageren
  • je verliest grenzen uit het oog 

Slide 13 - Tekstslide


Wat lijkt het meest op jouw gedrag? Bij twijfel, kies dan het antwoord wat het meest bij je past.
A
Sub-assertief/passief
B
Assertief
C
Agressief

Slide 14 - Quizvraag

Nee zeggen is voor veel mensen moeilijk, hoe zou dit komen?

Slide 15 - Open vraag

Test!
In de volgende dia kun je jou assertiviteit checken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Deel het resultaat van de test

Slide 18 - Open vraag

Bekijk de volgende stellingen. Geef aan hoe zenuwachtig of gespannen je je zou voelen als je je in deze situaties zou bevinden.

Slide 19 - Tekstslide

Een gesprekje beginnen met een onbekende
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 20 - Quizvraag

Aan een groep mensen iets vertellen wat je hebt meegemaakt
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 21 - Quizvraag

Om uitleg vragen over iets wat je niet hebt begrepen
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 22 - Quizvraag

Iemand vertellen dat je hem of haar graag mag
A
niet gespannen
B
een beetje gespannen
C
best wel gespannen
D
heel erg gespannen

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Aan de slag 1
 Voor de beste resultaten is het belangrijk dat je stap voor stap verandert, en niet ineens verandert in een super assertief persoon. Zo voorkom je dat mensen in de war raken en dat ze je uitlachen in plaats van respecteren.

Begin dus klein. Niet alleen om anderen te laten wennen, maar ook om zelf te oefenen. Als iemand je vertelt wat je ‘moet doen’, zeg dan eens ‘nee’. Als iemand je verkeerd behandelt, geef dan eens je grens aan.

Ga van hieruit steeds een stukje verder. Blijf oefenen en blijf groeien.

Slide 25 - Tekstslide

Het kleine stapje wat is beschreven, welk stapje kun jij zetten?

Slide 26 - Open vraag

2
Je krijgt bijvoorbeeld de vraag van een kennis of je morgen een uurtje op haar zoon wilt passen. Je hebt er geen zin in en het gooit je dag in de war. Je kúnt wel, maar je wilt niet. En je beseft dat dat een prima reden is om nee te zeggen.

Leer om nee te zeggen als dat is wat je van binnen wilt zeggen. Als jij iets niet wilt, is dat een prima reden om iets niet te doen.

Maak je niet te druk om wat anderen denken. Mensen moeten misschien nog even wennen aan de nieuwe assertieve jij. Punt is, dat als jij vaak ‘nee’ zegt tegen specifieke voorstellen, mensen het niet meer aan je vragen.

Slide 27 - Tekstslide

Waar kun jij vaker nee tegen zeggen?

Slide 28 - Open vraag

3
Wat wil jij? Wat vind jij? Wat vóel jij? Zolang je je communicatie bij jezelf houdt, is het eenvoudiger om assertief te zijn. Niemand kan discussiëren over wat jij voelt. Als jij aangeeft dat het gedrag van een ander je angstig, boos, verdrietig, teleurgesteld of gestrest maakt, dan is daar niets tegenin te brengen. 

Zolang jij je communicatie bij jezelf houdt, hoef je minder bang te zijn om moeilijke gesprekken aan te gaan. We zeggen daarom, breng de ik boodschap. Ik heb het gevoel dat, ik denk dat etc.. probeer maar eens te oefenen hoe je de 'ik' in je communicatie stelt.

Slide 29 - Tekstslide

Met welke Ik boodschap kun jij oefenen?

Slide 30 - Open vraag

4
Soms als je assertief reageert kunnen er schuldgevoelens opkroppen. Je had op de zoon van je kennis kunnen passen, maar je wilde niet. En nu moest zij iemand anders bellen en heb je haar ongemak bezorgd. Dat geeft je een vervelend gevoel. Maar bekijk het eens andersom: als je wél had opgepast, had je je ook rot gevoeld. Dan was je kennis blij, maar had jij het gevoel gehad dat je gebruikt wordt. Of dat je een slappeling bent dat je geen ‘nee’ kon zeggen. Met andere woorden: het is altijd lastig. Door bij jezelf te blijven, zorg je er op zijn minst voor dat jij doet wat jij kunt doen om je grenzen te bewaken. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen geluk. Zo leren de mensen om je heen dat ze niet over je heen kunnen lopen. Ja, soms moet je natuurlijk gewoon aardig zijn. Maar aardig zijn en over je heen laten lopen zijn twee verschillende dingen. Jij mag iets niet willen, en je mag nee zeggen. Als de situatie nu écht nijpend was (bijv. omdat je kennis snel oppas nodig heeft vanwege een noodgeval), kan haar zoon vast wel bij je terecht. Voel je niet schuldig. Voel je trots dat je voor jezelf opkomt. Zo ervaar je veel meer vrijheid, controle en plezier in je leven.

Slide 31 - Tekstslide

Hoe/waar kun jij meer verantwoordelijkheid nemen voor je eigen geluk?

Slide 32 - Open vraag


Wat is je actie van de week?

Slide 33 - Open vraag

Wat haal je uit deze les?

Slide 34 - Woordweb

Tot volgende week!

Slide 35 - Tekstslide