2B donderdag 21-11 Verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Verwijzen naar bezit

Wat gaan we doen?

- Eerst stillezen 

- Nakijken huiswerk 

- Les over verwijzen naar bezit 

Type hier een titel

Herhaling Verwijzen

Verwijswoorden maken het makkelijker om de tekst te lezen. Het is saai om steeds dezelfde woorden te gebruiken. 

Mijn moeder kocht een fiets. Mijn moeder vindt het een mooie fiets. 

Beter is:  Mijn moeder kocht een fiets. Zij vindt het een mooie fiets. 

Om te weten of iets een de-woord of het-woord is, kun je altijd in het woordenboek kijken.

Aan het eind van deze les

Aan het einde van deze les

• Kan je op de juiste manier verwijzen naar bezit

Wat weet jij al over

Verwijzen naar bezit

Dit is een woordweb.

Type hier een titel

Verwijzen

Type hier een titel

Verwijzen naar bezit

Is eigenlijk niets anders dan het bezittelijk voornaamwoord. 

De zin 'Suzan speelt met Suzans bal' vinden we heel raar klinken. 

Logischer is dat we een verwijswoord gebruiken: 'Suzan speelt met haar bal.'

Hier wordt dus het bezittelijk voornaamwoord haar gebruikt om te verwijzen naar Suzan.

Type hier een titel

Aan het werk

Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 3 Verwijzen naar bezit (blz. 218 en 219)   

Voor deze opdrachten krijgen jullie 20 minuten de tijd. 

Ben je klaar, dan maak je een puzzel achterin je boek. 

Type hier een titel

Nabespreken

We doen klassikaal een paar vragen samen om te kijken of het goed gegaan is. 

Daarna gaan kan je je antwoorden nakijken met het antwoordmodel. 

Ben je nog niet klaar, dan maak je het eerst thuis af en kan je volgende les nakijken. 

Je 

Welke opdrachten wil je nog even klassikaal bespreken?

Dit is een open vraag.

Stel een vraag over iets wat je 

nog niet zo goed hebt begrepen.

Dit is een open vraag.

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Dit is een open vraag.

Aan het eind van deze les

Aan het einde van deze les

• Kan je op de juiste manier verwijzen naar bezit

npo.nl