Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2B donderdag 21-11 Verwijswoorden
Verwijzen naar bezit
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verwijzen naar bezit
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Eerst stillezen
- Dagopening
- Nakijken huiswerk
- Les over verwijzen naar bezit
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Type hier een titel
Herhaling Verwijzen
Verwijswoorden maken het makkelijker om de tekst te lezen. Het is saai om steeds dezelfde woorden te gebruiken.
Mijn moeder kocht een fiets. Mijn moeder vindt het een mooie fiets.
Beter is:
Mijn moeder kocht een fiets.
Zij
vindt het een mooie fiets.
Om te weten of iets een de-woord of het-woord is, kun je altijd in het woordenboek kijken.
Slide 6 - Tekstslide
Aan het eind van deze les
Aan het einde van deze les
Kan je op de juiste manier verwijzen naar bezit
Weet je wat
vergelding
en
fabel
betekenen
Slide 7 - Tekstslide
Wat weet jij al over
Verwijzen naar bezit
Dit is een woordweb.
Slide 8 - Woordweb
Type hier een titel
Verwijzen
Slide 9 - Tekstslide
Type hier een titel
Verwijzen naar bezit
Is eigenlijk niets anders dan het bezittelijk voornaamwoord.
De zin 'Suzan speelt met Suzans bal' vinden we heel raar klinken.
Logischer is dat we een verwijswoord gebruiken: 'Suzan speelt met haar bal.'
Hier wordt dus het bezittelijk voornaamwoord
haar
gebruikt om te verwijzen naar
Suzan.
Slide 10 - Tekstslide
Type hier een titel
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 3 Verwijzen naar bezit (blz. 218 en 219)
Voor deze opdrachten krijgen jullie 20 minuten de tijd.
Ben je klaar, dan maak je een puzzel achterin je boek.
Slide 11 - Tekstslide
Type hier een titel
Nabespreken
We doen klassikaal een paar vragen samen om te kijken of het goed gegaan is.
Daarna gaan kan je je antwoorden nakijken met het antwoordmodel.
Ben je nog niet klaar, dan maak je het eerst thuis af en kan je volgende les nakijken.
Je
Slide 12 - Tekstslide
Welke opdrachten wil je nog even klassikaal bespreken?
Dit is een open vraag.
Slide 13 - Open vraag
Stel een vraag over iets
wat je
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.
Slide 14 - Open vraag
Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.
Slide 15 - Open vraag
Wat betekent vergelding?
Dit is een open vraag.
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent fabel?
Dit is een open vraag.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Aan het eind van deze les
Aan het einde van deze les
Kan je op de juiste manier verwijzen naar bezit
Weet je wat
vergelding
en
fabel
betekenen
Slide 19 - Tekstslide
npo.nl
Slide 20 - Link
Meer lessen zoals deze
2KGT Formuleren Verwijzen naar bezit
Oktober 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2KGT Formuleren Verwijzen naar bezit
5 dagen geleden
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2KGT Formuleren Nog meer verwijzen
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2KGT Formuleren Verwijzen naar personen en dingen
Oktober 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2KGT Formuleren Verwijzen naar personen en dingen
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Verwijswoorden
Maart 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
7/2 verwijswoorden, H4
Februari 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
OEFENEN HERHALEN 37-45-46-53
Mei 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1