In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Met de 1e naamval
De voorgaande persoonlijke voornaamwoorden ken je van het vervoegen van werkwoorden. Dit zijn de persoonlijke voornaamwoorden met de 1e naamval.
We kennen ze ook met de 4e naamval.
pers. vnw. in de eerste naamval:
ik = ich wir = wij
jij = du ihr = jullie
hij = er sie = zij/ze
zij = sie Sie = u
het = es