Havo 5 nectar 13.2

Paragraaf 13.2
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 13.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode (TW2)

Slide 2 - Tekstslide

Deze periode (SE2)

Slide 3 - Tekstslide

Inademen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Lucht stroomt naar binnen
Longvolume wordt groter
Borstholte wordt groter
Middenrif beweegt omlaag

Slide 4 - Sleepvraag

Uitademen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Lucht stroomt naar buiten
Longvolume wordt kleiner
Borstholte wordt kleiner
Middenrif ontspant

Slide 5 - Sleepvraag

Bij een inademing
A
tussenribspieren trekken samen, middenrif spant aan
B
tussenribspieren ontspannen, middenrif spant aan
C
tussenribspieren trekken samen, middenrif ontspant
D
tussenribspieren ontspannen, middenrif ontspant

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Deel van het ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Teugvolume
Restvolume
Totale longcapaciteit

Slide 7 - Sleepvraag


In de afbeelding wordt een spirogram weergegeven.
Met welke letter wordt het restvolume aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding wordt een spirogram weergegeven.
Met welke letter wordt het teugvolume weergegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quizvraag

In de afbeelding wordt een spirogram weergegeven.
Hoe groot is vitale capaciteit ongeveer?
A
0,5 L
B
3 L
C
5 L
D
6 L

Slide 10 - Quizvraag

Gegevens ademhaling van een hardloper:
- vitale capaciteit 3,2 L
- Teugvolume 0,4 L
- restvolume 1,4 L

Wat is het totale longcapaciteit van de hardloper?

vitale capaciteit 3,2 liter
ademvolume 0,4 liter
restvolume 1,4 liter
A
5,0 L
B
4,6 L
C
3,6 L
D
2,8 L

Slide 11 - Quizvraag

Ademhaling
Inademen
uitademen
Middenrifspieren
Borstkas volume
Longvolume
Luchtdruk in longen
Middenrif
trekken samen
ontspannen
groter
kleiner
kleiner
groter
kleiner
groter
boller
platter

Slide 12 - Sleepvraag

longblaasjes
long
bronchie
Bronchiole
luchtpijp

Slide 13 - Sleepvraag

Leerdoelen 13.1

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen 13.2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Longblaasjes 
BiNaS 83A

Slide 17 - Tekstslide

Gaswisseling 
BiNaS 83A

Slide 18 - Tekstslide

Gaswisseling 
Gaswisseling in longblaasjes:
  • zuurstof van de lucht naar het bloed
  • koolstofdioxide van het bloed naar de lucht

Gaswisseling gaat snel door:
  • longblaasjes hebben samen groot oppervlak (70-90 m2)
  • wand longblaasjes is dun (0,0002 mm)
  • veel haarvaten om longblaasjes (ook dunne wand!)
  • lucht verversen door ademhaling: nieuwe zuurstof in longblaasjes

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Regeling ademhaling

  • Hoge CO2-concentratie -> pH daalt
  • Chemoreceptor in aorta: meting CO2-concentratie en pH in het bloed

  • Ademcentrum in hersenstam
ontvangt signaal van chemoreceptor
  • te hoog: hersenen sturen impulsen naar ademhalingsspieren -> ademhaling versnelt

    Slide 22 - Tekstslide

    Astma en COPD

    Slide 23 - Tekstslide

    Waardoor kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

    A
    de wand van de luchtpijp is erg dun
    B
    er zit een laagje slijm in de longblaasjes
    C
    Het oppervlak van de longblaasjes is groot
    D
    alle antwoorden zijn goed

    Slide 24 - Quizvraag

    Wat is gaswisseling?
    A
    Het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam
    B
    Het transport van voedingsstoffen in het bloed
    C
    Het produceren van energie in de cellen
    D
    Het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide in de longen

    Slide 25 - Quizvraag

    In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
    Bij gaswisseling gaat....
    A
    -koolstofdioxide het bloed in -zuurstof het bloed uit
    B
    -koolstofdioxide het bloed in -glucose het bloed uit
    C
    -zuurstof het bloed in -koolstofdioxide het bloed uit
    D
    -glucose het bloed in -zuurstof het bloed uit

    Slide 26 - Quizvraag

    Rode bloedcellen geven .................................... af in de longen
    Rode bloedcellen nemen...................op in de longen
    Dit proces noemen we.............................
    Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle.....................vervoerd.
    De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de..........................
    zuurstof
    longen
    koolstofdioxide
    organen
    gaswisseling

    Slide 27 - Sleepvraag

    holle ader
    rechterboezem
    aorta
    longslagader
    longhaarvaten
    organen
    linkerboezem
    longader
    linkerkamer

    Slide 28 - Sleepvraag

    poortader
    holle ader
    aorta
    nierader
    leverslagader
    halsader
    leverader
    halsslagader
    nierslagader
    longslagader

    Slide 29 - Sleepvraag

    Leerdoelen 13.2

    Slide 30 - Tekstslide



      • Lezen 13.3 (5 min!)
      • Maken 13.2: opdracht 19, 22, 25, 26, 29-33  + extra BiNaS vragen
      Aan het werk

      Slide 31 - Tekstslide