Practicum v2 Weerstanden Kleurcodering Serie Parallel

Je werkt dit practicum met de Volt- en Ampèremeter en werkt met kleurcodering van weerstanden.

Je bouwt straks een schakeling om de spanning over de weerstand en de stroom door de weerstand te meten.

Je schrijft je metingen / berekeningen op papier en levert foto's in in de LU. Als je als groepje werkt, levert één persoon per groepje de LU in. Elke groepslid maakt de opdrachten in het schrift.

Je krijgt een cijfer als groep en via een individuele opdracht achteraf.

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Je werkt dit practicum met de Volt- en Ampèremeter en werkt met kleurcodering van weerstanden.

Je bouwt straks een schakeling om de spanning over de weerstand en de stroom door de weerstand te meten.

Je schrijft je metingen / berekeningen op papier en levert foto's in in de LU. Als je als groepje werkt, levert één persoon per groepje de LU in. Elke groepslid maakt de opdrachten in het schrift.

Je krijgt een cijfer als groep en via een individuele opdracht achteraf.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef alle namen van het groepje
(incl. die van jezelf).

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bouwt straks een schakeling om de spanning over de weerstand en de stroom door de weerstand te meten.

Teken de schakeling met de juiste symbolen op een blad.
Gebruik een spanningsbron, één weerstand,  en volt- en ampèremeter.

 Lever een foto in op de volgende pagina.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken de schakeling met de juiste symbolen in je schrift.
Gebruik een spanningsbron, één weerstand, en een volt- en ampèremeter.
Lever een foto van je schakeling in.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt 3 weerstandjes tot je beschikking.  Deze hebben 4 of 5 banden. De laatste band is de 'nauwkeurigheid' van de weerstand in procenten. De een - na laatste is de vermenigvuldigingsfactor. De eerste 2 of 3 banden geven de waarde van de weerstand aan. Kijk goed of de kleuren van je weerstand kloppen met de foto.
Bepaal de  waardes van elk van de weerstanden.
Let op: je kan je weerstand op z'n kop moeten houden EN de laatste band kan anders zijn dan 'goud' hieronder. De 'gele' kleur hieronder is dus 'goud'.

R1      
                                                       of

R2
                                                        of

R3
                                                        of
Bepaal van elk van de weerstand R1, R2 en R3 de waarde van de weerstand en noteer deze in je schrift. Laat ook zien HOE je aan de antwoorden gekomen bent.

Slide 5 - Tekstslide

R1 = 27 Ω
R2 = 56 Ω
R3 = 100 Ω
Voer hieronder de waardes van je weerstanden in.
R1 = ... Ω +/- ... %
R2 = ... Ω +/- ... %
R3 = ... Ω +/- ... %
Je mag Ω als 'ohm' schrijven.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat straks je schakeling bouwen.
Je gebruikt een batterij als spanningsbron.

Je gaat eerst de spanning van je batterij meten. Je sluit hiertoe de voltmeter direct op je batterij aan.

LET OP dat je niet per ongeluk de AMPÈREMETER op de batterij aansluit.

Op de volgende slide kijk je of je snapt hoe je je voltmeter straks kan aflezen. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


NOG NIET BOUWEN!!
Je gaat je voltmeter aansluiten op de (max) 15 V ingang. Dit betekent dat als de wijzer helemaal uitgeslagen is, dit 15 V voorstelt.
Stel dat je de meting hiernaast krijgt. Hoeveel volt meet je nu?
Rond af op één decimaal.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Sluit je batterij aan op de '2V' of '3V' ingang van je voltmeter. Zorg dat de 'plus' kant van de batterij (rode aansluiting) overeenkomt met de 'plus' kant van je meter.

Maak een foto van je wijzerplaat / voltmeter, en typ je afgelezen waarde  ook in .

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt met een berekening beredeneren hoe groot je stroom maximaal zal worden.
In de volgende slide een vraag hierover.

Je weet nu je spanning van je batterij (heb je op de vorige slide gemeten).
Je hebt 3 weerstanden
R1 = 27 Ω   |  R2 = 56 Ω    |   R3 = 100 Ω  

Bij welke weerstand zal de stroom het grootst zijn? Bereken deze stroom in mA om de volgende vraag te kunnen beantwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stroom die (als ik de schakeling goed bouw met één van de weerstanden) maximaal zal lopen is:
A
100 mA
B
250 mA
C
2,5A (=2500 mA)
D
meer dan 2,5 A

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De maximale stroom in je schakeling zal 100 mA zijn.

Op welke manier moet je de ampèremeter
nu aansluiten? Zie de figuur hiernaast.
A
Op manier A.
B
Op manier B.
C
Op manier C.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


NOG NIET BOUWEN!!
Je sluit je stroommeter dus altijd eerst op de '500' ingang aan. 
Stel dat je de meting zoals in de figuur hiernaast doet (de rechter, rode,  wijzer). Hoeveel stroom meet je dan? 

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bouw de schakeling met weerstand R1 en maak er een duidelijke foto van waar alle onderdelen goed zichtbaar zijn en duidelijk is hoe de draden lopen. Sluit de + pool van de batterij nog NIET aan.
Laat je foto door de docent controleren.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Laat voordat je de voedingskast aansluit op het stopcontact, of in ieder geval voordat je hem aanzet, je schakeling controleren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer de schakeling is goedgekeurd, mag je de stekker in het stopcontact steken. Draai de spanning op de voedingsbron tot (ongveer) 6 V.
Draai de 'stroom' knop helemaal open (dit is nl. een begrenzing).
Er loopt nog geen stroom want de schakelaar is nog niet ingedrukt.
Heb je bovenstaande goed uitgevoerd?
A
Ja!
B
Ja ik denk het wel.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Sluit de + pool van de batterij aan. Lees de spanning en de stroom af en noteer deze. Als de stroom ONDER de 50 mA is, mag je de stroommeter aansluiten op de '50 mA' ingang. Maak een foto van de stroommeter en lever deze in. Typ ook je spanning en stroom in. Vervang daarna de weerstand voor R2, en herhaal de meting, foto en waardes. Doe dit ook voor R3. Zet je metingen in een overzichtelijke tabel.
Zie een voorbeeld hiernaast. Jouw spanning zal in de buurt van de 1,5 V zijn.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bereken met de gemeten spanning en stroom uit de vorige slide de weerstanden. Vergelijk deze met de eerder via kleurcodering gevonden weerstanden. (Zie voorbeeld (waardes kloppen niet!) tabel hiernaast).
Bereken de procentuele afwijking tussen je uit je meting berekende waarde van de weerstand en die van de kleurcodering.

I = U/R

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze vraag is niet verplicht.
Is je procentuele afwijking acceptabel? Leg uit.
Gebruik hiervoor de kleur-gegevens van de weerstand.


Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

INDIEN TIJD OVER:

Je gaat nu 2 weerstanden in serie schakelen.
Teken eerst het schakelschema en lever dit in.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Teken de schakeling van 2 weerstanden R1 en R2 in serie met de juiste symbolen op het blad. Je wilt de stroom uit de batterij en de spanning over beide weerstanden samen meten. Lever een foto van je schakeling in.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bouw de schakeling en meet de spanning en de stroom. Bereken met deze U en I de totale weerstand. Bereken ook de weerstand via de regels voor een serieschakeling Rt = R1 + R2. Lever je metingen en berekeningen in.
LEVER OOK EEN FOTO VAN JE STROOMMETER TIJDENS DE METING IN.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bouwt nu een schakeling met alle 3 de weerstanden.
Je zet R2 en R3 parallel, en daaraan R1 in serie.
Zie de figuur. 
Je sluit de stroommeter aan zodat je de hoofdstroom (uit de batterij) meet.

Bouw de schakeling, en maak een foto van de schakeling. Meet de stroom en maak een foto van de stroommeter.

Sluit de voltmeter aan op elk van de weerstanden apart, maak een foto van de voltmeter en noteer de spanning. Je doet dus 3 metingen van de spanning.


Combinatieschakeling
Doel:
-Meten hoofdstroom
-Meten spanningen over R1, R2 en R3

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lever een foto van je gebouwde schakeling in, een foto van je gemeten stroom en de 3 gemeten spanningen. Maak ook een tabel met alle waarden, dus I, R1, R2 en R3

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


1. Bereken met de batterijspanning en hoofdstroom de totale weerstand, en controleer deze met de R1, R2 en R3 en de formules voor serie- en parallel weerstanden.
2. Bereken met de gemeten spanningen en de bekende weerstanden R1, R2 en R3 de stromen door de weerstanden.
3. Laat zien dat de stromen en spanningen 'kloppen' met elkaar, met de regels van serie en parallel.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Je hebt nu via je meting de vervangingsweerstand bepaald.
Met inmiddels jouw bekende waardes van de weerstanden kan je deze vervangingsweerstand ook berekenen.
Je gebruikt hiervoor de formules:
Rv = R1 + R2 + ... (bij serie) en 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + 1/... (bij parallel).
Bereken de Rv van jouw schakeling, en lever deze berekening in. 
Klopt de waarde (enigszins) met je eerder gevonden waarde?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bonusvraag
Herhaal je metingen/berekeningen voor serie R1 + R3 en R2 + R3 en parallel R1 + R2 en R1 + R3. 

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder kan je nog vragen en opmerkingen over dit practicum kwijt.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies