7.4.1kg

7.4 Nederland verduurzaamt
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 Nederland verduurzaamt

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
  • Je gaat zelfstandig aan de slag met 7.4 aan de hand van deze Lessonup.
  • Pak je boek erbij.
  • Je hebt oortjes/een koptelefoon nodig. Heb je die niet bij je, dan kun je de filmpjes niet kijken. Dat zorgt voor overlast.

Je krijgt zo eerst een vraag om je voorkennis op te halen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke manieren om te verduurzamen ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Na deze les...
  • kun je uitleggen waarom wij een te grote ecologische voetafdruk hebben;
  • weet je dat de bodem, de lucht en water op verschillende manieren worden vervuild.

Slide 4 - Tekstslide

Instructie
  • Op de volgende slides komen de teksten uit 7.4 voorbij. 
  • De hoofdzaken zijn gemarkeerd. Als je handig bent, neem je dit over in je eigen boek.
  • De teksten worden afgewisseld met vragen en filmpjes.
  • Als je geen koptelefoon/oortjes bij je hebt, kun je de filmpjes niet kijken.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De ecologische voetafdruk laat zien
Wat is de beste omschrijving van de ecologische voetafdruk?
De ecologische voetafdruk laat zien,

A
hoe rijk ieder land is
B
hoeveel afval ieder mens produceert
C
hoeveel grondstoffen ieder mens gebruikt
D
hoeveel hectare van de aarde ieder mens gebruikt

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de ecologische voetafdruk?
A
De manier waarop je leeft
B
De energie die je gebruikt
C
Hoeveel geld je uitgeeft
D
Het eten dat je gebruikt

Slide 9 - Quizvraag

Zie wereldkaart.
Welk werelddeel heeft de grootste ecologische voetafdruk volgens deze kaart?


A
Azië
B
Europa
C
Noord-Amerika
D
Zuid-Amerika

Slide 10 - Quizvraag

Gebruik bron 1 hiernaast

Kies de juiste woorden.

De gemiddelde ecologische voetafdruk wereldwijd is ..1...
dan de ruimte die er beschikbaar is per persoon. Dit betekent dat we op dit moment ..2..duurzaam leven.
A
1= groter 2 = wel
B
1= groter 2 = niet
C
1=kleiner 2 = wel
D
1= kleiner 2 = niet

Slide 11 - Quizvraag

Hoe groot is jouw ecologische voetafdruk? Doe de test om het uit te vinden. De link staat op de volgende pagina.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Dit is een voorbeeld van:
A
Bodemvervuiling
B
Watervervuiling
C
Luchtvervuiling
D
Geen van allen

Slide 16 - Quizvraag

Vliegen met het vliegtuig
A
Watervervuiling
B
Luchtvervuiling
C
Bodemvervuiling
D
Horizonvervuiling

Slide 17 - Quizvraag

Deze fabriek zorgt voor:
A
Watervervuiling
B
Bodemvervuiling
C
Natuurlijk evenwicht
D
Luchtvervuiling

Slide 18 - Quizvraag

Dit plaatje hoort bij
A
bodemvervuiling
B
watervervuiling
C
luchtvervuiling

Slide 19 - Quizvraag

Bodemvervuiling
Luchtvervuiling
Watervervuiling
De grond die vervuild raakt.
Afvalstoffen die in het water zijn opgelost.
Ontstaat door industrie, landbouw en verkeer.

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

Wat is de plastic soep?
A
Er wordt soep gemaakt van plastic.
B
Er is te weinig plastic om soep van te maken.
C
Er is veel plastic en ander afval in de oceaan.
D
Dit is soep voor dieren in de oceaan.

Slide 22 - Quizvraag

Met de auto op vakantie
Duurzame engergie
Stijgende zeespiegel
Zwerfafval
Fiets in de gracht
Plastic soep
Milieuvervuiling
klimaatverandering

Slide 23 - Sleepvraag

Wat voor dingen vind je het meest in  de plastic soep?

Slide 24 - Sleepvraag

Na deze les...
  • kun je uitleggen waarom wij een te grote ecologische voetafdruk hebben;
  • weet je dat de bodem, de lucht en water op verschillende manieren worden vervuild.

Slide 25 - Tekstslide

Ik kan uitleggen waarom wij een te grote ecologische voetafdruk hebben.

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik weet dat de bodem, de lucht en water op verschillende manieren worden vervuild.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Aan het werk
Wat: maak §7.4 in je boek. Of: klik door en bekijk het filmpje (alleen als je oortjes/een koptelefoon bij je hebt).
Doen: alleen.
Hoelang: tot het eind van de les.
Hulp: vraag eerst een buur, dan de docent.
Klaar: lees de teksten uit §7.4. Kijk je werk na.
Resultaat: we sluiten gezamenlijk af.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video