Nederlands, hfd 2 Spelling - d/t

hoofdstuk 2 
Spelling
Woorden die eindigen op -d of -t
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 2 
Spelling
Woorden die eindigen op -d of -t

Slide 1 - Tekstslide

In de volgende slides moet je rijmwoorden invullen.
kijk goed hoe je de woorden schrijft
Mijn schaatsheld
Het stadion is heel oud
de banken zijn van .......
en het is er vreselijk .......
maar mijn held doet niets .......
en voor mijn ogen wint hij .......

Slide 2 - Tekstslide

de banken zijn van .......

A
gout
B
hout
C
houd
D
goud

Slide 3 - Quizvraag

en het is er vreselijk.......
A
kout
B
warm
C
koud
D
fris

Slide 4 - Quizvraag

maar mijn held doet niets .......

A
fout
B
hout
C
houd
D
foud

Slide 5 - Quizvraag

en voor mijn ogen wint hij.......
A
gout
B
warm
C
goud
D
fris

Slide 6 - Quizvraag

Theorie:
-d?  of -t?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig
Opdracht 1 doen we samen
Opdracht 2 tot en met 7 maak je zelfstandig

Als je thuis werkt maak je 1 tot en met 7 in:
 Magister - Nieuw Nederlands- hfd 2 - spelling

Slide 10 - Tekstslide