VZ, TW, WW

TW,VZ, WW
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TW,VZ, WW

Slide 1 - Tekstslide

Telwoorden
= Een telwoord (tw) geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.

vb: Op de honderdste verjaardag van mijn oma kwamen zestig volwassenen en één baby.

Slide 2 - Tekstslide

Twee soorten telwoorden:
                                           = (htw) Geeft een hoeveelheid aan
                                            vb: Ik heb ... (drie, honderdtwintig, veel)                                                           pennen in mijn etui.

                                           = (rtw) geeft een volgorde aan. Een                                                                  rangtelwoord eindigt altijd op -de of -ste.                                        vb:  Ik zit op de zesde rij in de klas.
rangtelwoord:
-de
-ste
hoofdtelwoord:
hoeveelheid

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetsels?

Slide 4 - Open vraag

Voorzetsels
Voorzetsels zijn woorden die aangeven waar of wanneer iets zich bevindt. 
Welke woorden kunnen je helpen? 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Rangtelwoord
A
eerste
B
twaalf
C
weinig
D
driehonderdtwaalf

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdtelwoord
A
tiende
B
dertigste
C
negenendertigste
D
weinig

Slide 8 - Quizvraag

Vind het rangtelwoord:
Meer dan honderd mensen hebben de tweede kans gepakt.
A
Meer
B
honderd
C
tweede
D
honderdtwee

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel telwoorden heeft de zin:
Er is veel gezegd over de dertigste en laatste editie van The Voice.
A
2
B
3
C
4
D
1

Slide 10 - Quizvraag

Er zat een kraai op ons dak.

Slide 11 - Open vraag

Achter onze schuur zat een kat onder de kruiwagen.

Slide 12 - Open vraag

Ricky zat naast Kelly en achter Sven.

Slide 13 - Open vraag

Tijdens de zielige film heb ik hard gehuild.

Slide 14 - Open vraag

Na het voetballen heb ik honger.

Slide 15 - Open vraag