Klas 1 - Thema elektra - les 5 - deurbel, Yuverta stijl

Techniek


Thema elektra
les 5 deurbel

1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Techniek


Thema elektra
les 5 deurbel

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over deurbel?

Slide 2 - Woordweb

Inleiding
Doelstellingen
Competenties
    1. Signaalgeven
    2. Transformator
    3. Videodeurbel
    4. Stroomkring
    5. Kleur van de stroomdraden
    6. Zelf een stroomkring maken
    7. Opruimen
Praktijkopdracht
Zelfbeoordeling competenties
Toegepast rekenen
Huiswerkopdracht
Begrippenlijst 

Inhoudsopgave

Slide 3 - Tekstslide


In deze les krijg je kennis over hoe een deurbel werkt. 
Je gaat ook onderzoeken hoe iets werkt.

Dit doe je niet alleen, maar samen met een klasgenoot.
Je moet dus ook leren samenwerken en samen naar oplossingen proberen te zoeken. Dat noemen we werken aan competenties.

Lees eerst de les goed door en maak vervolgens de theorieles. Maak daarna pas de praktijkles.
 Als je klaar bent, vul je de reflectievragen in.
 
Bij deze les horen ook toegepaste rekenvragen.
Met deze rekenvragen krijg je inzicht wat je kan besparen aan stroom en waardoor je minder het milieu kan belasten.

Inleiding

Slide 4 - Tekstslide



Tijdens deze les ga je het volgende leren:
1. Je leert wat een signaal is.
2. Je leert wat een transformator is.
3. Je leert verschillende type deurbellen herkennen.
4. Je leert wat een stroomkring is. 
5. Je leert hoe je een stroomkring kunt lezen en tekenen.
6. Je leert een deurbel aansluiten.
Doelstellingen

Slide 5 - Tekstslide

Competenties
Aan deze competenties ga je werken:
• K 2.3 Hoe goed kan je samenwerken 
• K 2.8 Vakdeskundigheid toepassen 
• K 2.11 Onderzoeken 
 

Slide 6 - Tekstslide

Als we voor iemands deur staan willen we dit graag duidelijk maken door aan te bellen. 
De persoon die dan thuis is hoort een signaal, de bel gaat, en weet zo dat hij de voor de deur staat.

Er zijn allerlei verschillende typen deurbel installaties te vinden. Sommigen werken op batterijen en anderen werken met behulp van een transformator. 

Er zijn ook videodeurbellen te vinden met een camera er in. Hierbij kun je ook iemand zien als er wordt aangebeld. Dit is een zogenaamde videodeurbel.

1. Signaalgeven

Slide 7 - Tekstslide


Een deurbel op batterijen is een makkelijkere installatie. Het grote nadeel van een deurbel op batterijen is dat de batterijen op kunnen raken. Als de batterij leeg is doet de deurbel het niet meer. Je zal dan de batterij moeten vervangen. Daarbij komt dat batterijen slecht zijn voor het milieu. 

Door deze nadelen worden nog steeds de meeste deurbelinstallaties aangesloten via een transformator. De bel werkt op 8 volt. Het voltage van het stroomnet is 230 volt. Het voltage van het stroomnet van 230 volt zal verlaagd moeten worden naar 8 V. Dit doet de transformator. Een deurbel transformator zet het voltage dus om naar een veiligere voltage.
2. Transformator

Slide 8 - Tekstslide

Om een veiliger gevoel te krijgen maken we tegenwoordig ook gebruik van een video deurbel. Zodra iemand op de schakelaar van de deurbel drukt gaat de camera in de schakelaar aan. Jij kan dan binnen via een intercom (beeldscherm) zien wie voor de deurstaat en eventueel via de intercom met hem praten. Ook is er vaak een mogelijkheid dit te doen via je telefoon. Handig terwijl je bijvoorbeeld aan het boodschappen doen bent en er wordt aangebeld. Het lijkt dan net of je thuis bent. 
3. Videodeurbel
Deurbel met batterijen
Deurbel met transformator
Video deurbel

Slide 9 - Tekstslide

Om de zoemer van de belinstallatie af te laten gaan moeten we de stroomkring eerst laten sluiten. Ook hier maken we gebruik van symbolen om dit duidelijk te maken. De stroom komt van de stroombron, transformator en gaat naar de schakelaar. Als de schakelaar is geopend gaar de stroom niet verder en zal de zoemer niet afgaan. Als de schakelaar is gesloten gaat de stroom naar de zoemer, de zoemer geeft een geluidsignaal. De retour stroom gaat weer terug naar de transformator.
4. Stroomkring

Slide 10 - Tekstslide

Om te herkennen welke stroomdraad welke functie heeft maken we gebruik van kleuren.
  • bruin = fasedraad 230V
  • rood = fasedraad laagspanning 8V ook wel de aanvoer + genoemd
  • blauw = de nuldraad ook wel de retourdraad de – genoemd
  • zwart = de schakeldraad, zit tussen de schakelaar en een gebruiker in
  • geel/groen = aardedraad
5. Kleur van de                          stroomdraden

Slide 11 - Tekstslide

Een deurbel met baterijen is WEL / NIET milieuvriendelijk.
A
wel
B
niet

Slide 12 - Quizvraag

Een deurbel met camera geef WEL / NIET een veiliger gevoel.
A
wel
B
niet

Slide 13 - Quizvraag

Een transformator is nodig om de stroom van het net WEL / NIET te verhogen.
A
wel
B
niet

Slide 14 - Quizvraag

Waarom maken we gebruik van symbolen in een in een tekening?

Slide 15 - Open vraag

Waarom geven we de draden in een installatie een verschillende kleur?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

In de deurbel aansluiting ontbreekt nog 1 draad. Sleep de juiste ontbrekende draad op de juiste plek

Slide 18 - Sleepvraag

Omschrijf hoe de stroom rond gaat vanaf de stekker en weer terug komt bij de stekker bij een deurbelinstallatie. zie eventueel vorige vraag.

Slide 19 - Open vraag

Plaats de juiste symbolen in de stroomkring zodat de lamp gaat branden.

Slide 20 - Sleepvraag

Pak het kunststofbakje "Deurbel" uit het magazijn.
Je gaat oefenen hoe je een stroomkring kunt maken.


6. Zelf een stroomkring        maken
kunststofbakje geleiding
fitting
schakelaar
Stroombron / batterij
stroomdraadjes
lampje
schroevendraaier met spanningszoeker

Slide 21 - Tekstslide

Uit te voeren stappen:
  1. Draai het lampje in de fitting
  2. Vouw één zijde van een draadje (het koperen gedeelte) om de "+" pool van de batterij.
  3. Hou de andere kant van het draadje (koperen gedeelte) tegen een schroefje van de fitting.
  4. Vouw één zijde van een ander draadje (het koperen gedeelte) om de "-" pool van de batterij.
  5. Hou de andere kant van het draadje (koperen gedeelte) tegen het andere schroefje van de fitting.

Vul de vraag in op de volgende slide                           is hetzelfde als        

6. Zelf een stroomkring        maken

Slide 22 - Tekstslide

Het lampje gaat WEL / NIET branden?
A
wel
B
niet

Slide 23 - Quizvraag

Uit te voeren stappen:
  1. Draai het lampje in de fitting
  2. Open de schakelaar
  3. Vouw één zijde van een draadje (het koperen gedeelte) om de + pool van de batterij.
  4. Klem de andere kant van het draadje (koperen gedeelte) onder één schroefje van de schakelaar.
  5. Klem een draadje met de ene zijde (koperen gedeelte) onder de andere zijde van de schakelaar 
  6. Klem de andere kant van het draadje (koperen gedeelte) onder een schroefje van de fitting.
  7. Vouw één zijde van een ander draadje (het koperen gedeelte) om de - pool van de batterij.
  8. Klem de andere kant van het draadje (koperen gedeelte) onder het andere schroefje van de fitting.

Vul de vraag in op de volgende slide                                             

6. Zelf een stroomkring        maken

Slide 24 - Tekstslide

Als het goed is heb je de volgende schakeling gemaakt:                                           

6. Zelf een stroomkring        maken

Slide 25 - Tekstslide

Als de schakelaar niet is ingedrukt gaat de lamp WEL / NIET branden?
A
wel
B
niet

Slide 26 - Quizvraag

Als de schakelaar is ingedrukt gaat de lamp WEL/ NIET branden?
A
wel
B
niet

Slide 27 - Quizvraag


Uit te voeren stappen:
1. Haal de draden van de batterij af. Eerst de - pool, dan de + pool.
2. Draai de schroefjes los van de schakelaar.
3. Haal de draadjes van de schakelaar af.
4. Draai de schroefjes van de schakelaar weer voorzichtig aan
2. Draai de schroefjes los van de fitting.
3. Haal de draadjes van de fitting af.
4. Draai de schroefjes van de fitting weer voorzichtig aan.
5. Zorg dat alle spullen weer in het bakje zitten (lampje, fitting, draden, batterij, schakelaar,      schroevendraaier) 
6. Zet het bakje weer terug op de juiste plek in het magazijn.


8. Opruimen

Slide 28 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor de praktijkles: 





      Een rek                     Practicumbord deurbel              Striptang           Schroevendraaier met                                                                                                                          spanningszoeker


Plaats het rek op de werkbank en en hang het practicum bord er in.




Praktijkopdracht
Deurbel

Slide 29 - Tekstslide

Demonteren beschermkapjes 
 
Uit te voeren stappen:

1. Maak alle witte beschermkapjes los van het practicumbord
2. Maak het kapje van de drukschakelaar los.
3. Schroef de drukschakelaar van het bord los.


Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 30 - Tekstslide


Als het uiteinde van de stroomdraden te kort zijn geworden, 
strip dan het uiteinde opnieuw zodat er voldoende koperdraadjes zichtbaar zijn. 

zie volgde slide het filmpje met uitleg hierover.
Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Deurbel
Praktijkopdracht
Tip, draai nooit de schroefjes helemaal los zodat ze er uitvallen

4. Draai het schroefje van de kroonsteen aan de andere  
    kant van de bruine draad iets los en doe het uiteinde 
    van de rode draad tegen over de bruine draad in de 
    kroonsteen en draai het schroefje weer vast.
  
5. De andere kant van de rode draad gaat naar de 
    schakelaar toe. Draai aan de achterkant van de  
    schakelaar 1 schroefje iets los en klem onder dit     
    schroefje de rode draad en draai het schroefje weer 
    vast.


Slide 33 - Tekstslide


6.Draai nu het andere schroefje van de schakelaar iets los.

7. Klem onder dit schroefje het uiteinde van de zwarte draad en
    draai het schroefje weer vast.
8. Schroef de schakelaar weer vast op het bord en zet het kapje er
    weer op.

Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 34 - Tekstslide


9. De andere kant van de zwart draad gaat naar de zoemer.

10. Draai van de zoemer het zwart gemarkeerde schroefje iets los.

11. Klem onder dit schroefje het uiteinde van de zwarte draad en draai
     het schroefje weer vast.

Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 35 - Tekstslide


12. Draai nu het blauw gemarkeerde schroefje iets los.

13. Klem onder dit schroefje het uiteinde van de blauwe draad en draai het
      schroefje weer vast.
 

Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 36 - Tekstslide


14. Draai nu het schroefje van de kroonsteen aan de andere kant van de
       blauwe draad iets los.


15. Stop hierin het uiteinde van de blauwe draad en draai het schroefje 
      weer vast.
  

Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 37 - Tekstslide


16. Leg alle draden netjes in de kabbelgootjes en zet de witte kapjes er allemaal
      weer op.

17. Stop de stekker in de transformator onder tafel en test of de zoemer werkt.

18. Laat je docent controleren  

Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 38 - Tekstslide

Opruimen

1. Demonteer alle stroomdraden van de
    deurbelinstallatie en klem deze weer aan de
    zwarte klemmetjes vast.

2. Ruim alle gereedschappen en het
    practicumbord weer netjes op.

3. Laat je werkplek schoon achter 

Deurbel
Praktijkopdracht

Slide 39 - Tekstslide

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.3 Hoe goed kan je samen werken
Wat vond je goed gaan?
Wat kan je nog verbeteren?

Slide 40 - Open vraag

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.8 Vakdeskundigheid toepassen
Welke werkzaamheden moest je uitvoeren?
Op welke voorschriften moet je letten?

Slide 41 - Open vraag

Zelfbeoordeling van de competenties:
K2.11 Onderzoeken
Hoe ben je erachter gekomen waaraan een goede geleider
moet voldoen?
Waarom is het handig dat jij dit nu weet?

Slide 42 - Open vraag

Toegepast rekenen
Laat bij je antwoord altijd de berekening zien

Slide 43 - Tekstslide

Rekenvraag deurbel
Hoeveel stroom verbruikt een deurbel op jaarbasis? 
Is het verstandiger om een deurbel te hebben met een transformator of om over te stappen op een deurbel met batterijen?

• De transformator met het lampje in de schakelaar verbruikt 1 W (watt) per uur
• 365 dagen per jaar
• Stroom kost € 0,27 per kw (kw 
• Pakje Duracell batterijen kost € 7,67 (hier doe je ongeveer 1 jaar mee) 

Vergelijk de stroom kosten met die van batterijen, wat is voordeliger?
Tip: 1000 W = 1 Kw 




Toegepast rekenen

Slide 44 - Tekstslide

Wat kost het verbruik van een deurbelinstallatie op stroom per jaar?
Stap 1: reken eest uit wat de deurbel aan W per dag verbruikt.
Stap 2: reken uit wat de deurbel verbruikt aan W per jaar.
Stap 3: zet dan het aantal W om in kW (kilowatt).
Stap 4: reken dan uit wat dit kost in Euro’s.

Slide 45 - Open vraag

Is het voordeliger om over te stappen op een deurbelinstallatie met batterijen? ( wat bespaar je in euro's)

Slide 46 - Open vraag

Wat kan nog meer een reden zijn om niet over te stappen op een deurbelinstallatie met batterijen? Noem drie redenen

Slide 47 - Open vraag

Sleep de afbeelding naar de juiste naam. Je houdt vier woorden over.
Huiswerkopdracht 1 
Symbool geslotenschakelaar
Symbool geopendeschakelaar
Stroomkring
Massa
Acculaders
Symbool lamp
Zoemer
Spanningzoeker
Voedingsbron
Koplamp
Striptang
Bel
Schakelaar

Slide 48 - Sleepvraag

Sleep de afbeelding naar de juiste naam. Je houdt vier woorden over.
Huiswerkopdracht 2 
Fitting
laagspannings fasedraad
Videodeurbel
Accu
Fasedraad
Camera
Transformator
Schakeldraad
Kroonsteen
Zoemer
Spanningsbron
Nuldraad
Binnenwerk zoemer

Slide 49 - Sleepvraag

A
B
Batterij
Dit is een metalen opslag voor elektriciteit. Deze komt vrij als je bijvoorbeeld een zaklamp aan doet.
Bellen
Een geluid laten klingen (deurbel) zodat een ander weet dat je voor de deur staat. Maar kan ook bellen met een telefoon.
C
D
E
F
Fasedraad
Deze draad is bruin van kleur. Ook wel de + draad. Via deze draad wordt er dus stroom aangevoerd.
Begrippenlijst

Slide 50 - Tekstslide

G
H
I
Intercom
Maakt het mogelijk om op afstand met elkaar te kunnen praten.
Installatie
Onderdelen van een goed werkende deurbel aansluiting.
J
K
Kern
Dit is het middelste gedeelte van een stroomdraad.
Koper
Dit is een metaal roodbruin van kleur en geleid de stroom goed.
Krokodillenbekje
Dit is een klemmetje met tandjes en lijkt op de bek van een krokodil.
Kroonsteen
Verbindingsblokje voor elektro draden
Begrippenlijst

Slide 51 - Tekstslide

L
Lamphouder
Hierin schroef je een gloeilampje vast.
M
Milieu
Onze leefomgeving waarin we leven.
Mantel
Dit is een laagje kunststof om de stroomdraad heen.
N
Nuldraad
Deze draad is blauw van kleur en ook wel de – genoemd. Vroed de stroom weer af.
O
P
Pool + en -
Dit zijn de aansluitpunten voor elektriciteit.
R
Retourdraad
Hierdoor gaat de stroom weer terug naar bijvoorbeeld het stopcontact.
Begrippenlijst

Slide 52 - Tekstslide

S
Schakelaar
Hiermee kan je iets mee aan of uit zetten bijvoorbeeld licht.
Schakeldraad
Deze draad is zwart van kleur en laat de stroom vanaf de schakelaar door stromen naar bijvoorbeeld een lamp.
Serieschakeling
Dat lampen achterelkaar in 1 draad zijn aangesloten bijvoorbeeld kerstverlichting.
Signaal
Je maakt een ander duidelijk dat je iets wilt zeggen of doorgeven.
Spanningzoeker
Dit is een meetgereedschap om stroom mee op te zoeken.
Stroom
Is een positief geladen deeltjes waardoor een lamp kan branden.
Begrippenlijst

Slide 53 - Tekstslide

S
Stroomkring
Dit is een kring waarbij de stroom van + van af stopcontact naar gebruikers gaan en de – weer terug naar het stopcontact.
Stopcontact
Aansluitpunt voor stekkers.
Strippen
Een deel van het rubber verwijderen van een stroomdraad.
Striptang
Gereedschap om te kunnen strippen.
Symbool
Makkelijker tekening dan het originele plaatjes.
T
Transformator
Dit is een apparaatje wat de stroom kan verlagen bijvoorbeeld van 230 V naar 9 volt. Maar anders om kan ook.
Tegenwoordig
In de tijd dat we nu leven.
Begrippenlijst

Slide 54 - Tekstslide

U
V
Voltage
Hoeveel stroom er op een stroombron bijvoorbeeld staat. 24V of 230 V
W
X
Y
Z
Zoemer
Een apparaatje dat een geluid afgeeft.
Begrippenlijst

Slide 55 - Tekstslide

Techniek
Controleer of je alle vragen en opdrachten hebt gemaakt van thema elektra, les 5 deurbel 

lever dan je opdrachten digitaal in

Slide 56 - Tekstslide