Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§2.5 en 2.6
2.5 Innovatie in een bedrijf
2.6 Gevolgen van innovatie
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
In deze les zitten
10 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.5 Innovatie in een bedrijf
2.6 Gevolgen van innovatie
Slide 1 - Tekstslide
Mechaniseren
betekent
apparatuur gebruiken, waardoor
het werk sneller gaat of
makkelijker wordt.
Mensen besturen de machines.
Automatiseren
betekent werk
van mensen door apparatuur
laten doen.
Computers of robots
Besparen op arbeid
Slide 2 - Tekstslide
Stijgt de arbeidsproductiviteit
Dalen de loonkosten (meer winst)
Stijgen de afschrijvingskosten
Prijzen van producten kunnen omlaag.
Wat is het gevolg voor de concurrentiepositie en de vraag naar het product?
Wat zijn de gevolgen mechanisering en automatisering?
Slide 3 - Tekstslide
Concurrentiepositie:
hoe goed jouw bedrijf het doet, ten opzichte van andere bedrijven.
Dat kan op het gebied van prijs, kwaliteit en innovatie.
Door een goede concurrentiepositie stijgt de vraag naar producten en daarmee het marktaandeel.
Concurrentiepositie
Slide 4 - Tekstslide
Door innovatie worden producten en productiemethoden beter.
Hierdoor stijgt o.a. de arbeidsproductiviteit.
Hierdoor verdienen bedrijven meer en kan de prijs van product dalen.
Hierdoor verbetert de concurrentiepositie.
Gevolgen van innovatie
Slide 5 - Tekstslide
Productiecapaciteit
is de
maximale productie als alle
productiefactoren worden
ingezet.
Met andere woorden:
Hoeveel kunnen we produceren als
Productiecapaciteit
Slide 6 - Tekstslide
Onderbezetting:
er is onvoldoende werk voor het personeel of machines blijven ongebruikt.
Overbezetting:
er is meer werk dan dat we aankunnen.
Onderbezetting en overbezetting
Productiecapaciteit per uur:
1000 stuks
Vraag per uur:
800 stuks
Productiecapaciteit per uur:
1000 stuks
Vraag per uur:
1200 stuks
Slide 7 - Tekstslide
De bezettingsgraad
is de werkelijke
productie in procenten van de
productiecapaciteit.
In andere woorden: hoeveel procent
is onze productie van onze totale
productiecapaciteit?
Formule:
werkelijke productie
productiecapaciteit
Bezettingsgraad
x 100 =
Slide 8 - Tekstslide
VOORBEELD
Bij een fabriek is een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. De fabriek produceert 40 fietsen op een dag.
Vraag 1:
Is hier sprake van een onderbezetting of een
overbezetting?
Er worden minder fietsen gemaakt dan maximaal kan, dus
onderbezetting
Vraag 2:
Bereken de bezettingsgraad. Schrijf ook je berekening op.
40 fietsen : 50 fietsen x 100 = 80%. De bezettingsgraad is 80%.
Slide 9 - Tekstslide
Marktaandeel
betekent de
verkoop van een bedrijf
uitgedrukt in procenten van de
totale verkoop.
Eigen omzet
totale omzet
Eigen afzet
totale afzet
Marktaandeel
x 100 =
x 100 =
Slide 10 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
§2.5 Innovatie in een bedrijf
15 dagen geleden
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Economisch bekeken - H2.5 Innovatie in een bedrijf (K) en H2.6 Gevolgen van innovatie (K)
December 2023
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
§2.5 Innovatie in een bedrijf
November 2024
- Les met
33 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
JRB §2.5 Innovatie in een bedrijf
Oktober 2024
- Les met
37 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
§2.5 Innovatie in een bedrijf
Oktober 2024
- Les met
42 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Paragraaf 5 Innovatie in een bedrijf
Juli 2024
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
H2 §5 Innovatie in een bedrijf
November 2023
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
H2 §5 Innovatie in een bedrijf
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4