In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Welk woord zoek ik?
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen/planning
Lesdoelen:
De betekenis van woorden met meerdere betekenissen afleiden uit de tekst.
De betekenis van een onbekend woord in de tekst of in een woordenboek vinden.
De betekenis van alle woorden en uitdrukkingen kennen uit dit hoofdstuk.
Overdrijving en ironie herkennen
Planning:
Quizje/nakijken
Uitleg overdrijving en ironie
Zelfstandig werken
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Welke betekenis heeft het woord 'beslist' in de zin 'Ik ben het hier beslist niet mee eens.'
A
absoluut
B
gemaakte keuze
Slide 3 - Quizvraag
Welk werkwoord past in de zin? Wat is de juiste betekenis van de zin?
Het gras wordt hem voor de voeten ...
A
gegooid
Hij wordt opgezadeld met al het werk
B
gesmeten
Hij krijgt de schuld van alles
C
geduwd
Hij moet het probleem oplossen
D
weggemaaid
Hij kan niets meer doen, alles is al gedaan
Slide 4 - Quizvraag
Geef de betekenis: Het over een andere boeg gooien.
A
Het op een andere manier proberen.
B
Iemand opnieuw het voor je laten doen.
C
Er met een leugen vanaf proberen te komen.
D
Iets weggooien
Slide 5 - Quizvraag
A
IEMAND AAN HET LIJNTJE HOUDEN
B
IEMAND BIJ DE HALSBAND HEBBEN
C
IEMAND VASTHOUDEN
D
IEMAND EEN LIJNTJE LATEN TREKKEN
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent verteren?
A
Verwerken
Verbruiken
Vergaan
B
Verwerken
Opmaken
Kapot gaan
C
Verbruiken
Verwerken
Kapot gaan
D
Opmaken
Verwerken
Vergaan
Slide 7 - Quizvraag
'Geboeid vertelde de leerling een boeiend verhaal.' Wat is hier aan de hand?
A
De leerling heeft handboeien om
B
De leerling vertelt een interessant verhaal
C
Handboeien + interessant verhaal
D
De leerling loopt vrij rond en zegt niks
Slide 8 - Quizvraag
vele malen is?
A
steeds weer, voortdurend, zonder pauze
B
ten minste, niet minder dan
C
heel wat, veel keer
D
overblijvend
Slide 9 - Quizvraag
Het tegenovergestelde van stabiel is....?
A
labiel
B
verwend
C
wankel
D
chaotisch
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent recyclen?
A
hergebruiken
B
wergwerpartikelen
C
veel fietsen
D
weinig fietsen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor STABIEL?
A
gezellig
B
stevig
C
voordelig
D
eerlijk
Slide 12 - Quizvraag
De beenbreuk is erg gecompliceerd: De arts zal deze breuk niet makkelijk kunnen herstellen gecompliceerd:
A
gek
B
grappig
C
serieus
D
moeilijk
Slide 13 - Quizvraag
Uitleg overdrijving en ironie (blz. 174)
Overdrijving: Deze les duurt echt een eeuwigheid! Ironie: Goh, wat geweldig, deze les is nog maar net begonnen dus we kunnen nog heel lang van uw stem genieten!
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag!
Huiswerk
basis, blz. 174: startopdracht en 1, 2 en 4
kader, blz. 121: opdracht 1 t/m 3
Slide 15 - Tekstslide
Vragen?
m.marinus@cvo-nf.nl
Tot de volgende!
Lesdoelen?
De betekenis van woorden met meerdere betekenissen afleiden uit de tekst.
De betekenis van een onbekend woord in de tekst of in een woordenboek vinden.
De betekenis van alle woorden en uitdrukkingen kennen uit dit hoofdstuk.