Herhaling 2LA Pasen

Herhalingsquiz Pasen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsquiz Pasen

Slide 1 - Tekstslide

Vocabularium

Slide 2 - Tekstslide

Verbind de tegengestelden
sumere
barbarus
egredi
inire
nasci
proficisci
progredi
sub
dare
exire
humanus
ingredi
mori
stare
super
pervenire

Slide 3 - Sleepvraag

Maak Nederlandse woorden met de stamtijden van volgende werkwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

progredi

Slide 5 - Woordweb

exponere

Slide 6 - Woordweb

mutare

Slide 7 - Woordweb

Van welke woorden zijn letters gehusseld?

Slide 8 - Tekstslide

rudop
p - - o -

Slide 9 - Open vraag

tirsuv
- i - - u -

Slide 10 - Open vraag

doehi
h - - i -

Slide 11 - Open vraag

Van welk werkwoord komen deze stamtijden?

Slide 12 - Tekstslide

haesum

Slide 13 - Open vraag

casum

Slide 14 - Open vraag

posui

Slide 15 - Open vraag

Grammatica

Slide 16 - Tekstslide

Sorteer!
Actief indicatief imperfectum
Passief indicatief perfectum
Actief indicatief fut simplex
act of dep imperatief 
movebam
eratis
clausa sunt
acceptum est
loquere
erimus
cogite
volam

Slide 17 - Sleepvraag

Welk werkwoord is deponent?
A
visebamini
B
natus est
C
factus sum
D
cantatur

Slide 18 - Quizvraag

Welk werkwoord is deponent?
A
mutantur
B
miraberis
C
ablatum erit
D
bibitur

Slide 19 - Quizvraag

Determineer:
morieris

Slide 20 - Open vraag

Determineer:
conabaris

Slide 21 - Open vraag

Determineer:
secuti estis

Slide 22 - Open vraag

Kies het vragend voornaamwoord dat bij het substantief past

Slide 23 - Tekstslide

urbe
A
in quo
B
in qua

Slide 24 - Quizvraag

lumen
A
quid
B
quod

Slide 25 - Quizvraag

nomina
A
qua
B
quae

Slide 26 - Quizvraag

Zijn volgende stellingen juist of fout?

Slide 27 - Tekstslide

Een participium dat vlak naast zijn kern staat vertaal je
A
als een adjectief
B
met een bijzin

Slide 28 - Quizvraag

Welk soort participium is dit? +
Vertaal je volgende zinnen met een adjectief of een bijzin?

Slide 29 - Tekstslide

Cornelia Valerium amicum exspectans capillos ornavit
A
A. part. pr. -> adjectief
B
P. part. pf. -> adjectief
C
A. part. pr. -> bijzin
D
P. part. pf. -> bijzin

Slide 30 - Quizvraag

Subito servus advenit et epistulam a Valerio scriptam Cornelia dedit.
A
A. part. pr. -> adjectief
B
P. part. pf. -> adjectief
C
A. part. pr. -> bijzin
D
P. part. pf. -> bijzin

Slide 31 - Quizvraag

Cornelia epistulam legens lacrimas effudit.
A
A. part. pr. -> adjectief
B
P. part. pf. -> adjectief
C
A. part. pr. -> bijzin
D
P. part. pf. -> bijzin

Slide 32 - Quizvraag

Welke verschillende vormen kan een BVB aannemen?

Slide 33 - Open vraag

Cultuur

Slide 34 - Tekstslide

Welke archeologische resten bevinden zich in Rome bovengronds en welke ondergronds?
Bovengronds
Ondergronds
Mithrasheiligdom
Colosseum
Domus aurea
Circus Maximus
Forum Romanum
Catacomben

Slide 35 - Sleepvraag

Wat staat hier afgebeeld? Wat heeft men daarin gevonden?

Slide 36 - Open vraag

Voordelen reizen over zee

Slide 37 - Woordweb

Voordelen reizen over land

Slide 38 - Woordweb

Vragen?

Slide 39 - Open vraag