4.3 De deponente werkwoorden

4.3 De deponente werkwoorden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

4.3 De deponente werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
ortus est

Slide 2 - Sleepvraag

De tijd van 'ortus est' is ...
A
perfectum
B
plusquamperfectum
C
futurum exactum
D
imperfectum

Slide 3 - Quizvraag

De standaardvertaling van het deponent perfectum is ...
A
was / waren...
B
OVT
C
zijn ...
D
hebben ...

Slide 4 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
iuti sunt

Slide 5 - Sleepvraag

De tijd van 'iuti sunt' is ...
A
praesens
B
perfectum
C
futurum exactum
D
plusquamperfectum

Slide 6 - Quizvraag

De standaardvertaling van het passief perfectum is ...
A
OVT
B
zullen zijn ...
C
zijn ...
D
hebben ...

Slide 7 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
expertus est

Slide 8 - Sleepvraag

De tijd van 'expertus est' is ...
A
futurum exactum
B
perfectum
C
praesens
D
plusquamperfectum

Slide 9 - Quizvraag

De standaardvertaling van het deponent perfectum is ...
A
zullen hebben ...
B
zijn ...
C
hebben ...
D
OVT

Slide 10 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
veremini

Slide 11 - Sleepvraag

De tijd van 'veremini' is ...
A
praesens
B
futurum simplex
C
imperfectum
D
perfectum

Slide 12 - Quizvraag

De standaardvertaling van het deponent praesens is ...
A
OTT
B
OVT
C
zullen ...
D
worden ...

Slide 13 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
tollentur

Slide 14 - Sleepvraag

De tijd van 'tollentur' is ...
A
praesens
B
futurum simplex
C
imperfectum
D
perfectum

Slide 15 - Quizvraag

De standaardvertaling van het passief futurum simplex is ...
A
OVT
B
zullen ...
C
werden ...
D
zullen worden ...

Slide 16 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
proficiscebamur

Slide 17 - Sleepvraag

De tijd van 'proficiscebamur' is ...
A
praesens
B
futurum simplex
C
imperfectum
D
perfectum

Slide 18 - Quizvraag

De standaardvertaling van het deponent imperfectum is ...
A
OVT
B
zullen ...
C
werden ...
D
zullen worden ...

Slide 19 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
progredere

Slide 20 - Sleepvraag

De tijd van 'progredere' is ...
A
praesens
B
futurum simplex
C
imperfectum
D
perfectum

Slide 21 - Quizvraag

DEPONENT WERKWOORD
PASSIEF WERKWOORD
ACTIEF WERKWOORD
tuita sum

Slide 22 - Sleepvraag

De tijd van 'tuita sum' is ...
A
praesens
B
futurum simplex
C
imperfectum
D
perfectum

Slide 23 - Quizvraag

De standaardvertaling van het deponent perfectum is ...
A
zijn ...
B
hebben ...
C
werden ...
D
zullen ...

Slide 24 - Quizvraag