Primaire geslachtskenmerken komen in de puberteit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
De groeispurt is...
A
Een lichamelijke verandering
B
Een geestelijke verandering
Slide 6 - Quizvraag
Heeft een intersekse geslachtskenmerken van een vrouw en een man?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Basisstof 2
Slide 8 - Tekstslide
Wat zit er in de eierstokken?
A
Zaadcel
B
Een gekookt ei
C
Eicellen
D
Maagdenvlies
Slide 9 - Quizvraag
Wat kunnen vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie?
A
Maandverband, tampons, menstruatiecup
B
Maandverband, plakband, ducttape
C
Tampon, menstruatiecup, washandje
D
WC-papier, mondkapje, A4-papier
Slide 10 - Quizvraag
Na de menstruatie wordt het slijmvlies in de baarmoeder....
A
Dunner
B
Dikker
C
Het gaat weg door *magie*
Slide 11 - Quizvraag
Het slijmvlies en het bloed verlaten het lichaam via de....
A
Mond
B
Anus
C
Urinebuis
D
Vagina
Slide 12 - Quizvraag
Gemiddeld worden meisjes ongesteld als ze...
A
50 zijn
B
13 zijn
C
jarig zijn
D
4 zijn
Slide 13 - Quizvraag
Basisstof 3
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het gevoeligst van de penis?
A
Eikel
B
Balzak
C
Zondag
D
Sperma
Slide 15 - Quizvraag
Waar komt sperma uit?
A
Balzak
B
Zaadblaasjes
C
Urinebuis
D
Zaadleider
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je een man zonder voorhuid?
A
Voorhuidloos
B
Zonder vel
C
Besneden
Slide 17 - Quizvraag
Hoe wordt uiteindelijk de penis stijf?
A
Door zwellichamen
B
Porno
C
Knappe meisjes of jongens
Slide 18 - Quizvraag
Basisstof 4
Slide 19 - Tekstslide
Wat is klaarkomen?
A
Yoghurt maken
B
Zaadlozing/orgasme
C
Zwanger worden
Slide 20 - Quizvraag
Wat zijn voorbehoedsmiddelen?
A
Middelen die de zwangerschap voorkomen.
B
Paracetamol
C
Ducttape
D
morning-afterpil
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heten mensen die op hetzelfde geslacht vallen?
A
Heteroseksueel
B
Homoseksueel
C
Biseksueel
Slide 22 - Quizvraag
Wat is paarse vrijdag?
A
Een vrijdag waarop alle mensen die "anders" zijn worden gerespecteerd.
B
Een dag tijdens carnaval waarin iedereen paars verkleed is.
C
Een vrijdag voor alle mensen die paars haar hebben.
Slide 23 - Quizvraag
Basisstof 5
Slide 24 - Tekstslide
Tot hoeveel weken zwangerschap kun je voor abortus kiezen?
A
23
B
11
C
9
D
30
Slide 25 - Quizvraag
Kan een condoom soa's voorkomen?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Welke methode is onbetrouwbaar?
A
Vrouwencondoom
B
Pil
C
Condoom
D
Periodieke onthouding
Slide 27 - Quizvraag
Basisstof 6
Slide 28 - Tekstslide
Hoe heet het klompje cellen dat vastgroeit in het slijmvlies?
A
Ovulatie
B
Bevruchting
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 29 - Quizvraag
Wat brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de ongeboren baby?
A
Stuitje
B
Vruchtvliezen
C
Navelstreng
D
Zaadcel
Slide 30 - Quizvraag
Basisstof 7
Slide 31 - Tekstslide
Hoe kun je een soa oplopen?
A
Seks met condoom
B
Seks zonder condoom
C
Veel mensen zoenen
Slide 32 - Quizvraag
Wat beschermt je lichaam tegen ziektes?
A
Afweersysteem
B
Afvalsysteem
C
Condoom
D
Pil
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de betekenis van soa?
A
Seksuele overdraagbare aandoening
B
seks op auto
C
seksuele over aanranding
Slide 34 - Quizvraag
Als je onvruchtbaar bent kun je geen..... krijgen.
A
Dieren
B
Eend
C
Kinderen
D
Zwaan
Slide 35 - Quizvraag
Basisstof 8
Slide 36 - Tekstslide
Wat zijn weeën?
A
Spieren die in de baarmoeder samentrekken
B
Spieren die in de buikwand samentrekken
C
Navelstreng die wordt afgebroken
D
Placenta die los komt van de baarmoeder
Slide 37 - Quizvraag
Tijdens welke fase zijn er weeën en gaat de baarmoedermond open staan?
A
Ontsluiting
B
Uitdrijving
C
Nageboorte
Slide 38 - Quizvraag
Tijdens welke fase komt de placenta uit de vagina en ook de vruchtvliezen en de rest van de navelstreng?
A
Ontsluiting
B
Uitdrijving
C
Nageboorte
Slide 39 - Quizvraag
Aan het werk!
Ga voor jezelf de basisstoffen leren die jij nog moeilijk vindt. Dit doe je door de samenvatting te lezen (bladzijde 75) te lezen van de basisstoffen die jij moeilijk vindt en de belangrijkste dingen te onderstrepen.