2BB Voortplanting en seksualiteit Quiz eigen vragen

Voortplanting en seksualiteit
Eigen quizvragen
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortplanting en seksualiteit
Eigen quizvragen

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je het als mensen mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen heeft?
A
Intersekse
B
Transgender
C
Jongen
D
Geen van deze antwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer begint de groeispurt bij jongens ongeveer?
A
Op hun 14e
B
Op hun 7e
C
Tussen 12 en 13 jaar
D
Tussen 8 en 10 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn primaire geslachtskenmerken
A
Schaamhaar
B
Penis
C
Zwaardere stem
D
Baardgroei

Slide 5 - Quizvraag

De groeispurt is...
A
Een lichamelijke verandering
B
Een geestelijke verandering

Slide 6 - Quizvraag

Basisstof 2

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet het als de eicel vrijkomt uit een eierstok?
A
Overgang
B
Ontwikkeling
C
Ovulatie
D
Menstruatie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meest gevoelige plekje van de vrouw?
A
Clitoris
B
Schaamlippen
C
Vagina
D
Buitenste schaamlippen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet het als er slijmvliezen en bloed naar buiten komen?
A
Baarmoeder
B
Menstruatie
C
Bevruchting
D
Ovulatie

Slide 10 - Quizvraag

Waar vindt de bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Eierstok
C
Urineblaas
D
Eileider

Slide 11 - Quizvraag

Na hoeveel dagen vindt de eisprong plaats?
A
na 20 dagen
B
na 14 dagen
C
na 7 dagen
D
na 12 dagen

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer kan een vrouw zwanger worden?
A
Na de eerste keer ongesteld en zonder voorbehoedsmiddel
B
Als je de pil gebruikt
C
Als ze ongesteld is
D
Als je het condoom gebruikt

Slide 13 - Quizvraag

Basisstof 3

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de gemiddelde leeftijd van de eerste zaadlozing van een jongen?
A
13 jaar
B
11 jaar
C
14 jaar
D
12 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Waar worden zaadcellen opgeslagen?
A
Teelbal
B
Bijbal
C
Zaadblaasje
D
Prostaat

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel zaadcellen maken de teelballen per dag?
A
Honderden
B
Duizenden
C
Miljoenen
D
Miljarden

Slide 17 - Quizvraag

Waar wordt het vocht toegevoegd aan de zaadcellen?
A
Balzak, prostaat
B
Bijballen, zaadblaasjes
C
zaadblaasjes, prostaat
D
teelbal, zaadblaasjes

Slide 18 - Quizvraag

Met welk onderdeel kan de zaadcel zich voortbewegen?
A
Zweepstaart
B
Kop
C
Zaadleiders
D
Eicel

Slide 19 - Quizvraag

Waar bestaat sperma uit?
A
Zaadcellen
B
Vocht en zaadcellen
C
Vocht, zaadcellen en voedingsstoffen
D
Zaadcellen en voedingsstoffen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van zaadleiders
A
ze slaan zaadcellen op
B
ze maken zaadcellen
C
ze voegen vocht toe
D
ze vervoeren zaadcellen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van de teelballen?
A
Ze maken zaadcellen
B
ze maken eicellen
C
ze voegen vocht toe
D
ze slaan zaadcellen op

Slide 22 - Quizvraag

Basisstof 4

Slide 23 - Tekstslide

Hoe heet het als je zelf over de clitoris of penis wrijft en dit een lekker gevoel geeft?
A
Lustbeleving
B
Zelfbevrediging
C
Intimiteit
D
Voortplanting

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noem je het als je alleen op hetzelfde geslacht valt?
A
Homoseksueel
B
Heteroseksueel
C
Biseksueel
D
Panseksueel

Slide 25 - Quizvraag

Wat is grensoverschrijdend gedrag?
A
Intimiteit
B
Aanranding
C
Klaarkomen
D
Zelfbevrediging

Slide 26 - Quizvraag

Wat is porno?
A
Filmpjes om seksueel te prikkelen
B
Een orgasme
C
Seksualiteit
D
Orgasme

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een gender?
A
Hoe iemand geboren wordt
B
Hoe iemand zich voelt en gedraagt
C
Porno
D
Een orgasme

Slide 28 - Quizvraag

Basisstof 5

Slide 29 - Tekstslide

Tot hoeveel weken zwangerschap kun je voor abortus kiezen?
A
23
B
11
C
9
D
30

Slide 30 - Quizvraag

Op welk keurmerk moet je letten als je een condoom koopt?
A
CE
B
DA
C
CB
D
EC

Slide 31 - Quizvraag

Welke methode is onbetrouwbaar?
A
Vrouwencondoom
B
Pil
C
Condoom
D
Periodieke onthouding

Slide 32 - Quizvraag

Wat treed er niet meer op als je de pil slikt?
A
Soa
B
hormonen
C
buikpijn
D
eisprong

Slide 33 - Quizvraag

Wat doet een hormoonspiraal?
A
Het is een plastic ankertje en doet verder niets
B
Het is een ankertje dat hormonen afgeeft zodat er geen eisprong komt
C
Het is een stukje koper dat ervoor zorgt dat zaadcellen kapot gaan

Slide 34 - Quizvraag

Basisstof 6

Slide 35 - Tekstslide

Hoe heet het als een klompje cellen vastgroeit in het baarmoederslijmvlies?
A
Ovulatie
B
Bevruchting
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 36 - Quizvraag

Hoelang blijven zaadcellen in leven?
A
3 dagen
B
1 dag
C
4 dagen
D
2 dagen

Slide 37 - Quizvraag

Hoelang noem je het ongeboren kindje een embryo?
A
7 uur
B
7 dagen
C
7 weken
D
7 maanden

Slide 38 - Quizvraag

Wat brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de ongeboren baby?
A
Stuitje
B
Vruchtvliezen
C
Navelstreng
D
Zaadcel

Slide 39 - Quizvraag

Basisstof 7

Slide 40 - Tekstslide

Hoe kun je een soa oplopen?
A
Seks met condoom
B
Seks zonder condoom
C
Veel mensen zoenen

Slide 41 - Quizvraag

Wat beschermt je lichaam tegen ziektes?
A
Afweersysteem
B
Afvalsysteem
C
Condoom
D
Pil

Slide 42 - Quizvraag

Welke soa komt het meeste voor bij jongeren?
A
Chlamydia
B
Hiv
C
Genitale wratten
D
Syfilis

Slide 43 - Quizvraag

Wat betekent het als iemand seropositief is?
A
Iemand die hiv heeft en ziek is
B
Iemand die chlamydia heeft
C
Iemand heeft hiv maar is nog niet ziek
D
Iemand met aids

Slide 44 - Quizvraag

Kun je anderen besmetten als je niet weet dat je een soa hebt?
A
Ja
B
Nee

Slide 45 - Quizvraag

Basisstof 8

Slide 46 - Tekstslide

Wat zijn weeën?
A
Spieren die in de baarmoeder samentrekken
B
Spieren die in de buikwand samentrekken
C
Navelstreng die wordt afgebroken
D
Placenta die los komt van de baarmoeder

Slide 47 - Quizvraag

Tijdens welke fase zijn er weeën en gaat de baarmoedermond open staan?
A
Ontsluiting
B
Uitdrijving
C
Nageboorte

Slide 48 - Quizvraag

Tijdens welke fase komt de placenta uit de vagina en ook de vruchtvliezen en de rest van de navelstreng?
A
Ontsluiting
B
Uitdrijving
C
Nageboorte

Slide 49 - Quizvraag

Hoelang zit een kindje in de buik?
A
6 maanden
B
7 maanden
C
8 maanden
D
9 maanden

Slide 50 - Quizvraag

Bij welke vrouw zou men eerder voor een keizersnede kiezen?
A
Vrouw met een breed bekken
B
Vrouw met een smal bekken

Slide 51 - Quizvraag

Bij welke ligging ligt het kindje met het rugje horizontaal?
A
Dwarsligging
B
Stuitligging
C
Normale ligging

Slide 52 - Quizvraag

Aan het werk!
Ga voor jezelf de basisstoffen leren die jij nog moeilijk vindt.
Dit doe je door de samenvatting te lezen (bladzijde 75) te lezen van de basisstoffen die jij moeilijk vindt en de belangrijkste dingen te onderstrepen.

Slide 53 - Tekstslide