4.3 Migratie naar Nederland / 4.4 Integratie gaat niet vanzelf
Par. 4.3 Migratie naar Nederland
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Par. 4.3 Migratie naar Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen op welke groepen naar Nederland zijn gekomen en waarom dit gebeurde.
Slide 2 - Tekstslide
Imigratie
Nederland kent een eeuwenlange geschiedenis van immigratie. In de 20e eeuw kwamen veel immigranten uit landen als China, Marokko, Turkije, Suriname en Indonesië naar Nederland.
Slide 3 - Tekstslide
Uit welke landen komen nu de meeste immigranten naar Nederland? Noem er drie.
Slide 4 - Open vraag
Emigratie
De keuze om te emigreren is niet altijd makkelijk. Toch kunnen mensen daar belangrijke redenen voor hebben:
Ze zijn op zoek naar veiligheid.
Ze zijn op zoek naar werk.
Nederlandse koloniën werden onafhankelijk.
Trouwen of je gezin laten overkomen.
Slide 5 - Tekstslide
Migreren
Migreren betekent verhuizen
Emigratie is verhuizen naar een ander land
Immigratie is als mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen
Zolang er mensen zijn komt migratie voor
Slide 6 - Tekstslide
Allochtoon of autochtoon?
Allochtoon: jij of een van je ouders is in het buitenland geboren (en opgegroeid)
Autochtoon: jij én je beide ouders zijn in Nederland geboren.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom emigreren mensen naar Nederland?
Slide 8 - Tekstslide
Veiligheid
Door oorlog in het eigen land of een andere politiek mening loopt men gevaar.
Deze vluchtelingen zoeken asiel (veilige plaats).
De laatste jaren komen veel vluchtelingen uit Syrië, Irak en Eritrea.
Slide 9 - Tekstslide
De zoektocht naar veiligheid
Slide 10 - Tekstslide
Werk
Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders)
komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken.
In de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw: Turken, Marokkanen, Spanjaarden enz.
In de jaren '00 en '10 van de 21e eeuw: Polen, Roemenen en Bulgaren
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Sommige immigranten komen uit één van de voormalige koloniën van Nederland. In die tijd was er duidelijk sprake van uitbuiting van deze landen.
Suriname (onafhankelijkheid in 1975).
Indonesië (onafhankelijkheid in 1949): Indische Nederlanders en Molukkers, velen van hen zijn naar Nederland gekomen.
De Nederlandse Antillen.
Slide 13 - Tekstslide
Koloniaal verleden
Toen de Nederlandse kolonies onafhankelijk werden,
kozen veel inwoners voor meer zekerheid in Nederland
Sommigen waren bang voor de onzekere economische of
politieke situatie in hun eigen land.
Slide 14 - Tekstslide
Gezin
Gezinshereniging:
gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeel de vader hier al woont
Gezinsvorming:
je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen
Slide 15 - Tekstslide
Studie
Studeren in Nederland levert voordelen op voor de
buitenlandse student, maar ook voor de Nederlandse economie
Slide 16 - Tekstslide
Toelatingsbeleid
In Nederland gelden strenge regels om als immigrant te worden toegelaten:
Werkzoekenden moeten uit de EU komen of een beroep hebben waar een grote vraag naar is.
Gezinsvorming en gezinshereniging: minimaal 21 jaar oud zijn en voldoende inkomen hebben.
Vluchtelingen worden alleen toegelaten als ze ernstig gevaar in eigen land lopen.
Iedere nieuwkomer moet slagen voor het inburgeringsexamen.
Slide 17 - Tekstslide
Kijkopdracht: vind jij dat de overheid verantwoordelijk is voor goede opvang van illegalen?
Slide 18 - Tekstslide
Wat is integratie en waarom zijn hier vaak discussies over?
4.4 - Integratie gaat niet vanzelf
Slide 19 - Tekstslide
Ruwweg zijn er drie modellen om met meerdere culturen samen te leven:
Assimilatie;
Segregatie;
Integratie.
Slide 20 - Tekstslide
Mensen geven hun culturele identiteit op en passen zich helemaal aan de dominante cultuur in een samenleving aan.
Assimilatie in Nederland?
De Nederlandse overheid vraagt niet van mensen om volledig te assimileren.
Assimilatie gebeurt in Nederland alleen vrijwillig.
Slide 21 - Tekstslide
Groepen in een samenleving leven gescheiden van elkaar.
Meer scheiding leidt tot meer vooroordelen
voorbeelden van segregatie
-‘witte’ en ‘zwarte’ scholen en wijken in Nederland
-het apartheidsregime in Zuid-Afrika tot 1994
Slide 22 - Tekstslide
Het samenvoegen van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing.
Slide 23 - Tekstslide
We gaan straks dieper op de betekenis van deze begrippen in...
Maar eerst oefenen!
Slide 24 - Tekstslide
Een scheiding tussen verschillende bevolkingsgroepen
A
Segregatie
B
Integratie
Slide 25 - Quizvraag
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 26 - Quizvraag
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 27 - Quizvraag
Integratie:
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Bij de vorige afbeelding past het beste het begrip.....
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 30 - Quizvraag
Van welk begrip is in deze afbeelding sprake?
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 31 - Quizvraag
Dominante cultuur
Integratie
Assimilatie
Segregatie
de normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land
bijna alles van je eigen cultuur vervangen door de dominante cultuur van het land waar je woont
een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen
Het samenvoegen van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing.
Slide 32 - Sleepvraag
Nederland en integratie
Nieuwkomers moeten de Nederlandse taal leren, de kernwaarden van de dominante cultuur respecteren en actief meedoen.
De Nederlandse samenleving biedt de
ruimte voor ieders eigen tradities,
gewoonten en denkbeelden.
Slide 33 - Tekstslide
inburgeringsexamen vraag: Jan en Rachid zijn in de stad. Ze zien mensen die alleen maar zwarte kleding dragen. Rachid zegt: 'wat zien die mensen er raar uit. Ze moeten normale kleding dragen toch?' Wat kan Jan het beste zeggen?
A
Ja, iedereen moet zich kleden volgens de Nederlandse cultuur
B
Nee, iedereen mag zelf weten wat voor kleding hij draagt
C
Ze mogen het zelf weten, maar de benen moeten bedekt zijn
Slide 34 - Quizvraag
Voor een succesvolle integratie is het belangrijk dat nieuwkomers....
Slide 35 - Tekstslide
De Nederlandse taal leren
Slide 36 - Poll
Deelnemen aan de arbeidsmarkt
Slide 37 - Poll
Homoseksualiteit accepteren
Slide 38 - Poll
Integratie is de samenlevingsvorm die het beste aansluit bij het ideaal van de open samenleving.
Grondwet
Verbod op ongelijke behandeling (art. 1)
Het recht om je godsdienst of levensovertuiging te belijden (art. 6)
Vrijheid van meningsuiting (art. 7)
Vrijheid van onderwijs (art. 23)
Slide 39 - Tekstslide
maar is er dan geen segregatie in Nederland?
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Is het een goed idee om mensen te dwingen om naar een bepaalde school te gaan om segregatie tegen te gaan?
A
ja
B
nee
Slide 42 - Quizvraag
Slide 43 - Video
Nieuwkomers
Mensen die niet in Nederland geboren zijn, maar later in Nederland zijn komen wonen.
bijvoorbeeld
vluchtelingen, volgmigranten, kennismigranten, arbeidsmigranten van
binnen de EU
Wat geeft spanning?
- gevoel van verlies van de vertrouwde omgeving
- integratie heeft tijd nodig
- botsende waarden en normen
Slide 44 - Tekstslide
Nederlanders met migratieachtergond
Iemand met een migratieachtergrond is een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Wat geeft spanning?
Hier geboren zijn, Nederlands spreken, meedoen en respecteren van dominante waarden en normen is niet altijd voldoende om erbij te horen.
discriminatie, bijv. op de arbeidsmarkt.
beter integreren of moeten mensen met een Nederlandse achtergrond hen juist meer accepteren?
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Video
Nederlanders achtergrond
Wat geeft spanning?
Gevoelens van verlies van het bekende en vanzelfsprekende.
Hoe ver gaat de acceptatie van andere gewoonten, tradities en denkbeelden?
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Video
radicalisering
Gedachten en/of gedrag van een persoon of een groep worden steeds extremer en gaan steeds meer in tegen de waarden en normen van de democratische rechtsstaat.
Komt o.a. voor bij:
Personen/groepen met radicale islamitische ideeën
Personen/groepen met extreem nationalistische en racistische ideeën.