2-3HV_bs_5.3 Genen en allelen

H9: Erfelijkheid
BS3: Genen en allelen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H9: Erfelijkheid
BS3: Genen en allelen

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige les
  • Kun je uitleggen waarom kinderen op hun beide ouders lijken?
  • Kun je uitleggen waarom broertjes en zusjes op elkaar lijken?
  • Kun je uitleggen hoe wordt bepaald of een kind een jongen of een meisje wordt?

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Slide 3 - Tekstslide

Inzoomen DNA
DNA zit in de celkern en heeft de vorm van een touw-
ladder.

Slide 4 - Tekstslide

Inzoomen DNA
De treden van de ladder bestaan uit basen, A, T, C en G
Baseparen: A en T zitten altijd bij elkaar, C en G ook

Slide 5 - Tekstslide

Gen
Een gen is een stukje DNA dat de code bevat voor 1 eigenschap.

Slide 6 - Tekstslide

Gen
Een gen bevat de code voor het maken van een eiwit (bijvoorbeeld een kleurstof of een enzym)

Slide 7 - Tekstslide

Allelen
Genen kunnen verschillende versies hebben.

Elke versie van een gen noem je een allel.


Slide 8 - Tekstslide

Mutatie




DNA moet vaak worden gekopieerd, als een cel deelt bijvoorbeeld. Dan kunnen er fouten worden gemaakt.

Slide 9 - Tekstslide

Mutatie





Of DNA kan beschadigd raken door een invloed van buitenaf.

Slide 10 - Tekstslide

Mutatie





Een mutatie (verandering) in het DNA is ook een verandering in het eiwit en dus de eigenschap.

Slide 11 - Tekstslide

Albino/ albinisme
                                                               Een mutatie (verandering) in het                                                                   gen voor pigment in je huid/                                                                             haren veroorzaakt albinisme. 
                                                               
Een Albino kan geen pigment aanmaken en de huid en haren zijn helemaal kleurloos.                                                               
Iemand met albinisme noem je een mutant.

Slide 12 - Tekstslide

Mutagenen

Stoffen/ omstandigheden die 
mutaties veroorzaken noem je mutageen.

  • UV straling
  • Roken
  • Asbest
  • Radioactieve en röntgenstraling

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen:
bs 3
Maken: 
bs 3 de opdrachten 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8


Slide 15 - Tekstslide