26 november

Lesopzet
15 minuten lezen
Schrijf op lijst welk boek je kiest. 
Weet je al wat je wil herkansen?

Leerdoel:
Ik weet wanneer ik als of dan gebruik.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopzet
15 minuten lezen
Schrijf op lijst welk boek je kiest. 
Weet je al wat je wil herkansen?

Leerdoel:
Ik weet wanneer ik als of dan gebruik.

Slide 1 - Tekstslide

Leesverslag staat ook op intranet.

titel boek doorgeven voor donderdag 3 december (per mail mag ook).
leesverslag inleveren: donderdag 14 januari.

Slide 2 - Tekstslide

gebruik als of dan (par. 4.7)
Gebruik dan:

na een vergrotende trap: groter dan, meer dan, beter dan; 

Slide 3 - Tekstslide

gebruik dan
na ander, andere of anders:

Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.
Documenten worden soms op een andere plek opgeslagen dan u gewend bent.
Het is een ander verhaal dan ik eerst dacht.

Slide 4 - Tekstslide

gebruik als
bij vergelijkingen met (net) zo ... en even ...:

Donna is even oud als Amber.
Donna is net zo oud als Amber.
Suriname is vier keer zo groot als Nederland.

Slide 5 - Tekstslide

Je gebruikt als en dan als je een vergelijking maakt tussen twee dingen. Je gebruikt als in een vergelijking tussen twee gelijke dingen. Je wilt dan de overeenkomst aangeven. Je gebruikt dan als je twee ongelijke dingen vergelijkt. In dit geval wil je het verschil benadrukken.

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen....

Slide 7 - Tekstslide

Hij verdient net zoveel......ik.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quizvraag

Ik fiets langzamer......jij.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quizvraag

Jullie eten meer lasagne ....wij.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quizvraag

Jij rent net zo snel.....ik.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quizvraag

Jij rent sneller ......ik
A
als
B
dan

Slide 12 - Quizvraag

Ik ben groter......mijn broer.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

Maar hij weet meer.....ik.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quizvraag

Ik ben net zo groot ... mijn broer.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Onze boom is net zo hoog ... die bij de buren.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quizvraag

Morgen
eerste les: inhalen en/of eventueel herkansen.
Werken aan: leesverslag, lezen, paragrafen 3.7, 3.8 en 4.7, 4.8

pauze

creatieve opdracht met minipresentatie (in twee-drietallen)

Slide 17 - Tekstslide