BS 1 Organismen in hun omgeving

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ecologie Thema aanpassen




In dit thema leer je hoe de omgeving invloed heeft op alle organismen.

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je:
  • vertellen wat ecologie is
  • invloeden uit het milieu noemen
  •  vertellen wat een biotoop is.
  • vertellen wat een habitat is
  • vertellen hoe dieren zich aanpassen aan het klimaat
  • De zeven kenmerken van leven noemen.

Slide 3 - Tekstslide

opdracht
  • Je krijgt een stapel kaartjes met verschillende dieren
  • Met je groepje ga je die dieren in maximaal 5 groepen sorteren.
  • Dit kan op verschillende manieren, wees creatief!
  • Het is belangrijk dat je goed verwoordt waarom je iets vindt en open te staan voor de mening van een ander.

Slide 4 - Tekstslide

Welke indelingen zijn er gemaakt?

Slide 5 - Tekstslide

Waaraan kan je herkennen dat iets leeft?
  • Ademhaling
  • beweging
  • groei
  •  opname van stoffen
  • stoffen uitscheiden
  • voortplanting
  • waarneming/ reageren op prikkels uit de omgeving

Slide 6 - Tekstslide

Ecologie
Het bestuderen van relaties tussen organismen 
het bestuderen van relaties tussen organismen en het milieu

Slide 7 - Tekstslide

Milieu
De omgeving waarin je leeft =
leefomgeving

Slide 8 - Tekstslide

Hoe hebben konijnen invloed op hun omgeving?
  • ze graven holen en gangen in de grond
  • ze eten planten uit de omgeving
  • ze zijn zelf voedsel voor wezels

Slide 9 - Tekstslide

Hoe passen konijnen zich aan de omgeving aan?
  • vacht past zich aan aan het seizoen ( zomer- en wintervacht

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

biotische factoren
(levende natuur)
  • voedsel
  • ziekteverwekkers
  • vijanden
  • bescherming tegen vijanden ( bomen,struiken)
  • nestgelegenheid

Slide 12 - Tekstslide

Abiotische factoren
(levenloze natuur)
  • licht
  • wind
  • neerslag
  • temperatuur
  • lucht
  • grondsoorten

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent het woordje "bios"?
A
dood
B
levenloos
C
leven

Slide 14 - Quizvraag

Horen soortgenoten bij biotisch of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor milieu
A
organismen
B
vervuiling
C
leefomgeving

Slide 16 - Quizvraag

Hoort neerslag bij biotisch of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 17 - Quizvraag

Niveaus in de ecologie

Slide 18 - Tekstslide

Niveaus in de ecologie



Individu


Individu

Slide 19 - Tekstslide

Populatie ( van dezelfde soort)

Slide 20 - Tekstslide

Levensgemeenschap ( alle populaties samen in een gebied)

Slide 21 - Tekstslide

Ecosysteem= gebied en levensgemeenschappen
bv de Savanne

Slide 22 - Tekstslide

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 23 - Quizvraag

wat zijn abiotische factoren?
A
invloeden die afkomstig zijn van organismen
B
invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Slide 24 - Quizvraag

wat zijn biotische factoren?
A
invloeden die afkomstig zijn van organismen
B
invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een biotoop?
Een gebied met een bepaald landschapstype

Kan je voorbeelden bedenken?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Habitat
Een dier kan leven in een bepaalde habitat binnen de biotoop.
Een dier kan in meerdere biotopen voorkomen, maar dan in min of meer dezelfde habitat.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Hoe zou de woestijnvos aangepast zijn aan de omgeving waarin hij leeft?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht havo/vwo

Zijn er dieren die maar in één biotoop voorkomen? Onderzoek dit.
  • Wat is de reden?
  • wat is er zo bijzonder aan de biotoop en de habitat?
  • Hoe hebben de levende organismen zich aan de biotoop aangepast?
Opdracht VMBO

  • Zoek bij elke biotoop een dier dat daar leeft
  • noteer erbij welke aanpassingen het dier heeft.
  • Beschrijf de bijbehorende habitat
Groep 7/8 kiest zelf bij welke opdracht je aansluit 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Is een abiotische factor afkomstig uit de levende natuur?

Slide 36 - Open vraag

Noem 4 niveaus in de ecologie

Slide 37 - Open vraag