- Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen.
- Je kunt het deelonderwerp van een alinea benoemen.
- Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen.
- Je kunt de kernzin uit een alinea halen.
- Je kunt uitleggen wat een hoofdzaak is.
- Je kunt uitleggen wat een bijzaak is.
- Je kunt de 12 tekstverbanden benoemen en uitleggen.
- Je herkent de juiste signaalwoorden bij de tekstverbanden.
- Je kunt uitleggen of een tekst betrouwbaar is.
- Je kunt uitleggen wat een functiewoord is.
- Je kunt de 20 genoemde functies herkennen in een tekst(gedeelte).