3V - Lezen

2Hd
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2Hd

Slide 1 - Tekstslide

3VA

Kennismaking & Leesvaardigheid

Slide 2 - Tekstslide

HERHALING
Leerjaar 2

- Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen. 
- Je kunt het deelonderwerp van een alinea benoemen. 
- Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen. 
- Je kunt de kernzin uit een alinea halen. 
- Je kunt uitleggen wat een hoofdzaak is. 
- Je kunt uitleggen wat een bijzaak is. 
- Je kunt de 12 tekstverbanden benoemen en uitleggen.
- Je herkent de juiste signaalwoorden bij de tekstverbanden. 
- Je kunt uitleggen of een tekst betrouwbaar is. 


Slide 3 - Tekstslide

Les 1

Lesdoelen:
- Je kunt het standpunt en de onderbouwing van een schrijver uit de tekst halen. 
- Je kunt uitleggen wat de argumentatiestructuur van een overtuigende tekst is met de volgende begrippen: 
feitelijke/objectieve argumentatie, waarderende/subjectieve argumentatie, enkelvoudige argumentatie, nevenschikkende argumentatie, onderschikkende argumentatie. 
- Je kunt de argumenatiestructuur van een tekst weergeven in een blokjesschema. 

Huiswerk: vanaf blz. 18 -> opdracht 1, 2, 3 en 5 maken
Klaar ? -> Lezen in je leesboek (boekcontrole)

Slide 4 - Tekstslide

Begrippenlijst

- De schrijver benoemt (vaak in inleiding of slot) zijn standpunt, dat hij onderbouwt met feitelijke (= controleerbaar)  of waarderende (= mening) argumenten. 

- Wanneer de schrijver maar één argument bij het standpunt geeft, is er sprake van enkelvoudige argumentatie

- Wanneer een schrijver meerdere argumenten geeft is er sprake van nevenschikkende of onderschikkende argumentatie (subargument). Hiermee kun je dan een blokjesschema maken.

Slide 5 - Tekstslide

Blokjesschema

Slide 6 - Tekstslide

Oefenopdracht

Slide 7 - Tekstslide

Les 2

Programma:
- Leesboek controle 
- Huiswerk bespreken (opdracht 1, blz. 18)

Lesdoelen:
- Je kunt het standpunt en de onderbouwing van een schrijver uit de tekst halen. 
- Je kunt uitleggen wat de argumentatiestructuur van een overtuigende tekst is met de volgende begrippen: 
feitelijke/objectieve argumentatie, waarderende/subjectieve argumentatie, enkelvoudige argumentatie, nevenschikkende argumentatie, onderschikkende argumentatie. 
- Je kunt de argumenatiestructuur van een tekst weergeven in een blokjesschema. 

Huiswerk: vanaf blz. 18 -> opdracht 5 en 6 maken
Klaar ? -> Lezen in je leesboek

Slide 8 - Tekstslide

Les 3

Lesdoelen:
- Je kunt een tegenargument voor de stelling van de schrijver uit de tekst halen. 
- Je kunt de weerlegging van dit tegenargument herkennen en benoemen. 
- Je kunt de argumenatiestructuur van een tekst weergeven in een blokjesschema.

Huiswerk: vanaf blz. 27 -> opdracht 4 (vraag 3 t/m 7) + opdracht 5 (vraag 3 t/m 7)

Klassikaal: Oefentoets maken

Slide 9 - Tekstslide

Les 4
Programma:

- Oefentoets maken

- Oefentoets bespreken

- Lezen in je leesboek / leren voor de toetsweek


Slide 10 - Tekstslide

Afsluitende les
Herhaling theorie


Slide 11 - Tekstslide

Tekstverbanden 1

Slide 12 - Tekstslide

Tekstverbanden 2

Slide 13 - Tekstslide

Tekststructuren 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide