korte termijn MEV = MEAkt de vraag bepaalt het reeele BBP, prijzen staan vast wil je groei? >>> MEV laten stijgen!
Slide 12 - Tekstslide
Hier is de groei! Oorzaak, consumentenvertrouwen, producentenvertrouwen, overheidsuitgaven Tip aan politici: doe dit 1,5 jaar voor de verkiezingen, eerst het zuur dan het zoet.
Slide 13 - Tekstslide
Als vraag daalt > daalt vraag naar arbeid > lonen moeten dalen! Op korte termijn kunnen lonen niet dalen (contracten, op lange termijn wel), dus ontstaat er werkloosheid.
Slide 14 - Tekstslide
MEA lt (prod cap)
Slide 15 - Tekstslide
Lange termijn: de productiecapaciteit bepaalt hoeveel er geproduceert kan worden (onafhankelijk de prijs) Ander verhaal: de economie groeit alleen maar echt als je de structuur aanpakt Meer bevolking, meer wegen, meer vliegvelden, beter internet, etc.
Slide 16 - Tekstslide
Meer vraag leidt tot prijsstijgingen op lange termijn In the long run we are all dead
Slide 17 - Tekstslide
aan de slag
22.11
Slide 18 - Tekstslide
aan de slag
22.14 22.17 22.18 22.20
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Hoe krijg je de economie aan de gang tijdens een recessie of crisis?
MEV = C + I + O + (E-M)
consumenten hebben geen vertrouwen, producenten hebben geen vertrouwen, de overheid heeft geen belastinginkomsten en kan niet lenen
wat doe je dan? Je maakt geld! maar mensen zijn niet gek! meer geld zonder structuur is inflatie!
Slide 22 - Tekstslide
0
Slide 23 - Video
Fisher (1867 - 1947)
MV = PT
Slide 24 - Tekstslide
M V = P T
M = maatschappelijke geldhoeveelheid (geld in handen van het publiek) V = omloopsnelheid (aantal malen per jaar dat het geld van eigenaar verwisselt) P = prijsniveau T = aantal transacties (reeele output)
PxT = omzet, indicator voor BBP MxV = betalingen van de omzet