chapitre 3 grammaire

Bonjour
jeudi 17 février
but:
ik kan het werkwoord être herkennen toepassen 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour
jeudi 17 février
but:
ik kan het werkwoord être herkennen toepassen 

Slide 1 - Tekstslide

le programme:
- français dans la classe
- le verbe être 
- le planning

Slide 2 - Tekstslide

qu'est-ce que je sais?
- vertaling van zijn?

Slide 3 - Tekstslide

Français dans la classe:

- Ça va?

- C'est quel jour aujourd'hui?

- C'est qui ta prof de Français?

- Tu as quelle matière aujourd'hui?

Slide 4 - Tekstslide

qu'est-ce que je sais?
- vertaling van zijn?

vormen van être?

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

être

Slide 7 - Woordweb

la prononciation/de uitspraak

je suis
tu es
il est
elle est
nous sommes
vous êtes
ils sont
elles sont

Slide 8 - Tekstslide

la traduction/ de vertaling


Slide 9 - Tekstslide

au travail
- zinnen maken met verschillende vormen van être
- per groepje zoveel mogelijk zinnen in 5 minuten
vb : je suis sympa
tu es ......
         le prof est ....
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

ATTENTION!!!!!
het is
A
nous sommes
B
c'est
C
ce sont
D
ils sont

Slide 11 - Quizvraag

ATTENTION!!!
het zijn
A
nous sommes
B
c'est
C
ce sont
D
ils sont

Slide 12 - Quizvraag

le but: je peux utiliser le verbe être
ik kan het werkwoord être gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

planning

zelfstandig: verbeter je planning
verlengde instructie nodig?
instructietafel!

Slide 14 - Tekstslide

                             les devoirs 
                                                                         réviser grammaire chapitre 3 

Slide 15 - Tekstslide

Bonjour
lundi 22  février
but:
ik kan de bezittelijke voornaamwoorden in het Frans gebruiken 

Slide 16 - Tekstslide

le programme:
- français dans la classe
- les pronoms possesifs
- le planning

Slide 17 - Tekstslide

Français dans la classe:

- Ça va?

- C'est quel jour aujourd'hui?

- C'est qui ta prof de Français?
- Tu as quelle matière aujourd'hui?
- quelle est ta matière préférée

Slide 18 - Tekstslide

bezittelijk voornaamwoord

Slide 19 - Woordweb

Leer dit schema uit je hoofd! Kan op melodietje van 'vader Jacob':
mon, ma, mèhè - ton, ta, tèhe - son, sa, ses [sè] (2x)
notre, notre, noho - votre, votre voho - leur, leur, leurs

Slide 20 - Tekstslide

mon père
ma mère
mes frères

Slide 21 - Tekstslide

2. Kies de juiste vorm
Voilà (jouw) ______________ livres.
Ton
Ta
Tes

Slide 22 - Tekstslide

Luc
Son père, Jef
Sa femme, Anniek
Ses enfants, Marie & Greet
Sa mère, Annie

Slide 23 - Tekstslide

vertaal: haar moeder

Slide 24 - Open vraag

Vertaal: haar broer

Slide 25 - Open vraag

vertaal: zijn klas

Slide 26 - Open vraag

vertaal: haar boek

Slide 27 - Open vraag

LET OP
l'ami= de vriend
mon ami = mijn vriend
l'amie = de vriendin
mon amie = mijn vriendin

Omdat amie met een a begint = mijn ...mon

Slide 28 - Tekstslide

haar vriendin
A
son amie
B
sa amie

Slide 29 - Quizvraag

welk woord past, mijn school =
........... école

Slide 30 - Open vraag

welk woord? jouw boeken =....................livres

Slide 31 - Open vraag

... ordinateur
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 32 - Quizvraag

Mon, ma, mes?
___ parents
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 33 - Quizvraag

... parents (haar ouders)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 34 - Quizvraag

(haar) amie
A
son
B
sa
C
ses

Slide 35 - Quizvraag

(onze) collège
A
notre
B
nos

Slide 36 - Quizvraag

(hun) parents
A
leur
B
leurs
C
nos
D
notre

Slide 37 - Quizvraag

Où est ... (uw) passeport?
A
Vos
B
Votre
C
Nos
D
Notre

Slide 38 - Quizvraag

zijn, haar
ons
jullie, uw

hun


jouw

mijn
notre,notre,nos
leur, leur,leurs
mon,ma,mes
votre,votre,vos
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 39 - Sleepvraag

difficile? 1
zijn = son, sa, ses
zijn broer = son frère, zijn moeder = sa mère
haar = son, sa, ses
haar broer = son frère, haar moeder = sa mère

Slide 40 - Tekstslide

difficile 2
mijn, jouw, zijn, haar voor een enkelvoud vrouwelijk woord beginnend met een klinker of h = mon, ton, son
jouw vriendin = ton amie/ ta copine
haar school = son école/ son collège
mijn vriendin = mon amie/ ma copine

Slide 41 - Tekstslide

stel hier een vraag

Slide 42 - Woordweb

but: ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans gebruiken
ja zeker
ja maar ik moet nog een beetje oefenen
ik moet nog veel oefenen
ik snap het niet en heb meer uitleg nodig

Slide 43 - Poll

                             les devoirs 
                                                                         réviser grammaire chapitre 3
boek B meenemen  

Slide 44 - Tekstslide