Week 45

Hoe gaat het met jullie?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe gaat het met jullie?

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor deze les
  • DSW doornemen: Daltontaken (poezie en fictie & boekopdracht), leerstof proefwerk toetsweek
  • Uitleg lezen h2 en h3

Slide 2 - Tekstslide

Poëzie en fictie
Ter voorbereiding op de opdracht literatuur maak je Hoofdstuk A Problemen(opdr. 1 t/m 4) en Hoofdstuk C Misdaad en Criminaliteit (opdr. 1 t/m 6) van Poëzie en Fictie uit de methode (dit telt mee voor je cijfer). 

-> Moest ingeleverd worden op 18 dec.
Te laat inleveren betekent punt(en) aftrek. Niet inleveren = 1.

Slide 3 - Tekstslide

Boekopdracht
Samen doornemen.

Inleveren voor vrijdag 8 januari.

Slide 4 - Tekstslide

Leerstof proefwerk toetsweek
In de toetsweek (20-27 januari) maak je een toets tekstbegrip over de hoofdstukken 1, 2 en 3. Je leert over tekstverbanden en signaalwoorden, een belangrijk onderdeel om een tekst goed te kunnen doorgronden en begrijpen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
Tekstverbanden & Signaalwoorden 
- Functie 
- Oefening 1
- Oefening 2

- Pak alleen een schrift en iets om mee te schrijven!

Slide 8 - Tekstslide

Functie
- Een tekst bestaat uit losse delen tekst. Deze teksten hangen samen met elkaar zodat je de tekst goed kan volgen en begrijpen. Deze samenhang noem je een tekstverband.

- De woorden die aangeven dat je te maken hebt met een tekstverband noem je signaalwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 1
- Noteer vijf signaalwoorden met elk een verschillend tekstverband.
- Schrijf bij elk signaalwoord een voorbeeldzin op waarin je het signaalwoord gebruikt.

Voorbeeld volgende slide.




Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld oefening 1
Voorbeeld: "Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had."

omdat = een signaalwoord dat een redengevend verband aangeeft

Slide 11 - Tekstslide

Oefening 2
- Log in en doe mee met de quiz! 

- Met welk tekstverband heb je te maken in de volgende zinnen?

- Na het beantwoorden van de vragen, blijft het stil zodat we vlot na kunnen kijken! 

Slide 12 - Tekstslide

Je hebt een goed cijfer nodig om over te gaan.
A
Conclusie
B
Reden
C
Vergelijking
D
Doel-middel

Slide 13 - Quizvraag

De docent gaf aan dat het na elke vraag stil is, dus is het na elke vraag stil.
A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Oorzaak-gevolg
D
Doel-middel

Slide 14 - Quizvraag

Net als vroeger, fietsen veel leerlingen naar school.
A
Samenvattend
B
Concluderend
C
Vergelijking
D
Reden

Slide 15 - Quizvraag

Doordat het zo glad is, vallen veel leerlingen van hun fiets op het plein.
A
Reden
B
Oorzaak-gevolg
C
Doel-middel
D
Conclusie

Slide 16 - Quizvraag

Omdat ik te snel wil fietsen, glij ik uit over de gladde weg.
A
Reden
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Conclusie

Slide 17 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Sociale interactie verloopt bij dolfijnen dikwijls volgens afgesproken regels, net als bij mensen.
A
doel-middel
B
concluderend
C
redengevend
D
vergelijkend

Slide 18 - Quizvraag

Welk tekstverband zie je?

Al met al ben ik zeer tevreden met resultaat.
A
doel-middel
B
samenvattend
C
redengevend

Slide 19 - Quizvraag

Resultaat?
Heb je weinig vragen goed? GA STAMPEN, leer de tekstverbanden en signaalwoorden uit je hoofd!
Heb je veel vragen goed? Lekker gewerkt!

Slide 20 - Tekstslide